Regeling vervallen per 01-01-2012

Marktverordening 2005 (3.1)

Geldend van 12-08-2005 t/m 31-12-2011

Intitulé

Marktverordening 2005 (3.1)

Onderwerp : Vaststellen Marktverordening 2005

De gemeenteraad van Haaksbergen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

overwegende dat het wenselijk is regels vast te stellen voor een ordelijk verloop van markten

besluit:

vast te stellende

Marktverordening 2005

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Begripsomschrijvingen

Artikel 1.1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt die wordt gehouden op de bij of krachtens artikel 1.2 vastgestelde dag, tijd en plaats;

  • b.

    marktterrein: de gehele oppervlakte of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die door het college is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste standplaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • e.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel is ingenomen;

  • f.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop te bewegen.

  • g.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • h.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • i.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste plaats;

  • j.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste plaats;

  • k.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door  het college;

  • l.

    branche-indeling: de indeling in artikelgroepen en het aantal vastgestelde plaatsen

          per artikelgroep;

  • m.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • n.

    levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk  duurzaam samen tewonen een gemeenschappelijke huishouding voert. Dit moet blijken uit een huwelijksakte als bedoeld in artikel 1:78 van het Burgerlijk Wetboek, een akte van registratie van partnerschap als bedoeld in artikel 1:80a, 5e lid van het Burgerlijk Wetboek of een samenlevingscontract bij notariële akte.

  • o.

    meeloperplaats: marktplaatsen die op een bepaalde dag niet bezet zijn, omdat vastestandplaatshouders zich hebben afgemeld of omdat de plaatsen nog niet vast zijn uitgegeven, waardoor deze kunnen worden uitgegeven aan belangstellende kooplieden die zich als zodanig vóór de openstelling van de markt bij de marktmeester hebben aangemeld.

Inrichting van de markt en branche-indeling

Artikel 1.2

  • 1.

    Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en de indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkerplaats.

  • 2.

    Het college stelt voor de markt vast:

    • a.

      een lijst met artikelgroepen (branches); en

    • b.

      een maximum aantal standplaatsen per branche.

Nadere regels

Artikel 1.3

Het college is bevoegd nadere regels te stellen over het bepaalde in deze verordening.

Voorschriften en beperkingen

Artikel 1.4

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2 Bepalingen over het aanvragen en verlenen van de vergunning

Vergunning voor het innemen van een standplaats

Artikel 2.1

  • 1.

    Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2.

    Het is verboden zonder vergunning van het collegeop het marktterrein kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan.

 

Toewijzing standplaatsen 

Artikel 2.2

  • 1.

    Een standplaats wordt toegewezen als vaste standplaats, dagplaats of standwerkerplaats. Als regel worden standplaatsen als vaste standplaats toegewezen.

  • 2.

    Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover het collegete kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven identiteitsbewijs voorzien van een goedgelijkende foto. Voorts moet hij dit identiteitsbewijs op eerste aanvraag aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.

  • 3.

    Een vrijgekomen vaste standplaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste standplaats is toegewezen.

De vereisten

Artikel 2.3

Voor de toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en de bedrijfsorganisatie.

 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Artikel 2.4

Vergunninghouders van een vaste standplaats worden met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerste een vaste standplaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.

Inschrijving op de wachtlijst

Artikel 2.5

  • 1.

    Het college schrijft de aanvrager om een vaste plaats in op de wachtlijst indien:

    • a.

      de aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 2.3, maar aan hem geenvaste standplaats kan worden toegewezen;

    • b.

      de aanvrager heeft aangegeven dat hij op de wachtlijst wil worden geplaatst;

    • c.

      de aanvrager de leges behorende bij de aanvraag heeft

      voldaan.

  • 2.

    Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam en voorletters, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door het college is ontvangen;

    • c.

      de artikelen (de branche) die de aanvrager wil verhandelen;

    • d.

      de verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3.

    Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 4.

    De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

  • 5.

    De aanvrager die artikelen wil verkopen van branches die niet op de markt vertegenwoordigd zijn, wordt een hogere positie op de wachtlijst toegekend dan degenen die al op de wachtlijst staan ingeschreven en die artikelen willen verkopen die al vertegenwoordigd zijn op de markt.

Doorhaling van inschrijving op de wachtlijst

Artikel 2.6

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari schriftelijk heeft verlengd;

  • b.

    op verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien de ingeschrevene niet meer aan de vereisten van artikel 2.3 voldoet.

 Volgorde van toewijzing vaste plaatsen

Artikel 2.7

Indien voor de toewijzing van een beschikbare plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a.

    de vergunninghouder van een vaste standplaats, die aan het  college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;

  • b.

    degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven in volgorde van de datum van inschrijving op deze lijst;

  • c.

    het toewijzen van aanvragen voor een vaste standplaats is ondergeschikt aan de toewijzing van een standplaats volgens de branche-indeling.

 Overschrijving vergunning

Artikel 2.8

  • 1.

    In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste standplaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgeno(o)t(e), de geregistreerde partner of levenspartner van de vergunninghouder.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het bepaalde in het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder de vergunning voor de vaste standplaats krijgen indien hij/zij tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 3.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld;

  • 4.

    Het college is bevoegd om de vergunning voor een standplaats op de betreffende markt over te schrijven op een medewerker of een mede-eigenaar onder de volgende voorwaarden;

    • a.

      de medewerker dient minimaal drie jaar onafgebroken op de markt in Haaksbergen in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder te hebben gewerkt. Een mede-eigenaar (aantoonbaar samenwerkingsverband als vennoot of aandeelhouder) dient gedurende eenzelfde periode in het bedrijf te hebben gefunctioneerd;

    • b.

      bij notariële akte dient te worden aangetoond dat de onderneming in eigendom van de medewerker is overgegaan en dat de marktplaats geen economische factor in de overname is;

    • c.

      de werknemer of de mede-eigenaar dient ingeschreven te zijn op de wachtlijst.

  • 5.

    Voor de overschrijving van de vergunning komt als eerste in aanmerking de echtgenoot of levenspartner, vervolgens een kind en tot slot een medewerker of mede-eigenaar.

  • 6.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Intrekking vaste standplaatsvergunning

Artikel 2.9

  • 1.

    Het college trekt een vastestandplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 2.8 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het college kan een vastestandplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 2.3 genoemde vereisten.

  • 3.

    Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 2.8 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstegenoemde vergunning ingetrokken.

Toewijzing dagplaats

Artikel 2.10

  • 1.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

  • 2.

    Indien zich voor de opening van de markt meer gegadigden voor een dagplaats melden wordt om 8.00 uur involgorde van aanmelding de plaatsen door de marktmeester toegewezen.

  • 3.

    Een meelopersplaats wordt toegekend volgens de branche indeling.

Toewijzing standwerkerplaats

Artikel 2.11

  • 1.

    Het college wijst een standwerkerplaats toe door middel van loting.

  • 2.

    Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkerplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 3.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt deze dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem/haar zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 4.

    De loting vindt om 8.30 op telkens dezelfde plek plaats.

  • 5.

    Voordat de standwerker zijn plaats inneemt neemt de marktmeester kennis van zijn/haar inschrijvingin het register van de Kamer van Koophandel en de kaart van het Centraal Registratie Kantoor.

  • 6.

    Het is uitsluitend op daartoe aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker op te treden.

  • 7.

    Een standwerkerplaats heeft een lengte van maximaal drie meter.

  • 8.

    Per artikelgroep wordt maximaal één lotingsplaats toegewezen.

    Indien op de markt een branche-indeling geldt, wordt voor de artikelen waarop deze branche-indeling van toepassing is slechts eenmaal per 4 weken een lotingsplaats toegewezen.

Hoofdstuk 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Persoonlijk innemen van de standplaats

Artikel 3.1

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3.

    Een standwerker mag zich alleen doen bijstaan door degene die hij overeenkomstig artikel 2.11, derde lid, bij de marktmeester heeft aangemeld.

Aantal keren innemen van de standplaats

Artikel 3.2

De vergunninghouder van een vaste plaats neemt tenminste eenmaal per twee weken en tenminste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3.3 en 3.4.

Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

Artikel 3.3

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste plaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondelijk of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

  • 3.

    In geval ziekte of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting als bedoeld in artikel 3.2.

  • 4.

    Het college verleend de ontheffing als bedoeld in artikel 3.3,  lid 4, voor een termijn van maximaal dertien weken.

  • 5.

    De ontheffing kan op aanvraag worden verlengd met telkens een termijn van maximaal dertien weken, tot een totale termijn van maximaal twee jaar.

  • 6.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Legitimatie en identiteit van de vergunninghouder

Artikel 3.4

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst inte nemen, dient op een eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2.

    De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aan te geven.

 Bijzondere omstandigheden

Artikel 3.5

Het college is bevoegd, in door het college nader te bepalen bijzondere omstandigheden een vaste standplaats, een dagplaats en een standwerkersplaats tijdelijk op een andere plek op de markt aan te wijzen. Het college stelt hiervoor beleidsregels vast.

Hoofdstuk 4 Overige maatregelen van orde

Tijdstip innemen standplaats en aan- en afvoer goederen

Artikel 4.1

  • 1.

    Het is vergunninghouders verboden op het marktterrein meer dan drie uur voor aanvang van de markt waren en goederen aan te voeren. De aanvoer moet zijn beëindigd om 8.30 uur, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van het college. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten verwijderd zijn uiterlijk drie uur na sluitingstijd van de markt.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot 12.30 uur te blijven innemen. Het college kanin bijzondere gevallen, te zijner beoordeling, van deze bepaling ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het is verboden rij- en voertuigen, waarmede goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die door het college is aangewezen.

  • 4.

    Indien de vergunninghouder van een vaste plaats niet uiterlijk een half uur voor de openingstijd van de markt, als bedoeld in het eerste lid 1, deze heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt. Vergunninghouders van dagplaatsen moeten aan deze verplichting een half uur na openingstijd van de markt hebben voldaan.

  • 5.

    Het bepaalde in het vierde lid, is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester voor dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Ordeverplichtingen

Artikel 4.2

Het is de standplaatshouder verboden:

  • a.

    zich, behoudens ontheffing van het collegelanger dan 15 minuten van zijn/haar standplaats te verwijderen; gedurende deze tijd mag hij/zij de standplaats niet onbeheerd achterlaten;

  • b.

    op het maktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.

  • c.

    meer ruimte in te nemen dan is toegewezen;

  • d.

    de opstal op zijn/haar standplaats tijdens de markt af te breken dan wel te verplaatsen;

  • e.

    de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

  • f.

    zich, behoudens ontheffing van het college, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden,verkopen of afleveren van goederen of waren;

  • g.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor vergunning is verleend.

Aanbod van artikelen

Artikel 4.3

  • 1. Het is verboden artikelen, die niet krachtens deze Marktverordening op de markt mogen worden verhandeld, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ter verkoop aan te bieden of te verkopen.

  • 2. Het is verboden:

  • a. Geneesmiddelen ter verkoop aan te bieden en te verkopen;

  • b. Goederen als geneesmiddel in de zin van de Wet op de Geneesmiddelenvoorzieningen aan te prijzen en/of te verkopen;

  • c. Goederen door middel van loten aan het publiek aan te bieden;

  • d. Artikelen van pornografische aard te verkopen of ten toon te spreiden;

  • 3. Het verbod, gesteld in het eerste lid van dit artikelgeldt niet voor het openbaren van gedachten of gevoelens als bedoeld in artikel 7, leden 1 en 3, van de Grondwet, tenzij dit openbaar maken geschiedt op een wijze waardoor de openbare orde verstoord wordt of dreigt te worden of die in strijd is met de openbare zedelijkheid.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Strafbepaling

Artikel 5.1

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien gestraft worden met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak.

Intrekking en schorsing vastestandplaatsvergunning

Artikel 5.2

Onverminderd artikel 2.9 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghoiuder of een persoon die hem bijstaat:

  • 1.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • 2.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

  • 3.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Artikel 5.3

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, gelegen binnen een periode van twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats;

  • d.

    niet of niet  tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

  • e.

    het marktpersoneel belemmert in de uitoefening van zijn taak dan wel de door het marktpersoneel  gegeven aanwijzingen niet naleeft.

Onmiddellijke verwijdering

Artikel 5.4

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet en afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college, indien het dit noodzakelijk acht, een verguninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats.

Toezichthouders

Artikel 5.5

Met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Inwerkingtreding, intrekking oude verordening en overgangsbepalingen

Artikel 5.6

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

  • 2.

    Op het moment dat deze verordening in werking treedt, wordt de op 27 september 1989 vastgestelde Marktverordening ingetrokken.

  • 3.

    Vergunningen en ontheffingen die zijn verleend op grond van de in het tweede lid bedoelde verordening blijven gelden totdat de termijn waarvoor zij zijn verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 4.

    Voorschriften en beperkingen die zijn opgelegd op grond van de in het tweede lid bedoelde verordening blijven gelden totdat de termijn waarvoor zij zijn opgelegd is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 5.

    Vergunningen en ontheffingen als bedoeld in het derde lid en voorschriften en beperkingen als bedoeld in het vierde lid worden geacht vergunningen, ontheffingen, beperkingen en voorschriften in de zin van deze verordening te zijn. 

  • 6.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de op 27 september 1989 vastgestelde Martkverordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

 Citeertitel

Artikel 5.7

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening 2005.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van      
mr. G. Raaben                         drs. K.B. Loohuis
griffier                                                     voorzitter

Toelichting

Algemene toelichting op de Marktverordening 2005 (pdf | 80 kB)