Regeling vervallen per 01-01-2014

Instructie voor de leerplichtambtenaar (5.7)

Geldend van 01-02-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Instructie voor de leerplichtambtenaar (5.7)

Onderwerp: Instructie voor de leerplichtambtenaar

Samenvatting

Deze instructie bevat onder meer:

  • a.

    de wijze waarop de ambtenaren uitvoering geven aan het verlenen van verlof van meer dan tien dagen aan de jongere; de wijze waarop de ambtenaren onderzoek doen naar absoluut en relatief schoolverzuim en de wijze waarop de ambtenaren een geconstateerde overtreding van het arbeidsverbod melden bij de Inspectie SZW,

  • b.

    de wijze waarop de ambtenaren de gevallen van schoolverzuim behandelen die ter kennis van de gemeente worden gebracht;

  • c.

    de wijze waarop de ambtenaren bij het uitoefenen van hun taken overleg plegen en samenwerken met hun ambtsgenoten van de omliggende gemeenten;

  • d.

    de aanwijzing van de diensten en instellingen waarmee de ambtenaren bij de uitvoering van hun taken dienen samen te werken.

Burgemeester en wethouders van Haaksbergen;

wettelijke basis:

bepalingen van de Leerplichtwet 1969 (artikel 16) en de Algemene wet bestuursrecht

besluit en:

vast te stellen de

Instructie voor de leerplichtambtenaar

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Deze beleidsregels verstaan onder:

  • a.

    Leerplichtwet: de Leerplichtwet 1969;

  • b.

    directeur: hoofd in de zin van artikel 1 onder d van de Leerplichtwet, dat wil zeggen degene die met de leiding van de school of de instelling is belast;

  • c.

    ouders/verzorgers: de in artikel 2, eerste lid, van de Leerplichtwet bedoelde personen;

  • d.

    de jongere: een persoon in de leeftijd van 5 tot 18 jaar die leerplichtig ofkwalificatieplichtig is,

  • • de jongere is leerplichtig vanaf de eerste schooldag in de maand na zijn 5e verjaardag tot en met hetschooljaar waarin hij 16 jaar is geworden,

  • • de jongere is kwalificatieplichtig vanaf het schooljaarvolgend op het schooljaar waarin hij 16 jaar isgeworden tot zijn 18e verjaardag zolang hij geen startkwalificatie heeft behaald;

  • e.

    DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs van het ministerie vanOnderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Preventie

Artikel 2

  • 1.

    De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat in een zo vroeg mogelijk stadium door middel van voorlichting via het internet, in schoolgidsen, brochures en beantwoording van telefonische vragen proactief informatie wordt verschaft aan leerlingen, ouders/verzorgers en betrokken instellingen.

  • 2.

    De leerplichtambtenaar zendt aan de ouders/verzorgers van de 4-jarigen die, drie maanden voordat zij 5 jaar worden, nog geen schoolinschrijving hebben, tijdig een brief om hen te stimuleren hun kind in te schrijven.

  • 3.

    De leerplichtambtenaar controleert actief bij het Regionaal Opleidingen Centrum of de jongeren die het vmbo hebben verlaten (geslaagd) zich al hebben aangemeld/ingeschreven voor een vervolgopleiding. Indien nodig en gewenst bemiddelt de leerplichtambtenaar bij het inschrijven van een vervolgopleiding.

  • 4.

    De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat jaarlijks afstemming plaatsvindt met het onderwijsveld. Het management van de scholen (Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs en Regionale Expertisecentra) in het werkgebied wordt minimaal een maal per jaar geïnformeerd over de werkzaamheden van de leerplichtambtenaar. Er wordt gewezen op de aandachtspunten en de afspraken omtrent het melden en vervolgen van verzuim en een toelichting gegeven op de prioriteiten van de leerplichtambtenaar, gewijzigde wetgeving enzovoort.

  • 5.

    De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat (preventieve) afstemming en deelname aan overleggen met relevante ketenpartners waaronder het onderwijsveld en zorginstanties (zoals Zorg- en adviesteams (ZAT)) plaatsvindt. Ketenpartners bespreken jongeren met een complexe problematiek. Er wordt afgestemd welke acties vereist zijn en wie, welke taken op zich neemt. Ontwikkelingen rondom ondernomen acties worden teruggekoppeld.

  • 6.

    De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de voor hem geldende afspraken uit het (regionale) convenant betreffende de verwijsindex risicojongeren worden nageleefd.

Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim

(uitwerking artikel 19 Leerplichtwet en artikel 3 Leerplichtregeling 1995)

Artikel 3

  • 1.

    Er is een leerlingenadministratie die namens het college wordt bijgehouden door de leerplichtambtenaar.

  • 2.

    In de leerlingenadministratie worden de persoonsgegevens opgenomen van alle in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) opgenomen personen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar.

  • 3.

    De mutaties in de basisadministratie persoonsgegevens met betrekking tot de in lid 2 bedoelde personen worden ten minste een keer per maand in de leerlingenadministratie verwerkt.

  • 4.

    De leerplichtambtenaar controleert of de mutaties van de verschillende scholenmet betrekking tot in- en afschrijvingen van jongeren binnengekomen zijn. Deleerplichtambtenaar onderneemt actie naar directeuren van scholen eninstellingen die in gebreke gebleven zijn.

  • 5.

    De leerplichtambtenaar controleert aan het begin van het schooljaar en daarnamaandelijks of alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen overeenkomstig debepalingen van de Leerplichtwet als leerling op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Bij een vermoeden van absoluut verzuim onderneemt de leerplichtambtenaar acties als omschreven in artikel 7 van deze instructie(Absoluut verzuim).

  • 6.

    Tegenover een bericht van afschrijving van de ene school staat voor jongeren tot18 jaar zonder startkwalificatie een bericht van inschrijving van een andereschool. Als deze registratie niet sluitend is, neemt de leerplichtambtenaar in eerste instantie contact op met de school die de afschrijving gemeld heeft.Wanneer deze geen duidelijkheid kan geven, wordt schriftelijk contact gezochtmet de ouders/verzorgers van de jongere.

  • 7.

    De leerplichtambtenaar draagt zorg voor een goede overdracht van de relevante gegevens aan de nieuwe woongemeente als hij bericht ontvangt van inschrijving van een jongere in de basisadministratie persoonsgegevens van een andere gemeente. De leerplichtambtenaar bepaalt zo nodig welke gegevens uit het leerlingenregistratiesysteem worden overgedragen aan de leerplichtambtenaar in de nieuwe woongemeente.

Leerling-dossier

Artikel 4

  • 1.

    De leerplichtambtenaar legt slechts een leerling-dossier aan over een jongere indien de leerplichtambtenaar mondelinge, telefonische, e-mail of schriftelijke contacten heeft met de jongere of derden over diens:

    • a.

      vervangende leerplicht;

    • b.

      vrijstelling van inschrijving;

    • c.

      vrijstelling van schoolbezoek;

    • d.

      (vermoeden van) absoluut schoolverzuim;

    • e.

      (vermoeden van) relatief schoolverzuim;

    • f.

      (vermoeden van) voortijdig schoolverlaten;

    • g.

      situatie die leidt tot bespreking in (preventief) georganiseerd overleg

  • (Zorg- en adviesteams);

  • h.

    gedrag dat leidt tot melding van maatregelen zoals schorsing;

  • i.

    signalen die kunnen leiden tot een van bovenstaande situaties.

  • j.

    schoolverlaten zonder startkwalificatie.

  • 2.

    In het leerling/dossier neemt de leerplichtambtenaar de volgende gegevens op:

  • a.

    burger-servicenummer, onderwijsnummer of administratienummer;

  • b.

    voornamen en achternaam;

  • c.

    geslacht;

  • d.

    geboortedatum en –plaats;

  • e.

    nationaliteit;

  • f.

    naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, adres, postcode,woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke gegevens van de ouders,voogden of verzorgers;

  • g.

    school (scholen) van inschrijving, met gevolgde klassen en/ofonderwijssoort;

  • h.

    kennisgeving(en) van beroep op vrijstelling inschrijfplicht;

  • i.

    kennisgeving(en) van (vermoedelijk) schoolverzuim;

  • j.

    aanvragen en behandeling van aanvragen voor vrijstelling vanschoolbezoek;

  • k.

    afschrift van correspondentie met betrekking tot de jongere;

  • l.

    verslagen van gesprekken met dan wel over de jongere;

  • m.

    aantekeningen en notities met betrekking tot de jongere;

  • n.

    afschrift van proces-verbaal van de jongere;

  • o.

    eventueel behaalde diploma´s.

  • p.

    persoonlijke omstandigheden die voor het behalen van eenstartkwalificatie meegewogen moeten worden.

  • 3.

    De leerplichtambtenaar verstrekt slechts gegevens uit het leerling-dossier aanderden binnen de grenzen die daaraan worden gesteld door de Wet beschermingpersoonsgegevens (Wbp) en het Vrijstellingsbesluit Wbp, in het bijzonder artikel20 van het Vrijstellingsbesluit.

Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden

(uitwerking artikel 14, derde lid, tweede volzin Leerplichtwet)

Artikel 5

  • 1.

    De leerplichtambtenaar bevestigt de ontvangst van een aanvraag terstond aan de ouders/verzorgers en vermeldt in de ontvangstbevestiging de termijn waarbinnen hij een besluit zal nemen. Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof korter is dan de termijn die redelijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen, deelt de leerplichtambtenaar dit bij de ontvangstbevestiging aan de ouders/verzorgers mee en wijst hij de ouders/verzorgers op de mogelijkheid dat zij de Leerplichtwet overtreden indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.

  • 2.

    De leerplichtambtenaar geeft de ouders/verzorgers een termijn van ten minsteeen week en ten hoogste drie weken om een onvolledig ingediende aanvraag aan te vullen. De leerplichtambtenaar kan hiervoor een formulier vaststellen.

  • 3.

    De leerplichtambtenaar hoort de directeur over de aanvraag en draagt er zorg voor dat het oordeel van de directeur over de aanvraag schriftelijk wordt vastgelegd.

  • 4.

    De leerplichtambtenaar kan de jongere en/of de ouders/verzorgers in de gelegenheid stellen hun zienswijze mondeling of schriftelijk kenbaar te maken.

  • 5.

    De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de zienswijze van de jongere en/of ouders/verzorgers bij een voorgenomen beslissing die geheel of gedeeltelijk van de aanvraag afwijkt, schriftelijk wordt vastgelegd.

  • 6.

    Bij de beoordeling van een aanvraag van meer dan tien dagen, controleert de leerplichtambtenaar of er sprake is van omstandigheden die buiten de wil of invloedsfeer van de ouder of de leerling zijn gelegen, zoals familieomstandigheden, medische of sociale indicatie. De leerplichtambtenaar neemt een beslissing en deelt deze schriftelijk mee aan de ouders/verzorgers. Een afschrift van de brief aan de ouders/verzorgers wordt aan de betreffende directeur van de school of instelling gezonden.

  • 7.

    De leerplichtambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de behandeling en beoordeling van een aanvraag verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden voor een periode van 10 schooldagen of minder. Indien de leerplichtambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de leerplichtambtenaar de beslissing op de aanvraag mee.

  • 8.

    De leerplichtambtenaar kan aan de directeuren van de betrokken scholen en/of instellingen gevraagd of ongevraagd een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot aanvragen voor verlof wegens andere gewichtige omstandigheden voor 10 schooldagen of minder, met het oog op het bevorderen van de rechtsgelijkheid.

  • 9.

    Indien er een bezwaarschrift op een besluit als bedoeld in lid 6 van dit artikel wordt ingediend, laat de leerplichtambtenaar zich adviseren door de Commissie bezwaarschriften.

Relatief verzuim van leerplichtige en kwalificatieplichtige jongeren

(uitwerking artikelen 21, 21a en 22 Leerplichtwet)

Artikel 6

  • 1.

    Meldingen van schoolverzuim worden namens het college ontvangen door de leerplichtambtenaar. Jongeren die onderwijs volgen aan het voortgezet onderwijs of het middelbaar beroepsonderwijs worden gemeld via de DUO. Jongeren die onderwijs volgen aan het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet-bekostigd onderwijs worden gemeld middels een kennisgeving (vermoedelijk) ongeoorloofd schoolverzuim. Er wordt een leerling dossier aangemaakt of de kennisgeving wordt toegevoegd in het reeds aanwezige leerling dossier.

  • 2.

    Met betrekking tot de jongeren die onderwijs volgen aan het voortgezet onderwijs of het middelbaar beroepsonderwijs meldt de leerplichtambtenaar binnen een week via de DUO welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Voor jongeren die onderwijs volgen aan het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet-bekostigd onderwijs meldt de leerplichtambtenaar binnen een week aan de schoolinstelling welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Indien de kennisgeving niet door een directeur is gedaan, neemt de leerplichtambtenaar binnen een week contact op met de betrokken directeur.

  • 3.

    De leerplichtambtenaar zoekt na een ontvangst van een kennisgeving onverwijld contact met de ouders/verzorgers, stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de leerplichtambtenaar ook contact met de jongere zelf.

  • 4.

    Indien er daadwerkelijk sprake is van ongeoorloofd verzuim heeft de leerplichtambtenaar een gesprek met de ouders/verzorgers en de leerling als deze 12 jaar of ouder is. De leerplichtambtenaar maakt een verslag van het gesprek. De leerplichtambtenaar verstrekt aan de ouders/verzorgers en/of de jongere op hun verzoek een kopie van het gespreksverslag. Van de gemaakte gespreksverslagen maakt de leerplichtambtenaar een notitie in het leerling-dossier.

  • 5.

    De leerplichtambtenaar onderhoudt zo vaak als nodig contact met de ouders/verzorgers, jongere en betrokken organisaties om de verzuimsituatie zo spoedig mogelijk te beëindigen.

  • 6.

    De leerplichtambtenaar draagt zorg voor terugkoppeling in het Zorg- en adviesteam (ZAT) van de school van zijn handelswijze, vorderingen in het onderzoek naar het vermeende verzuim of afspraken met de jongere, voor zover deze bekend zijn bij hem en alleen wanneer de jongere al in het ZAT besproken is.

  • 7.

    De leerplichtambtenaar legt een huisbezoek af wanneer hij dat nodig acht.

  • 8.

    De leerplichtambtenaar kan een bemiddelende rol vervullen ten behoeve van de jongere en de ouders/verzorgers bij het zoeken naar een andere school of een zo goed mogelijk passende leerroute.

  • 9.

    De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat een kennisgeving van verzuim binnen een zo kort mogelijk periode wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit ligt bij het beëindigen van de verzuimsituatie. Ter afronding van de afhandeling zendt de leerplichtambtenaar in ieder geval bericht aan degene die de kennisgeving heeft gedaan, de ouders/verzorgers en, wanneer het een jongere van 12 jaar of ouder betreft, ook aan de jongere zelf. De leerplichtambtenaar doet mededeling van de afhandeling aan anderen die bij de verzuimsituatie zijn betrokken. De leerplichtambtenaar sluit de melding voor jongeren die onderwijs volgen aan het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs, af bij het verzuimloket van de DUO.

  • 10.

    Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de jongere die tevens voldoet aan de criteria voor verwijzing naar Bureau Halt, kan de leerplichtambtenaar zelfstandig of na tussenkomst van het Openbaar Ministerie, besluiten tot een verwijzing naar Bureau Halt. Indien de leerplichtambtenaar die tevens bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar besloten heeft over te gaan tot Haltverwijzing, dan roept hij ouders/verzorgers en jongere vanaf 12 jaar op voor een gesprek, waarin hij toestemming vraagt aan de ouders/verzorgers en jongere om door te verwijzen naar Bureau Halt. De leerplichtambtenaar stelt middels een verkort proces-verbaal een Haltverwijzing op. De jongere ondertekent de Haltverwijzing en geeft daarmee zijn toestemming. Indien de jongere in aanmerking komt voor een Haltverwijzing stuurt de leerplichtambtenaar hiervan een kennisgeving naar het Openbaar Ministerie en verwijst de jongere naar Halt. De leerplichtambtenaar licht de school in over de verwijzing en over de afloop van de Haltstraf.

  • 11.

    Bij een negatieve afdoening van de Haltstraf maakt de leerplichtambtenaar die tevens bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar een proces-verbaal op, nadat er overleg is geweest met het Openbaar Ministerie.

  • 12.

    Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders/verzorgers en/of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, en komt deze jongere niet (meer) in aanmerking voor een verwijzing naar Bureau Halt, dan maakt de leerplichtambtenaar die tevens bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar proces-verbaal op van zijn bevindingen en zendt dit naar de officier van justitie. Indien hij voornemens is proces-verbaal op te maken, roept de leerplichtambtenaar de ouders/verzorgers en de jongere van 12 jaar of ouder op voor een gesprek, waarbij hij de betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een proces-verbaal op te maken. De leerplichtambtenaar zendt een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming zodat deze een basisonderzoek kan verrichten voor de zaak op zitting komt.

  • 13.

    De leerplichtambtenaar is bevoegd het (laten) opmaken van proces-verbaal

    achterwege te laten en de ouders/verzorgers en/of de jongere een schriftelijke

    waarschuwing te geven indien er sprake is van:

    • -

      verwijtbaar handelen of nalaten, doch geen kennelijke opzet tot het plegen van een overtreding; en

    • -

      een eerste verzuimovertreding bij zorgverzuim; en

    • -

      verzuim van lichte aard, namelijk korter dan 16 uur binnen 4 aaneengesloten weken; of

    • -

      andere situaties waarin de leerplichtambtenaar van mening is dat met een schriftelijke waarschuwing kan worden volstaan.

  • 14.

    De leerplichtambtenaar kan aan het college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom indien hij van mening is, gezien de achtergrond en de aard van de verzuimsituatie, dat deze maatregel kan leiden tot het opheffen van het verzuim dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 15.

    De leerplichtambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingsbeleid en de rechtsgelijkheid. De leerplichtambtenaar kan directeuren verzoeken om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de Leerplichtwet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.

Absoluut verzuim van leerplichtige en kwalificatieplichtige jongeren

(uitwerking artikel 22 Leerplichtwet)

Artikel 7

  • 1.

    Indien blijkt dat een leerplichtige of kwalificatieplichtige jongere niet als leerling is ingeschreven zonder dat daarvoor een grond voor vrijstelling aanwezig is, onderzoekt de leerplichtambtenaar namens het college of wegens een administratieve onvolkomenheid een bericht van inschrijving ontbreekt (zie ook artikel 3, lid 7 van deze instructie).

  • 2.

    Indien er geen sprake is van een administratieve onvolkomenheid, zoekt deleerplichtambtenaar binnen een week contact met de ouders/verzorgers en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het achterwege blijven van een inschrijving te geven. Indien het een jongere betreft die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, zoekt de leerplichtambtenaar tevens contact met de jongere.

  • 3.

    Indien de ouders/verzorgers in het gesprek is aangeraden om de jongere binnen een redelijke termijn in te schrijven dan wel een andere actie op te volgen, wordt binnen twee weken na afloop van de gegeven termijn gecontroleerd of hier inderdaad gehoor aan is gegeven. Als het advies is opgevolgd wordt dit verwerkt in het leerling-dossier. Is het advies niet opgevolgd dan volgt in principe een proces-verbaal.

  • 4.

    Indien de jongere vóór het intreden van de situatie van absoluut verzuim wel op een school of instelling ingeschreven is geweest, neemt de leerplichtambtenaar contact op met de directeur van die school of instelling en vraagt diens zienswijze over het opgetreden absolute verzuim.

Kennisgevingen in- en afschrijving en (dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtige en kwalificatieplichtige jongeren (met inbegrip van verwijdering)

(uitwerking artikel 18, eerste lid Leerplichtwet)

Artikel 8

  • 1.

    De leerplichtambtenaar ontvangt namens het college kennis van een (voorgenomen) beslissing tot verwijdering van een leerling en de kennisgeving van in- of afschrijving van een leerling. De leerplichtambtenaar maakt een leerling-dossier aan of voegt de kennisgeving toe in het reeds aanwezige leerling-dossier. Artikel 6, leden 3 tot en met 12, van deze instructie zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Zodra de leerplichtambtenaar kennisneemt van verwijdering van een leerling die niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, stelt de leerplichtambtenaar een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig of nalatig is in het nakomen van deze verplichting, dan roept de leerplichtambtenaar de directeur op voor een gesprek. De leerplichtambtenaar kan een bericht van zijn bevindingen zenden aan de onderwijsinspectie (bij het niet nakomen van de verplichtingen krachtens artikel 18 Leerplichtwet).

  • 3.

    De leerplichtambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het voorkomen van verwijdering of voortijdig schoolverlaten van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de leerplichtambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de leerplichtambtenaar mee op welke wijze hij met het advies omgaat.

  • 4.

    De leerplichtambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, met het oog op het bevorderen van een effectief startkwalificatiebeleid en de rechtsgelijkheid.

Vervangende leerplicht

(uitwerking artikelen 3a en 3b Leerplichtwet)

Artikel 9

  • 1.

    De leerplichtambtenaar besluit namens het college over aanvragen tot het toestaan van vervangende leerplicht als bedoeld in de artikelen 3a en 3b van de Leerplichtwet.

  • 2.

    Blijkt aan de leerplichtambtenaar dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de Leerplichtwet, dan draagt de leerplichtambtenaar er zorg voor de noodzakelijke gesprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) binnen 10 werkdagen worden gevoerd.

  • 3.

    De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de afspraken die in de gesprekken worden gemaakt schriftelijk worden vastgelegd. Hij draagt er zorg voor dat de vastgelegde afspraken in het leerling-dossier worden opgenomen en hij draagt er zorg voor dat degenen die betrokken zijn bij het ontwerpen van het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de inrichting van de praktijdtijd dan wel de arbeid van lichte aard, binnen vijf werkdagen over de gemaakte afspraken worden geïnformeerd.

  • 4.

    De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma op voor hen begrijpelijke wijze aan de ouders/verzorgers en de jongere wordt uitgelegd en hij draagt er zorg voor dat de ouders/verzorgers het verzoek tot het toestaan van vervangende leerplicht ondertekenen en indienen.

  • 5.

    De leerplichtambtenaar informeert de Arbeidsinspectie over de toestemming voor vervangende leerplicht die op grond van artikel 3b is verleend.

Vrijstelling van kwalificatieplicht wegens het volgen van ander onderwijs

(uitwerking artikel 15 Leerplichtwet)

Artikel 10

  • 1.

    De leerplichtambtenaar besluit namens het college op een aanvraag tot toepassing van de vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de Leerplichtwet.

  • 2.

    Bij de beoordeling of de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet, slaat de leerplichtambtenaar acht op: - de vraag of het onderwijs bijdraagt aan het behalen van een startkwalificatie of gelijksoortig werkniveau en - de vraag of de hoeveelheid tijd die met het vervangend onderwijs is gemoeid in redelijke verhouding staat tot de omvang van het regulier onderwijs.

  • 3.

    Indien een 16- of 17-jarige in dienst wil treden bij politie of defensie, levert hij/zij aan de leerplichtambtenaar een kopie van de aanstellingsbrief waarin wordt verklaard dat de 16- of 17-jarige in dienst is en voor welke functie hij/zij is bestemd (ouders/verzorgers hebben schriftelijk ingestemd met de aanstelling van de minderjarige).

  • 4.

    Na marginale toetsing van de kopie van de aanstellingsbrief verleent de leerplichtambtenaar aan de jongere als bedoeld in het derde lid van dit artikel en de ouders/verzorgers vrijstelling van de leerplicht op grond van artikel 15 van de Leerplichtwet.

  • 5.

    De leerplichtambtenaar stuurt de vrijstellingsbrief aan de jongere als bedoeld in het derde lid van dit artikel en zijn/haar ouders/verzorgers en een kopie aan de beoogde werkgever.

  • 6.

    Indien de aanstelling van de jongere vóór zijn/haar 18e verjaardag wordt beëindigd, vermeldt de werkgever in de ontslagbrief dat met dit ontslag de grond voor vrijstelling van de leerplicht vervalt, dat de jongere zich bij een onderwijsinstelling moet melden voor het behalen van een startkwalificatie en dat de werkgever dit ontslag meldt aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente.

  • 7.

    Nadat de 16- of 17-jarige is gemeld bij de leerplichtambtenaar als uitgeschreven, controleert de leerplichtambtenaar of de kwalificatieplicht voldoende wordt nageleefd.

Vrijstelling van de inschrijvingsplicht

(uitwerking artikel 5 aanhef en onder a, b en c, alsmede de artikelen 6, 7, 8 en 9 Leerplichtwet)

Artikel 11

  • 1.

    De leerplichtambtenaar neemt namens het college de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 van de Leerplichtwet in ontvangst. Hij deelt de ouders/verzorgers mee op welke termijn zij een bericht zullen ontvangen of ze zich kunnen beroepen op de vrijstelling.

  • 2.

    Indien het vermoeden bestaat dat ouders/verzorgers een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder a van de Leerplichtwet, probeert de leerplichtambtenaar te bewerkstelligen dat de aangewezen deskundige binnen 20 werkdagen de jongere onderzoekt en een schriftelijke verklaring over de geschiktheid van de jongere geeft.

  • 3.

    Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder a van de Leerplichtwet, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders/verzorgers binnen 10 werkdagen na ontvangst van de verklaring van de deskundige.

  • 4.

    Indien de ouders/verzorgers een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b van de wet, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders/verzorgers ten hoogste 20 werkdagen. Als gegronde redenen aanwezig zijn voor een langere termijn, dan deelt de leerplichtambtenaar deze termijn binnen 20 werkdagen aan de ouders/verzorgers mee.

  • 5.

    Indien de ouders/verzorgers een beroep doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b van de Leerplichtwet, dan onderzoekt de leerplichtambtenaar de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij nodigt de ouders/verzorgers uit voor een mondelinge toelichting op het beroep op vrijstelling. Hij onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. Hij gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.

  • 6.

    In het bericht aan de ouders/verzorgers bedoeld in het eerste lid van dit artikel, deelt de leerplichtambtenaar aan de ouders/verzorgers mee of de ontvangen kennisgeving voldoet aan de eisen van de Leerplichtwet. Hij deelt tevens de gevolgen mee die verbonden zijn aan het al dan niet voldoen aan de eisen van Leerplichtwet.

  • 7.

    Indien de kennisgeving niet aan de eisen van de Leerplichtwet voldoet, geeft de leerplichtambtenaar de ouders/verzorgers een redelijke termijn, die doorgaans niet langer is dan 20 werkdagen, om de jongere alsnog in te schrijven op een school of instelling.

  • 8.

    Indien de kennisgeving wel aan de eisen van de Leerplichtwet voldoet, deelt de leerplichtambtenaar aan de ouders/verzorgers mee voor welke periode de vrijstelling geldt en voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen indien zij opnieuw een beroep op een vrijstellingsgrond willen doen.

  • 9.

    Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder c van de Leerplichtwet, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overgelegd, dan deelt de leerplichtambtenaar aan de ouders/verzorgers mee op welke wijze en op welk moment door hen zal moeten worden aangetoond dat de jongere in het buitenland onderwijs heeft genoten.

  • 10.

    De leerplichtambtenaar informeert de Arbeidsinspectie over de vrijstelling van de inschrijvingsplicht als deze betrekking heeft op jongeren van 16 en 17 jaar.

Bepalen of een onderwijsvoorziening een school is in de zin van de Leerplichtwet

(uitwerking artikelen 1a1, tweede lid, en 22, vierde lid Leerplichtwet)

Artikel 12

  • 1.

    Indien ouders/verzorgers aangeven dat zij voldoen aan hun verplichtingen krachtens de Leerplichtwet doordat hun kind gebruik maakt van een niet uit de openbare kas bekostigde of aangewezen onderwijsvoorziening, dan neemt de leerplichtambtenaar, namens het college, contact op met de onderwijsinspectie met het verzoek een onderzoek in te stellen en binnen een in het verzoek aangegeven termijn een advies uit te brengen over de vraag of de onderwijsvoorziening kan worden beschouwd als een school in de zin van de Leerplichtwet.

  • 2.

    Indien een school niet voldoet aan de criteria van de Leerplichtwet en niet langer een school in de zin van de Leerplichtwet is, stelt de leerplichtambtenaar de ouders/verzorgers van de onderwijsvoorziening binnen 7 dagen schriftelijk op de hoogte van het feit dat de onderwijsvoorziening niet langer een school is als bedoeld in de Leerplichtwet, of verzekert hij er zich van de onderwijsvoorziening de ouders/verzorgers daarvan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld.

Aanwijzing deskundige

(uitwerking artikel 7 Leerplichtwet)

Artikel 13

De leerplichtambtenaar maakt namens het college ad hoc afspraken met een arts, pedagoog of psycholoog die een verklaring over de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling geeft.

Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming

Artikel 14

Indien de leerplichtambtenaar een proces-verbaal tegen de ouders/verzorgers en/of de jongere aan de officier van justitie zendt, zendt hij tevens een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming. Dat doet hij niet ingeval van een proces-verbaal betreffende luxe-verzuim.

Melding aan het Bureau Jeugdzorg

Artikel 15

Indien de leerplichtambtenaar bij een onderzoek komt tot het vermoeden van verwaarlozing van de belangen van een jongere, kan hij een rapport van zijn bevindingen naar het Bureau Jeugdzorg sturen met het verzoek om een onderzoek te doen. Hij deelt zijn beslissing om een rapport aan het Bureau Jeugdzorg te zenden schriftelijk mee aan de betrokken ouders/verzorgers. Hij neemt het rapport op in het leerling-dossier.

Melding aan de Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(uitwerking artikel 23 Leerplichtwet en artikel 5 Leerplichtregeling 1995)

Artikel 16

De leerplichtambtenaar draagt al dan niet namens het college zorg voor een goede informatieverstrekking aan het districtshoofd van de Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met betrekking tot:

  • a.

    jongeren voor wie vervangende leerplicht is goedgekeurd op grond van artikel 3b van de Leerplichtwet;

  • b.

    jongeren voor wie vrijstelling van de inschrijfplicht bestaat op grond van artikel 5, onder a of b van de Leerplichtwet, en die 16 jaar of ouder zijn;

  • c.

    jongeren ten aanzien van wie hij bemerkt dat deze in strijd met de voorschriftenarbeid verrichten.

Jaarverslag leerplicht

(uitwerking artikel 25 Leerplichtwet)

Artikel 17

  • 1.

    De leerplichtambtenaar treft voorbereidingen voor de uitvoering van artikel 25 van de Leerplichtwet.

  • 2.

    De leerplichtambtenaar doet namens het college een opgave als bedoeld inartikel 25 lid 2 van de Leerplichtwet.

  • 3.

    De leerplichtambtenaar voert het overleg met de instanties en organisaties wierhandelen (mede) in het voorstel voor het jaarlijkse verslag aan de orde wordtgesteld.

Samenwerking in de regio

(uitwerking artikel 16, lid 4 onder c Leerplichtwet)

Artikel 18

  • 1.

    De leerplichtambtenaar voert ten minste twee maal per jaar overleg met de leerplichtambtenaren van de andere gemeenten in de regio Twente over de uitvoering van de taken krachtens de Leerplichtwet. De leerplichtambtenaar neemt zo nodig het initiatief tot het bijeenroepen van het bedoelde overleg. Hij neemt een samenvatting van hetgeen in het overleg is besproken op in zijn voorstel voor het jaarlijkse verslag over het gevoerde beleid.

  • 2.

    De leerplichtambtenaar draagt bij aan een optimaal toezicht op de naleving van de Leerplichtwet door in het regionale overleg voorstellen in te brengen over onderwerpen waarvoor regionale afspraken bijdragen aan een doelmatige bestrijding van schoolverzuim. Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval:

  • a.

    afspraken over het onderhouden van contacten met scholen en onderwijs- instellingen in de regio;

  • b.

    afspraken over de beleidsregels met betrekking tot de scholen en onderwijsinstellingen in de regio;

  • c.

    afspraken over de adviezen met betrekking tot het beleid dat leerplichtambtenaren uit de regio geven aan de scholen in de regio;

  • d.

    afspraken over de organisatie en inhoud van de contacten met deregionaal werkende instellingen op het gebied van algemeen maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg en de aansluiting tussen onderwijs en arbeid;

  • e.

    afspraken over de organisatie en inhoud van het overleg met het Openbaar Ministerie.

  • 3.

    De leerplichtambtenaar doet in het regionale overleg zo nodig voorstellen over:

    a. de toepassing van artikel 14 van de Leerplichtwet (vrijstellingsgronden);

    b. de richtlijnen op regionaal niveau inzake het verlenen van verlof op grondvan artikel 11 aanhef en onder f en g van de Leerplichtwet (extra vakantieverlof respectievelijk andere gewichtige omstandigheden)

  • c.de wijze waarop contact wordt onderhouden met de officier van justitie inhet kader van de toepassing van artikel 22 van de Leerplichtwet (onderzoek door de leerplichtambtenaar).

  • 4.

    De leerplichtambtenaar pleegt overleg met de leerplichtambtenaar van de woongemeente van een jongere indien de leerplichtambtenaar in zijn contactenmet scholen, instellingen of instanties bemerkt dat sprake kan zijn van eenovertreding van de Leerplichtwet of een bedreiging van de schoolloopbaan van de jongere, die niet is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Haaksbergen.

Samenwerking met diensten en instellingen

(uitwerking artikel 16, lid 4 onder d Leerplichtwet)

Artikel 19

De leerplichtambtenaar werkt samen met een of meer van de instellingen, opgenomen in bijlage 1, zo vaak hij dat nuttig en wenselijk acht. Om inzichtelijk te krijgen of jongeren daadwerkelijk aankomen bij een organisatie en verder worden bemiddeld, vervult de leerplichtambtenaar een regierol. De leerplichtambtenaar controleert of doorverwezen jongeren daadwerkelijk in bemiddeling zijn genomen. Er wordt vastgelegd welke jongeren, waarheen zijn doorverwezen.

Beleidsontwikkeling

Artikel 20

1.De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de ervaringen met de uitvoering

van de leerplichttaken binnen het werkgebied kwantitatief en kwalitatief, op een systematische wijze worden verzameld en zorgt voor de verwerking hiervan in voorstellen voor aanpassingen van het gemeentelijke dan wel regionale beleid.

2.De leerplichtambtenaar blijft goed op de hoogte van de regionale, provinciale en

landelijke ontwikkelingen die voor de uitvoering van leerplichttaken van

belang zijn en zorgt voor de verwerking van die ontwikkelingen in voorstellen voor aanpassingen van het gemeentelijke dan wel regionale beleid.

Inwerkingtreding en bekendmaking

Artikel 21

  • 1. Deze instructie treedt in werking op 1 februari 2013.

  • 2. Het vaststellen van deze instructie wordt bekendgemaakt aan de instellingen die in bijlage 1 worden genoemd.

    Citeertitel

Artikel 22

Deze instructie wordt aangehaald als: Instructie leerplichtambtenaar

Haaksbergen, 15 januari 2013

burgemeester en wethouders

J.J.A. Broekman dr. J.C. Gerritsen

secretaris burgemeester

Bijlage 1. Diensten en instellingen waarmee wordt samengewerkt

De leerplichtambtenaar voert zo vaak als hij dit voor het uitoefenen van zijn taak nodigacht overleg met:

  • ·

    Algemeen Maatschappelijk Werk

  • ·

    Arrondissementsparket Almelo (Openbaar Ministerie)

  • ·

    Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)

  • ·

    Bureau Halt

  • ·

    Bureau Inburgering

  • ·

    Centrum voor Jeugd en Gezin

  • ·

    Centrum voor Werk en Inkomen, zie UWV Werkbedrijf

  • ·

    Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

  • ·

    Ingrado (branchevereniging voorleerplicht)

  • ·

    Inspectie SZW (voormalige Arbeidsinspectie)

  • ·

    Instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (Mediant, Tactus)

  • ·

    Instellingen voor jeugdgezondheidszorg (GGD)

  • ·

    Instellingen voor jeugdhulpverlening (BJZ, SMW)

  • ·

    Jongerenloket

  • ·

    Ketenunit Zorg en Veiligheid gemeente Haaksbergen

  • ·

    Ministerie van Binnenlandse Zaken

  • ·

    Ministerie van Justitie

  • ·

    Ministerie OC&W

  • ·

    Onderwijs aan zieke kinderen

  • ·

    Onderwijsinspectie

  • ·

    Politie Haaksbergen

  • ·

    Provincie

  • ·

    Raad voor de Kinderbescherming

  • ·

    Rechtbank Almelo

  • ·

    Reclassering

  • ·

    Regiogemeenten

  • ·

    Scholen/instellingen voor beroepsonderwijs

  • ·

    Scholen voor primair onderwijs

  • ·

    Scholen voor speciaal onderwijs

  • ·

    Scholen voor voortgezet onderwijs

  • ·

    Sociale verzekeringsbank

  • ·

    Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen / UWV Werkbedrijf