Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van woonwagenrechten Gulpen-Wittem 2000

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van woonwagenrechten Gulpen-Wittem 2000

De raad van de gemeente Gulpen-Wittem;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 januari 2000;

gelezen het advies van commissie I d.d. 17 januari 2000; gelezen het advies van commissie II d.d. 1 januari 2000;

gelet op artikel 156, tweede lid, onderdeel f, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van woonwagenrechten Gulpen-Wittem 2000.

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    standplaats:een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Woningwct (Stb. 1991, 439);

  • b.

    woonwagen:een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Woningwet;

  • c.

    huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats c.a., waarin de huurbepalingen voor de standplaats zijn geregeld.

Artikel 2

Belastbaar feit

Onder de naam "woonwagenrecht" wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.

Artikel 3

Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4

Vrijstelling

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt.

Artikel 5

Belastingtarieven

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar het tarief, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6

Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van 1 juli tot en met 30 juni.

Artikel 7

Wijze van heffing

Het recht wordt bij wege van een gedagtekende kennisgeving geheven.

Artikel 8

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel de vrij stelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.

Artikel 9

Termijn van betaling

Het recht moet worden betaald in zoveel termijnen als er met inbegrip van de maand van dagtekening van de kennisgeving maanden in het belastingtijdvak overblijven. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld, en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel 10

Kwijtschelding

Bij de invordering van woonwagenrecht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11

Machtiging tot overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 12

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van staangeld.

Artikel 13

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening woonwagenrechten gemeente Gulpen 1998" vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Gulpen van 26 februari 1998, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. De "Verordening staangeld 1998" vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Wittem van 16 december 1997, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blij ft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 juli 1999.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening woonwagenrechten Gulpen-Wittem 2000".

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Gulpen-Wittem d.d.27 januari 2000

De raad van de gemeente Gulpen-Wittem

De secretaris, de voorzitter,

TARIEVENTABEL

behorende bij de "Eerste wijzigingsverordening woonwagenrechten Gulpen-Wittem 2000"

Naam

centrum

Standplaats

nummer

Bouw-

jaar c.q.

jaar van

verbete-

ring

Met berging?

Ja/nee

Met sanitair?

Ja/nee

Staangeld

per jaar

Wijlre

Krommeweg

1, 5, 7, 11

1984

ja

ja

€ 1.215,62

Gulpen

Geulweg

1, 2, 3, 4, 5,

6, 7

1978

ja

ja

€ 1.169,11

Mechelen

Hilleshager-

weg

32 a t/m 32 e

1985

ja

ja

€ 1.283,90

Eys

Taan-Del

2, 4, 6, 8

1990

ja

ja

€ 1.291,42

Behoort bij besluit van de raad der gemeente Gulpen-Wittem d.d. 6 december 2001.

Mij bekend,

De gemeente secretaris