Regeling vervallen per 02-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Gulpen-Wittem 2000

Geldend van 26-11-2009 t/m 01-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Gulpen-Wittem 2000

De raad van de gemeente Gulpen-Wittem;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 1999;

gelezen het advies van commissie I d.d. 6 december 1999;

gelezen het advies van commissie III d.d. 2 december 1999;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Gulpen-Wittem 2000.

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de Algemene Begraafplaats Gulpen;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • e.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • g.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tij d het recht is verleend om as te doen verstrooien;

  • h.

    kindergraf: graf bestemd om daarin het lijk te doen begraven en begraven te houden van een kind jonger dan 12 jaar.

Artikel 2

Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats., voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3

Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4

Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in een kist worden begraven.

Artikel 5

Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6

Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belasting par gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.4 en 4.5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7

Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van gedagtekende kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3, 4.4 en 4.5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 4.2 en 4.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak opontheffing voor de rechten bedoeld in 4.2 en 4.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfdegedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van debelastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.

Artikel 9

Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3, 4.4 en 4.5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10

Termijnen van betaling

De rechten moeten worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving als bedoeld in artikel 7.

Artikel 11

Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze wijzigingsverordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking van dit besluit;

  • 2.

    De bepalingen, die op grond van deze verordening worden gewijzigd, blijven van toepassing op belastbare feiten, die zich voor de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan;

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2010;

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Derde wijzigingsverordening lijkbezorgingsrechten Gulpen-Wittem 2000”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Gulpen-Wittem d.d. 16 december 1999.

De raad van de gemeente Gulpen-Wittem,

De secretaris, De voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de Derde wijzigingsverordening lijkbezorgingsrechten Gulpen-Wittem 2000

HOOFDSTUK 1

Grafhuur

1.voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven

houden wordt geheven voor een periode van 20 jaar:

1.1.1- met betrekking tot een graf voor een stoffelijk overschot van een

persoon van 12 jaar of ouder € 248,00

1.1.2- met betrekking tot een graf voor een stoffelijk overschot van een

kind beneden de 12 jaar € 123,00

  • 1.

    2 Indien in een gereserveerd eigen graf een stoffelijk overschot

    wordt begraven, wordt geheven een gedeelte van het recht vermeld

    onder 1.1.1 evenredig aan de termijn, gelegen tussen de vervaldatum

    van de oorspronkelijke huurtermijn en het tijdstip gelegen op 20 jaar

    na de datum van begraving.

  • 1.

    3 Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen plaatsen en

    geplaatst houden van urnen wordt geheven:

    1.3.1 - voor een periode van 20 jaar € 248,00

  • 1.

    4 Voor het verlengen van de periode als vermeld onder 1 wordt

geheven voor een periode van 10 jaar: € 123,00

1.5Voor het verlengen van de periode als vermeld onder 1.3 wordt

geheven voor een periode van 10 jaar: € 165,00

HOOFDSTUK II

Begraven van lijken en asbussen c.q. urnen

2.1Voor het begraven van een lijk of de asbus c.q. urn van een persoon

van 12 jaar of ouder wordt geheven: € 619,00

2.2Voor het begraven van een lijk of de asbus c.q. urn van een kind

beneden een jaar wordt geheven: € 186,00

2.3Voor het begraven van een lijk of de asbus c.q. urn van een kind

beneden 12 jaar wordt geheven: € 330,00

HOOFDSTUK III

Bijzetten van asbussen/urnen

3.1Voor het bijzetten van een asbus/urn in een urnennis wordt geheven:

3.1.1 - voor het stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar op ouder € 619,00

3.1.2 - voor het stoffelijk overschot van een kind beneden een jaar € 186,00

3.1.3 - voor het stoffelijk overschot van een kind beneden 12 jaar € 330,00

HOOFDSTUK IV

Grafbedekking en onderhoud

4.1Voor het stichten van een zerk, gedenkteken en kruisen, per zerk,

gedenkteken of kruis: € 41,00 is

inbegrepen in de tarieven

vermeld in

hoofdstuk II

4.2Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van voorwerpen,

wordt geheven per jaar:

4.2.1 voor gedenktekenen en kruisen, per gedenkteken of kruis € 13,00

4.3Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een

grafruimte, daaronder niet begrepen het onderhoud van voorwerpen,

wordt geheven per grafruimte per jaar:

4.3.1 - voor een eigen graf € 13,00

4.3.2 - voor een eigen urnennis € 13,00

4.4De rechten als bedoeld in de onderdelen 4.2 en 4.3 kunnen worden

afgekocht voor een periode van 10 jaar: € 132,00

HOOFDSTUK V

Inschrijven en overboeken van eigen graven en eigen urnenruimten

5.1Voor het inschrijven of overboeken van een eigen graf/urnennis

in een daartoe bestemd register wordt geheven: € 1,65

HOOFDSTUK VI

Lichten, ruimen en verstrooien

6.1Voor het lichten van een stoffelijk overschot of asbus en het overbrengen

daarvan naar een ander graf of urnennis mits deze lichting plaats heeft

binnen 2 jaar na overlijden wordt geheven: € 530,00

6.2Voor het lichten van een stoffelijk overschot of asbus en het overbrengen

daarvan naar een ander graf of urnennis mits deze lichting plaats heeft

na 2 jaar na overlijden wordt geheven: € 689,00

6.3Het verstrooien van de as van een overledene op het terrein van de

algemene begraafplaats per verstrooiing: € 42,00