Regeling vervallen per 11-03-2010

Algemene Subsidieverordening Gemeente Gulpen-Wittem 2008

Geldend van 01-01-2009 t/m 10-03-2010

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Gemeente Gulpen-Wittem 2008

De raad van de gemeente Gulpen-Wittem

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 09-09-2008 inzake bovengenoemd onderwerp

Gelet op

Besluit

Bepaalt

Vaststellen van de geactualiseerde versie van de algemene subsidieverordening Gulpen-Wittem

Algemene Subsidieverordening Gemeente Gulpen- Wittem

November 2008

Artikel 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1.1 Begripsomschrijvingen

De begripsomschrijvingen zijn overeenkomstig artikel 4.2.1 Awb.

  • a.

    Activiteit: een door de te subsidiëren organisatie te leveren prestatie en die door het gemeentebestuur kan worden gesubsidieerd. Zo mogelijk worden de te verrichten activiteiten dan wel prestaties in meetbare respectievelijk waarneembare termen gedefinieerd.

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht

  • c.

    Bestuursorgaan: burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem

  • d.

    Budget: beschikbaar bedrag voor verstrekking van subsidie

  • e.

    Experiment: die activiteit, op enig welzijnsbevorderend, welke nog niet eerder is uitgeoefend, niet vergelijkbaar is met een bestaande activiteit en waarvan de elementen op grond van ervaring kunnen worden vastgesteld.

  • f.

    Instelling: bij notariële akte opgerichte en bij de Kamer van Koophandel ingeschreven rechtspersoon die krachtens deze verordening subsidie ontvangt of wenst te ontvangen

  • g.

    Jaar: een kalenderjaar

  • h.

    Jeugdlid: een persoon woonachtig in de Gemeente Gulpen- Wittem die in het subsidiejaar jonger is dan 18 jaar.

  • i.

    Raad: de raad van de gemeente Gulpen- Wittem

  • j.

    Rechtspersoon: Een rechtspersoon als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek die zich zonder winstoogmerk, de behartiging van de (toevertrouwde) belangen van ideële of van materiele aard van (een deel van) de bevolking ten doel stelt.

  • k.

    Subsidie: de aanspraak op financiële middelen , door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten

  • l.

    Subsidiebeschikking: een schriftelijk besluit tot subsidieverlening waarbij een omschrijving wordt gegeven van de te leveren activiteiten, de maximale hoogte van het subsidie en eventuele subsidievoorwaarden

  • m.

    Subsidieplafond: als bedoeld in artikel 4:22 Awb: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift, zoals een verordening of op basis van een incidenteel besluit. Dit bedrag is vastgelegd in de gemeentelijke begroting van dat jaar.Een subsidie kan worden geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden (artikel 4:25 Awb).

  • n.

    Periodiek verslag: een omschrijving van de door een instelling voorgenomen activiteiten voor het betreffende jaar,onder vermelding van doelstellingen, de te hanteren methode en de benodigde personele, materiële en organisatorische middelen (artikel 4:24 Awb).

Artikel 1.1.2 Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op alle subsidies, voor zover bij afzonderlijk raadsbesluit dan wel bijzondere subsidieverordening (zoals bedoeld in lid 2) niet anders is bepaald.

  • 2. De subsidieverordening welzijn houdt nadere voorschriften in.

Artikel 1.1.3 Grondslagen voor subsidie

De bijlage “subsidieverordening welzijn 2009” vormt een geïntegreerd onderdeel van deze verordening. De daarin genoemde grondslagen geven per categorie ten aanzien van plaatselijke verenigingen de normen aan op grond waarvan de subsidie wordt berekend.

Artikel 1.1.4 Bevoegdheden

Het bestuursorgaan is bevoegd ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften en regels te stellen. Dit houdt in dat het college van B&W bevoegd is:

  • 1.

    Gelet op bijzondere omstandigheden, ontheffing te verlenen van bepalingen en voorschriften, zoals gesteld in deze verordening.

  • 2.

    Naast de bepalingen in deze verordening bijzondere voorschriften aan het verlenen van subsidies te verbinden.

  • 3.

    Regels vast te stellen ter uitvoering van het subsidiebeleid binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders.

  • 4.

    Om nadere voorwaarden te stellen ten aanzien van het werk met vrijwilligers, de toegankelijkheid van gebouwen voor deelnemers aan gesubsidieerde activiteiten, het betrekken van vrijwilligers en deelnemers aan activiteiten die vanuit stichtingen worden gerealiseerd

  • 5.

    Te allen tijde aanvullende (inhoudelijke en financiële) informatie op te vragen.

Artikel 1.2 Algemene eisen

Er wordt slechts subsidie verstrekt indien:

  • 1.

    De vereniging of instelling rechtspersoonlijkheid bezit.

  • 2.

    De vereniging/ instelling of activiteit in voldoende mate in het algemeen of specifiek gemeentelijk belang worden geacht. Dit impliceert dat sporten puur gericht op het individu uitgesloten zijn. Zogenaamde cafésporten zijn eveneens uitgesloten.

  • 3.

    De instelling/ rechtspersoon is gevestigd in de Gemeente Gulpen- Wittem

  • 4.

    De instelling/ rechtspersoon tenminste 20 contribuerende leden c.q. gemiddeld 20 deelnemers heeft woonachtig in de gemeente Gulpen- Wittem. Het aantal in de gemeente Gulpen- Wittem woonachtige leden/ deelnemers is minimaal 50% van het totaal aantal leden/ deelnemers van de instelling.

  • 5.

    De instelling voldoet aan de in of krachtens deze verordening gestelde eisen en zich houdt aan de gegeven voorschriften.

  • 6.

    Het door de gemeenteraad vastgestelde subsidieplafond, als bedoeld in artikel 2, niet wordt overschreden.

  • 7.

    Er op de gemeentebegroting gelden voor zijn uitgetrokken

Artikel 1.3 Termijn

  • 1. Een subsidie wordt telkens voor één jaar toegekend.

Artikel 2 Het subsidieplafond

Het subsidieplafond is het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor verstrekking van subsidies krachtens deze verordening.

Artikel 2.1 Kenmerken subsidieplafond

  • 1. De raad stelt ieder jaar het subsidieplafond vast voor de beleidsterreinen die in deze verordening zijn opgenomen.

  • 2. Voor zover bij wettelijk voorschrift niet is voorzien in de verdeling van de beschikbare gelden kan het college van B&W omtrent die verdeling beleidsregels vaststellen.

  • 3. De verdeling is bepaald door het college van B&W en is vastgelegd in het “overzicht subsidiebedragen”.

Artikel 2.1.2 Bekendmaking

  • 1. Het subsidieplafond wordt bekend gemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het beschikbaar is.

  • 2. Indien het subsidieplafond of een verlaging daarvan later wordt bekend gemaakt, heeft deze bekendmaking geen gevolgen voor voordien ingediende aanvragen.

Artikel 2.1.3 Uitzonderingen bekendmaking

Artikel 2.1.2 is niet van toepassing indien:

  • 1.

    De aanvragen voor het tijdvak waarvoor het subsidieplafond beschikbaar is ingevolge wettelijk voorschrift moeten worden ingediend op een tijdstip waarop de begroting nog niet is vastgesteld goedgekeurd.

  • 2.

    Het een verlaging betreft die voortvloeit uit de vaststelling of goedkeuring van de begroting, en

  • 3.

    Bij bekendmaking van het subsidieplafond is gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende vragen.

Artikel 3 Subsidieprocedure

Artikel 3.1 De aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag wordt ingediend bij het bestuursorgaan.

  • 2. Een subsidieaanvraag wordt vòòr 1 april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ingediend.

  • 3. Het bestuursorgaan bevestigt schriftelijk de ontvangst van de subsidieaanvraag.

Artikel 3.2.1 Verstrekking gegevens

Bij de indiening van de in artikel 3.1 bedoelde aanvraag dient in ieder geval te worden overlegd:

  • 1.

    Een activiteitenprogramma voor het komende jaar.

  • 2.

    Een opgave van namen, adressen, en geboortedata van de leden/ deelnemers.

  • 3.

    Desgevraagd door het bestuursorgaan, een inhoudelijk en financieel verslag over het voorafgaande jaar.

  • 4.

    Bij subsidieaanvragen waarbij het handelt om een subsidiebedrag lager dan

    € 500,- dient geen verantwoording te worden afgelegd zoals beschreven in dit artikel onder de leden 1,2 en 3.

  • 5.

    Bij een subsidie zoals bedoeld in artikel 1.3 lid 2 worden de in artikel 3.2.1 lid 2 bedoelde gegevens om de twee jaren overlegd.

Artikel 3.2.2 Eerste aanvraag

Bij een eerste subsidie- aanvraag dient tevens te worden overlegd:

  • 1.

    Een afschrift van de stichtingsakte, de statuten c.q. een ontwerp hiervan.

  • 2.

    Een beschrijving van de organisatievorm, voorzover niet reeds vervat in de statuten.

  • 3.

    Een opgave van namen en adressen van de bestuursleden van de instelling.

  • 4.

    Een overzicht van de financiële toestand van de instelling op het moment van de aanvraag.

  • 5.

    Een exploitatiebegroting voor het jaar waarover de subsidie wordt aangevraagd van een beknopte en duidelijke toelichting.

  • 6.

    Het bankrekening- en/of girorekeningnummer.

  • 7.

    Verdere gegevens welke het bestuur nodig acht voor een goede beoordeling van de aanvraag.

Artikel 3.3.3 Ontvangstbevestiging

Het bestuursorgaan bevestigt onverwijld schriftelijk de ontvangst van de subsidieaanvraag.

Artikel 3.4 Weigeringsgronden

  • 1. Zoals beschreven in artikel 4:25 Awb, kan de subsidieverlening worden geweigerd wanneer het subsidieplafond wordt overschreden.

  • 2. Zoals beschreven in artikel 4:35 Awb, kan de subsidieverlening worden geweigerd indien er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

    • a.

      De activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden

    • b.

      De aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen

    • c.

      De aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

    • d.

      De aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid.

    • e.

      De aanvrager failliet is verklaard of aan hem surseance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij rechtbank is ingediend.

  • 3. De subsidieverlening kan worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente Gulpen- Wittem of niet aanwijsbaar ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Gulpen- Wittem.

  • 4. De subsidieverlening kan worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate zullen worden besteed voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld.

  • 5. De subsidieverlening kan worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of

  • 6. Subsidieverlening kan worden geweigerd indien de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente.

Artikel 3.5 Subsidieverlening

Artikel 3.5.1. Subsidiebeschikking

Voorafgaand aan een subsidievaststelling wordt een beschikking omtrent subsidieverlening afgegeven. Het bestuursorgaan toets daartoe de subsidie- aanvragen aan:

  • 1.

    Deze verordening

  • 2.

    Andere van toepassing zijnde verordeningen en/ of besluiten

  • 3.

    Het door de gemeenteraad vastgestelde beleid

  • 4.

    De begrotingsrichtlijnen

  • 5.

    De definitief vastgestelde subsidies over voorafgaande jaren

  • 6.

    De door de raad beschikbaar gestelde financiële middelen (het subsidieplafond)

  • 7.

    De bij deze verordening behorende subsidiegrondslagen

Artikel 3.5.1.1 Inhoud subsidiebeschikking

De beschikking tot subsidieverlening bevat:

  • 1.

    Een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend. Deze kan later worden uitgewerkt.

  • 2.

    Het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald. Indien de beschikking het bedrag niet vermeldt, vermeldt zij het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

  • 3.

    Het tijdvak waarvoor de subsidie wordt verleend.

  • 4.

    De termijn waarbinnen de subsidie wordt vastgesteld.

  • 5.

    De verplichtingen verbonden aan de subsidie.

  • 6.

    Welke bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn.

Artikel 3.5.2 Begrotingsvoorbehoud

Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan zij worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 1.

    De voorwaarde kan niet worden gesteld, voor zover zulks voortvloeit uit het wettelijk voorschrift waarop de subsidie berust.

  • 2.

    De voorwaarde vervalt, indien het bestuursorgaan daarop niet binnen 4 weken na de vaststelling of goedkeuring van de begroting een beroep heeft gedaan.

Artikel 3.5.3 Periodieke aanspraak

Een subsidie wordt verleend voor een bepaald tijdvak, dat in de beschikking tot subsidieverlening wordt vermeld.

Artikel 3.6 Algemene verplichtingen subsidie ontvanger

  • 1.

    De instelling doet onverwijld mededeling aan het bestuursorgaan van het voornemen tot:

    • a.

      het ontbinden van de rechtspersoon

    • b.

      het oprichten van een rechtspersoon

    • c.

      het fuseren met een andere rechtspersoon

    • d.

      het splitsen van de rechtspersoon

    • e.

      de liquidatie van de rechtspersoon

    • f.

      het doen van aangifte tot haar faillissement

    • g.

      het aanvragen van surseance van betaling

  • 2.

    Verder doet de instelling onverwijld mededeling aan het bestuursorgaan van

    alle andere voor de subsidie van belang zijnde wijzigingen, zoals wijzigingen met betrekking tot: de statuten, activiteiten, bestuurssamenstelling, wijziging rekeningnummer, etcetera.

Artikel 3.6.1. Aanvullende concrete verplichtingen

  • 1. Bij de beschikking tot subsidieverlening kan het bestuursorgaan aanvullende concrete verplichtingen opleggen met betrekking tot:

    • a.

      Aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend

    • b.

      De administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten

    • c.

      Inzage in de administratie

    • d.

      Het vóór de subsidievaststelling verstrekken van gegevens en bescheiden die nodig zijn voor een beslissing omtrent subsidie.

    • e.

      De te verzekeren risico’s

    • f.

      Het stellen van zekerheid voor verleende voorschotten

    • g.

      Het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

    • h.

      Het beperken of wegnemen van nadelige gevolgen van de subsidie voor derden.

    • i.

      De personeelsinformatie, in zover de subsidiering uitdrukkelijk (mede) is gebaseerd op de personeelskosten

    • j.

      Gebruik en beheer van de accommodaties, welke met financiële inspanning van de overheid tot stand zijn gekomen of beschikbaar gesteld zijn.

    • k.

      Toegankelijkheid van accommodaties.

  • 2. De verplichtingen, als bedoeld in het eerste lid, kunnen na de subsidieverlening worden uitgewerkt, voor zover de beschikking tot subsidieverlening dit vermeldt.

Artikel 3.7 De subsidievaststelling

De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag overeenkomstig artikel 3.9.

Artikel 3.7.1 Subsidievaststelling zonder subsidieverlening

Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bevat de beschikking tot subsidievaststelling een aanduiding van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt. Verder bevat deze beschikking tot subsidievaststelling:

  • a.

    Een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt

  • b.

    Het tijdvak waarvoor subsidie wordt verstrekt

  • c.

    De verplichtingen verbonden aan de subsidie

  • d.

    Welke bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn

Artikel 3.7.2 Aanvraag tot subsidievaststelling

Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, dient de subsidie- aanvrager na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, tenzij;

  • 1.

    de subsidie met toepassing van artikel 3.7.5 ambtshalve wordt vastgesteld.

  • 2.

    Bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening is bepaald dat de aanvraag wordt ingediend telkens na afloop van een gedeelte van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend.

  • 3.

    De vaststelling van subsidie bij een overeenkomst ter uitvoering van een beschikking anders is geregeld.

Artikel 3.7.3 verantwoording

  • 1. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de aanvrager middels een verslag aan, dat de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen, tenzij de subsidie voor de aanvang van de activiteiten wordt vastgesteld.

  • 2. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de aanvrager rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn en gevraagd worden. De aanvrager overlegt hiertoe de bescheiden, zoals deze vermeld zijn in de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 3.7.4 De vaststelling

  • 1.

    Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stelt het bestuursorgaan de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.

  • 2.

    De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden

    • b.

      de subsidie- ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen

    • c.

      de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid

    • d.

      de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 3.

    Voor zover het bedrag van de subsidie afhankelijk is van de werkelijke kosten van

    de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, worden kosten die in redelijkheid

    niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd bij de vaststelling van de

    subsidie niet in aanmerking genomen.

Artikel 3.7.5 Ambtshalve vaststelling

Het bestuursorgaan kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen indien:

  • a.

    Bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening een termijn is bepaald binnen welke de subsidie ambtshalve wordt vastgesteld.

  • b.

    De beschikking tot subsidieverlening wordt ingetrokken of ten nadele van de ontvanger wordt gewijzigd.

  • c.

    Een aanvraag tot subsidieverlening overbodig is, omdat er voldoende gegevens beschikbaar zijn voor een ambtshalve vaststelling

Artikel 3.8 Intrekking en wijziging

Zowel de subsidieverlening als de subsidievaststelling kunnen worden ingetrokken of gewijzigd.

3.8.1. Intrekking en wijziging van de subsidieverlening

  • 1.

    Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het bestuursorgaan de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidie- ontvanger wijzigen, indien:

    • a.

      De activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden

    • b.

      De subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen

    • c.

      De subsidie- ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid

    • d.

      De subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie- ontvanger dit wist of behoorde te weten

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de

    subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3.

    Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het bestuursorgaan de subsidieverlening met inachtneming van een redelijke termijn intrekken of ten nadele van de subsidie- ontvanger wijzigen:

    • 1.

      voor zover de subsidieverlening onjuist is

    • 2.

      voor zover veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten

    • 3.

      in andere bij wettelijk voorschrift geregelde gevallen

Artikel 3.8.2. Intrekking en wijziging van de subsidievaststelling

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen:

    • a.

      Op grond van feiten of omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld

    • b.

      Indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidie- ontvanger dit wist of behoorde te weten

    • c.

      Indien de subsidie- ontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is

    Verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 3.9 Betaling en terugvordering

  • 1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald, onder verrekening van bepaalde voorschotten.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt binnen 4 weken na de subsidievaststelling betaald, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

  • 3. Indien de subsidie niet op een wettelijk voorschrift berust, kan bij de subsidieverlening, of, indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bij de subsidievaststelling, een andere termijn worden bepaald waarbinnen het subsidiebedrag wordt betaald.

Artikel 3.9.1 Betaling in gedeelten

  • 1. Het subsidiebedrag kan in gedeelten worden betaald, mits bij wettelijk voorschrift is bepaald hoe de gedeelten worden berekend en op welke tijdstippen zij worden betaald.

  • 2. Indien de subsidie niet op een wettelijk voorschrift berust, kan het subsidiebedrag in gedeelten worden betaald, mits bij de subsidieverlening, of indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bij de subsidievaststelling, is bepaald hoe de gedeelten worden berekend en op welke tijdstippen zij worden betaald.

Artikel 3.9.2 Voorschotten

  • 1. Het bestuursorgaan kan de subsidie- ontvanger voorschotten verlenen, voor zover dit bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening is bepaald.

  • 2. De beschikking tot voorschotverlening vermeldt het bedrag van het voorschot, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.

Artikel 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Overige gevallen

In die gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het bestuursorgaan.

Artikel 4.2 Ingangsdatum

Deze verordening treedt in werking op 1-1-2009

Artikel 4.3 Titel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Algemene subsidieverordening welzijn gemeente Gulpen- Wittem”.

Aldus vastgesteld door de gementeraad van Gulpen-Wittem in zijn vergadering van 20-11-2008

De wnd. griffier,

Drs. S.W.J. Amkreutz

De voorzitter,

Drs. A.R.B. van den Tillaar