Regeling vervallen per 29-03-2018

Verordening bestuursrechtelijke geldschulden en ingebrekestellen bij niet tijdig beslissen (9.30)

Geldend van 03-02-2012 t/m 28-03-2018

Intitulé

Verordening bestuursrechtelijke geldschulden en ingebrekestellen bij niet tijdig beslissen (9.30)

Onderwerp: Verordening bestuursrechtelijke geldschulden en ingebrekestellen bij niet tijdig beslissen

Samenvatting

Deze verordening regelt – onder meer – een andere betalingstermijn dan zes weken, bij welke bestuursrechtelijke geldschulden geen beschikking hoeft te worden vastgesteld, wat daarbij de betaaltermijnen zijn en welke betaalwijzen er zijn. Ook regelt deze verordening dat gebruik wordt gemaakt van een formulier bij het ingebrekestellen bij niet tijdig beslissen.

De gemeenteraad van Haaksbergen;

voorstel van het college van: 20 december 2011

wettelijke basis: bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht (o.a. artikelen 4:17, 4:87, 4:88 en 4:89)

besluit:

vast te stellen de

Verordening bestuursrechtelijke geldschulden en ingebrekestellen bij niet tijdig beslissen

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Wet dwangsom: Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen;

  • c.

    chartaal betalen: betalen met contant geld, daaronder begrepen betalingen met een cheque of pinpas of chipknip.

Reikwijdte

Artikel 2

Deze verordening is niet van toepassing voor zover het onderwerp bestuursrechtelijke geldschulden in een andere verordening is geregeld.

Geen beschikking

Artikel 3

Voor de volgende betalingen wordt bepaald dat een geldsom moet worden betaald

zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld:

  • a.

    vergoedingen voor werkzaamheden van raads- en commissieleden op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

  • b.

    bezoldiging en vaste ambtstoelagen van de burgemeester op grond van het Rechtspositiebesluit burgemeesters;

  • c.

    wedden en vaste vergoedingen van wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • d.

    vergoedingen van reis- en verblijfkosten op grond van het Reisbesluit binnenland en de Regeling reis- en verblijfskosten;

  • e.

    vergoedingen aan leden van de Commissie bezwaarschriften en Commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden; f. overwerkvergoedingen op grond van de CAR/UWO;

  • g.

    vergoedingen aan wethouders, raads- en commissieleden op grond van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007 met uitzondering van:

    • 1.

      computer- en internetverbindingen als bedoeld in de artikelen 9, 27 en 37

      van die verordening;

    • 2.

      fietsregeling als bedoeld in artikelen 11 en 30 van die verordening;

    • 3.

      cursus, congres, seminar en symposium als bedoeld in de artikelen 8,

      26 en 36 van die verordening;

    • 4.

      ontslag als bedoeld in artikelen 17 en volgende van die verordening.

  • h.

    vergoedingen op grond van het Keuzemodel arbeidsvoorwaarden gemeente Haaksbergen;

  • i.

    vergoedingen op grond van hoofdstuk XIV van de Verordening geldelijke, secundaire en facilitaire voorzieningen gemeentebestuur 2002;

  • j.

    vergoedingen op grond van Beleidsregels jubilea en afscheid en Beleidsregels geschenken aan ambtenaren.

Betaaltermijn

Artikel 4

  • 1.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder a, d en f is:

    a. voor de fractievoorzittersvergoeding: acht weken na het besluit

    van de burgemeester;

  • b. voor de overige vergoedingen: acht weken na ontvangst van de

    declaratie.

  • 2.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder b en c is: binnen acht weken na datum indiensttreding en na ontvangst van de persoonsgegevens.

  • 3.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder e is: twee keer per jaar, uitbetaald in juli en januari.

  • 4.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder g is:

    a. voor vergoedingen die geen presentiegelden raadscommissie zijn: binnen acht weken na ontvangst van de aanvraagformulieren en/of ontslagaanvraag

    b. voor presentiegelden raadscommissie: twee keer per jaar, uitbetaald in maart en september.

  • 5.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder h is: twee keer per jaar, uitbetaald na ontvangst van het aanvraagformulier in mei en december.

  • 6.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder i is geregeld in de artikelen 31 en 32 van de hoofdstuk XIV van de Verordening geldelijke, secundaire en facilitaire voorzieningen gemeentebestuur 2002.

  • 7.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder j is: binnen acht weken na het toekennen van de vergoeding.

Chartale betaling

Artikel 5

  • 1.

    Naast girale betaling zoals geregeld in artikel 4:89 van de wet, is chartale betaling mogelijk:

    • a.

      voor alle door medewerkers van de publieksbalie afgegeven producten en geleverde diensten;

    • b.

      in alle gevallen waarin de bestuursrechtelijke geldschuld maximaal € 1.000,00 bedraagt.

  • 2.

    Indien het bestuursorgaan betaalt aan een schuldeiser, is chartale betaling mogelijk in de situatie dat een voorschot op de bijstandsuitkering wordt verleend voor de kosten van levensonderhoud in de periode gelegen tussen de datum van de melding en de datum waarop het besluit op de aanvraag wordt genomen en daarmee een spoedeisend belang is gediend.

Vormvereiste ingebrekestelling

Artikel 6

Bij het ingebrekestellen van bestuursorganen op grond van de Wet dwangsom maakt de aanvrager gebruik van het door het college vastgestelde Formulier dwangsom bij niet tijdig beslissen.

Inwerkingtreding en overgangsbepaling

Artikel 7

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 3 februari 2012.

  • 2.

    Op een verplichting tot betaling van een geldsom aan of door een bestuursorgaan die is vastgesteld of ontstaan voor de inwerkingtreding van deze verordening, blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing. Dit geldt ook voor subsidie die voor dat tijdstip is verleend.

Citeertitel

Artikel 8

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestuursrechtelijke geldschulden en ingebrekestellen bij niet tijdig beslissen.

Haaksbergen, 25 januari 2012

de gemeenteraad

mr. G. Raaben dr. J.C. Gerritsen

griffier voorzitter

Toelichting op de Verordening bestuursrechtelijke geldschulden en ingebrekestellen bij niet tijdig beslissen

Op 1 juli 2009 is de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht in werking getreden. In de vierde tranche is – onder meer – titel 4.4 Bestuursrechtelijke geldschulden opgenomen. Titel 4.4. van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op geldschulden die voortvloeien uit de wet, een wettelijk voorschrift of een besluit van een bestuursorgaan waartegen bezwaar kan worden gemaakt of beroep kan worden ingesteld (= beschikking).

Voor een aantal onderwerpen bestaat de vrijheid om de wettelijke regeling aan te vullen of daarvan af te wijken met een gemeentelijke verordening. Met deze verordening wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om:

  • -

    een geldsom te betalen zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld (artikel 3);

  • -

    de bij te betalen geldsommen zonder beschikking geldende betaaltermijnen (artikel 4);

  • -

    de mogelijkheid om chartaal te betalen (artikel 5).

Daarnaast is in deze verordening geregeld dat de aanvrager gebruik moet maken van een formulier bij het ingebrekestellen van een bestuursorgaan op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (artikel 6). Op deze manier worden alle eventuele onduidelijkheden over de vraag of er wel of geen sprake is van een ingebrekestelling, voorkomen. Daarnaast zorgt het gebruik van een door het college vastgesteld formulier ervoor dat ingebrekestellingen herkenbaar zijn en dat komt de afhandelingssnelheid ten goede.