Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening minimabeleid (4.10b)

Geldend van 15-09-2011 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening minimabeleid (4.10b)

Onderwerp: Verordening minimabeleid

Samenvatting

Deze verordening geeft aan voor welke voorzieningen er een bijdrage wordt verstrekt voor burgers met een laag inkomen (tot 100% sociaal minimum) om te stimuleren dat zij kunnen meedoen aan maatschappelijke activiteiten.

De gemeenteraad van Haaksbergen;

voorstel van het college van: 23 augustus 2011

wettelijke basis: bepalingen van de Wet werk en bijstand, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

besluit:

vast te stellen de

Verordening minimabeleid gemeente Haaksbergen

Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 1.

    In deze verordening zijn de begrippen van toepassing zoals vastgesteld in de Wet werk en bijstand (hierna:WWB) onder Hoofdstuk 1, § 1.1, in de artikelen 1tot en met 6.

  • 2.

    Verder wordt in deze verordening verstaan onder:

    de aanvrager:

    de alleenstaande, de alleenstaande ouder en de gehuwde, die inwoner is van de

    gemeente Haaksbergen en als zodanig opgenomen is in de Gemeentelijke

    Basisadministratie (hierna: GBA) van de gemeente Haaksbergen.

Bijdragen

Artikel 2

  • 1. Het college kan bijdragen toekennen voor de volgende basisvoorzieningen:

    • a.

      lidmaatschap bibliotheek;

    • b.

      contributie sportverenigingen en andere gesubsidieerde instellingen op het

      welzijnsterrein;

    • c.

      scholings- en vormingsactiviteiten;

    • d.

      schoolreisjes en schoolexcursies;

    • e.

      abonnement op een tijdschrift;

    • f.

      abonnement voor een internetaansluiting.

  • 2. De kosten voor de in het eerste lid genoemde voorzieningen dienen betrekking te hebben op het jaar waarin wordt aangevraagd.

Artikel 3

De bijdrage voor de in artikel 2, eerste lid, onder a tot en met f, genoemde basisvoor

zieninen tezamen bedraagt 75% van de gemaakte kosten met een maximum van:

  • a.

    € 140,00 per kalenderjaar voor gehuwden/partners;

  • b.

    € 140,00 per kalenderjaar voor een alleenstaande ouder;

  • c.

    € 85,00 per kalenderjaar voor een alleenstaande.

Artikel 4

  • 1. Een bijdrage op grond van deze verordening dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van een door het college vast te stellen aanvraagformulier.

  • 2. Aanvragen kunnen gedurende het hele kalenderjaar worden ingediend.

Artikel 5

Een bijdrage als bedoeld in de artikel 2 van deze verordening kan slechts worden toegekend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de aanvrager is tenminste vanaf 1 januari van het betreffende kalenderjaar

    waarin wordt aangevraagd, inwoner van de gemeente Haaksbergen;

  • b.

    het inkomen van de aanvrager dient gelijk te zijn of minder te bedragen dan 100% van de toepasselijke bijstandsnorm;

  • c.

    de aanvrager mag niet beschikken over vermogen dat het vrij te laten vermogen, zoals dat is bepaald in artikel 34 van de WWB te boven gaat;

  • d.

    de aanvrager kan voor de beoogde kosten geen aanspraak maken op een

    voorliggende voorziening, hierbij inbegrepen de WWB;

  • e.

    de aanvrager heeft aangetoond de kosten van de door hem aangevraagde voorzieningen te hebben gemaakt.

Artikel 6

Geen bijdrage op grond van deze verordening wordt toegekend aan:

  • a.

    de aanvrager van wie, naar het oordeel van het college, kan worden aangenomen dat het bestedingspatroon een beletsel vormt voor een duurzame oplossing van de financiële problematiek;

  • b.

    de aanvrager die blijk heeft gegeven van een tekortschietend besef van verantwoor- delijkheid voor de voorziening in het bestaan.

Artikel 7

  • 1. Het college stelt een onderzoek in naar de feiten en omstandigheden die blijkens deze verordening van belang zijn bij de beoordeling van de aanvraag om een bijdrage als bedoeld in de artikelen 2 van deze verordening.

  • 2. De aanvrager is verplicht inzage te verstrekken in bescheiden die gegevens bevatten die naar het oordeel van het college van belang zijn bij de beoordeling van de aanvraag.

Artikel 8

Het college draagt, ter uitvoering van het minimabeleid, zorg voor een actieve voorlichting, mede teneinde het niet-gebruik of onderconsumptie van de Sociale Zekerheidsvoorzieningen te verminderen.

Artikel 9

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening indien het college van mening is dat de aanvrager in bijzondere omstandigheden verkeert waardoor toepassing van deze verordening niet tot het beoogde of gewenste doel leidt, te weten het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement.

  • 2.

    Het college kan nadere voorschriften vaststellen voor de uitvoering van de bepalingen van deze verordening.

Slotbepalingen

Artikel 10

De bijdragen als bedoeld in de artikel 3 van deze verordening worden jaarlijks door het college geïndexeerd aan de hand van de gemiddelde inflatie. De gemiddelde inflatie is gebaseerd op de consumentenprijsindex (CPI) en wordt gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 11

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 15 september 2011 en zij wordt ingetrokken op 1 januari 2014.

  • 2. Op het moment dat deze verordening in werking treedt, wordt de op 25 februari 2009 vastgestelde Verordening minimabeleid 2009 ingetrokken.

Artikel 12

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening minimabeleid.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 7 september 2011

mr. G. Raaben P. van Veen

griffier voorzitter

Toelichting bij de Verordening minimabeleid Haaksbergen

Toelichting voorzieningen: artikel 2

Op grond van bijgaande Verordening minimabeleid kunnen bijdragen worden verstrekt voor de volgende basisvoorzieningen:

  • a.

    lidmaatschap bibliotheek;

  • b.

    contributie sportverenigingen en andere gesubsidieerde verenigingen op het welzijnsterrein;

  • c.

    scholings- en vormingsactiviteiten;

  • d.

    schoolreisjes en schoolexcursies;

  • e.

    abonnement op een tijdschrift;

  • f.

    abonnement voor een internetaansluiting.

Toelichting op sub b:

Deze voorziening behoeft enige toelichting. Het is ook mogelijk om een bijdrage te geven voor andere (landelijke) verenigingen en instellingen, zoals patiëntenverenigingen (bijvoorbeeld de fibromyalgievereniging) en ouderenbonden (bijvoorbeeld ANBO en KBO). Ook is het bijvoorbeeld mogelijk om een bijdrage te geven voor het zwemmen onder begeleiding van een fysiotherapeut (de zgn. hydrotherapie) in het extra verwarmde zwembad te Neede. Ook het verstrekken van de contributie voor sportverenigingen wordt ruim opgevat, in die zin dat ook de kosten van bijvoorbeeld een sportstudio voor een bijdrage in aanmerking komen. Mensen krijgen daardoor bijvoorbeeld ook de mogelijkheid om te kiezen voor fitness in plaats van voetbal.

De totale maximum bijdrage wordt door het vorenstaande echter niet verhoogd.

De overige voorzieningen, zoals genoemde onder a, c, d, e, en f. behoeven geen nadere toelichting.

De doelgroep

De doelgroep sluit aan bij de doelgroep van de Wet werk en bijstand (hierna: WWB).

Bijdragen kunnen worden verstrekt aan drie categorieën, te weten:

* echtpaar,

* alleenstaande ouder en

* alleenstaande.

Eigen verantwoordelijkheid (toelichting artikel 6):

Onder tekortschietend besef van verantwoordelijkheid wordt, onder andere, verstaan:

  • -

    het naar het oordeel van het college, in een periode van 12 maanden voorafgaande aan de aanvraag, in onvoldoende mate trachten om algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen,

  • -

    het, in een periode van 12 maanden voorafgaande aan de aanvraag, langer dan de wettelijk toegestane vakantieduur in het buitenland te verblijven,

  • -

    het, in een periode van 12 maanden voorafgaande aan de aanvraag, schenden van de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 17 van de WWB.

Bij de toepassing van artikel 6 zoeken we aansluiting bij onze Afstemmingsverordening. Daarin zijn onder andere bepalingen opgenomen over het al dan niet in voldoende mate trachten om algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen. Concreet houdt dit in, dat aanvrager geen bijdrage of verstrekking in natura krijgt indien hij in het het afgelopen jaar een verlaging (sanctie) heeft gehad wegens gedrag als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Afstemmingsverordening.

Ook bij de beoordeling van het bestedingspatroon zoeken we aansluiting bij de Afstemmingsverordening. In artikel 10a van de Afstemmingsverordening is bepaald, dat iemand een verlaging (sanctie) krijgt indien er sprake is van het onverantwoord interen van vermogen (terwijl te voorzien is dat men op korte termijn bijstandsafhankelijk wordt). Ook in dit soort situaties verstrekken wij geen bijdrage of verstrekking in natura op grond van het minimabeleid.

Aparte regeling voor minimabeleid

Vanaf 1988 kent de gemeente Haaksbergen een aparte regeling voor minimabeleid en is gekozen om dit niet te integreren in de bijzondere bijstand.

Inkomensgrens

Op grond van de voorgaande verordeningen minimabeleid, kon iemand voor een bijdrage in aanmerking komen indien hij/zij een inkomen heeft tot maximaal 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

De hoogte van de bijdragen

De maximale bijdragen van het minimabeleid zijn vastgesteld op

€ 140,00 voor een echtpaar/samenwonende of een alleenstaande ouder en

€ 85,00 voor een alleenstaande.

De hierboven genoemde bedragen zijn reeds geïndexeerd aan de hand van de jaarlijkse inflatiecijfers van het CBS.

Op grond van het tot nu toe gevoerde minimabeleid is een eigen bijdrage gevraagd van 25% van de kosten. Deze eigen bijdrage geldt voor de voorzieningen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a tot en met f. De gedachte hierachter is, dat het redelijk is om ook van mensen met een inkomen op het minimumniveau een eigen bijdrage te vragen als het gaat om sociaal-culturele activiteiten.