Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften

Geldend van 01-07-1994 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften

De raad, het college van burgermeester en wethouders en de burgermeester van de gemeente Grootegast, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

Overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht noodzakelijk is een nieuwe regeling te treffen met betrekking tot de behandeling van bezwaar- en beroepschriften;

Gezien het voorstel van burgermeester en wethouders van 7 juni 1994; agendapunt 10;

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

BESLUITEN:

Vast te stellen

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften

Integrale tekst van deze verordening zoals deze luidt na de 2e wijziging.

Oorspronkelijke tekst: raadsbesluit d.d. 14 juni 1994;

1e wijziging: raadsbesluit d.d. 28 september 1999;

2e wijziging raadsbesluit d.d. 18 december 2001;

Hoofdstuk 1 Begripsbepaling

Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Beroepsorgaan: gemeentelijke bestuursorgaan dat dient te beslissen op een beroepschrift

  • b.

    Verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    Commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaar- en beroepschriften

  • d.

    Wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2 Behandeling van bezwaar- en beroepschriften

Paragraaf 1 De Commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren en ingestelde administratieve beroepen als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaar- en beroepschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van het Algemeen Ambtenaren Reglement en andere gemeentelijke rechtspositieregelingen. De commissie is eveneens niet bevoegd ten aanzien van bezwaar- en beroepschriften, die zijn ingediend tegen aanslagen op grond van gemeentelijke belastingverordeningen, dan wel tegen beschikkingen op grond van de wet WOZ. Ook beroepschriften naar aanleiding van kwijtscheldingsverzoeken vallen hieronder.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de gemeenteraad op voorstel van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De gemeenteraad benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretariaat

Burgemeester en wethouders voorzien in een adequate invulling van het secretariaat van de commissie.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaar- of beroepschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaar- of beroepschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaar- of beroepschrift met de daarbij overlegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar of beroep zal adviseren.

Artikel 7 Bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • 2:1, tweede lid;

  • 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • 6:7, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • 7:4, tweede lid;

  • 7:6, vierde lid;

  • 7:18, tweede en zesde lid en

  • 7:20, vierde lid, van de wet voor de toepassing van deze verordening bij wijze van mandaat opgedragen aan de commissie.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De commissie is in het verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen en stelt belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid nadere stukken in te dienen.

  • 2.

    De commissie kan uit eigen beweging bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2.

    Indien de commissie op grond van de artikelen 7:3 en 7:17 van de wet besluit van het horen af te zien doet zij daarvan melding aan:

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het verwerend orgaan en

    • c.

      in geval van behandeling van een beroepschrift, het beroepsorgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De commissie deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan en in het geval van behandeling van een beroepschrift, aan het beroepsorgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger aanwezig is.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 en 7:21 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

    • a)

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b)

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c)

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen van advies

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar- of beroepschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:24, tweede lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de belanghebbenden en in het geval van behandeling van een beroepschrift het verwerend orgaan, een afschrift.

Hoofdstuk 3 Slotbepaling

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden. Ter zelfde tijd vervalt:

  • 1.

    Procedureverordening bezwaarschriften inzake uitkeringen, vastgesteld bij besluit van de raad van 3 april 1990;

  • 2.

    De verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 oktober 1990 en nadien gewijzigd bij besluit van 6 oktober 1992.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als”Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften gemeente Grootegast“.

Ondertekening

De raad van de gemeente Grootegast,
K.B Dijkstra, voorzitter
Mr. Joh. Kooistra, secretaries
Burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast,
K.B Dijkstra, burgemeester
Mr. Joh. Kooistra, secretaris

Publicatie van 1e wijziging van de verordening in Het Westerkwartier, 05-10-1999

Publicatie van 2e wijziging van de verordening in Het Westerkwartier, 27-12-2001

Publicatie van de verordening in Het Westerkwartier, 28-06-1994