Regeling vervallen per 01-03-2018

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten (6.1)

Geldend van 05-10-2001 t/m 28-02-2018

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten (6.1)

Nummer:

Onderwerp: Subsidieverordening gemeentelijke monumenten

De Gemeenteraad van Haaksbergen:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 september 2001;

gehoord de commissies VOP en APF op respectievelijk 3 september 2001 en 6 september 2001;

gelet op de bepalingen van de Monumentenverordening, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

overwegende dat het wenslijk is een verordening vast te stellen voor het verstrekken van subsidie voor gemeentelijke monumenten

besluit:

vast te stellen de

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten

Hoofdstuk 1

Toepassingsgebied

Artikel 1.1

Deze subsidieverordening is van toepassing op de subsidiëring, door het gemeentebestuur op het terrein van de gemeentelijke monumentenzorg.

Volumebesluit

Artikel 1.2

De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit waarin wordt aangegeven welk bedrag voor een bepaald jaar beschikbaar wordt gesteld in het belang van de gemeentelijke monumenten aan natuurlijke of rechtspersonen.

Beperking werkingssfeer

Artikel 1.3

De gemeenteraad kan de werking van deze verordening of onderdelen daarvan naar tijd en plaats beperken.

Toekenning van subsidie

Artikel 1.4

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van de gemeentelijke monumenten en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een subsidie toe te kennen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op grond van het eerste lid rekening met andere bijdragen die op grond van deze verordening of enige andere regeling zijn of kunnen worden toegekend.

Toetsingscriteria voor toekenning

Artikel 1.5

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen slechts een subsidie toekennen voorzover de reservering voor de restauratie van gemeentelijke monumenten toereikend is.

  • 2.

    Aanvragen om een subsidie, die in verband met het bepaalde in het eerste lid niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en wethouders afgewezen.

  • 3.

    De indiener van een aanvraag als bedoeld in het tweede lid is bevoegd een dergelijke aanvraag in een volgend jaar opnieuw in te dienen.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid zijn burgemeester en wethouders bevoegd om aan aanvragen als bedoeld in het derde lid extra prioriteit toe te kennen.

  • 5.

    In geval van verstrekken van onjuiste gegevens die van invloed zijn geweest op toekennen van de subsidie zijn burgemeester en wethouders gerechtigd tot terugvordering van de bijdrage.

Bevoegdheid B en W-afwijking

Artikel 1.6

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien naar hun oordeel strikte toepassing van deze verordening tot een onaanvaardbare beslissing zou leiden, in het belang van de gemeentelijke monumentenzorg. Burgemeester en wethouders zullen hiertoe niet overgaan dan nadat de functionele raadscommissies zijn gehoord.

Hoofdstuk 2

Definities

Artikel 2.1

  • 1.

    In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    • a.

      gemeentelijke monumenten:

      panden/elementen/bomen die zijn opgenomen in de monumentenlijst zoals

      bedoeld in de Monumentenverordening;

    • b.

      de Monumentencommissie:

de Monumentencommissie zoals genoemd in de Monumentenverordening.

  • 2.

    In dit hoofdstuk wordt onder eigenaar mede verstaan:

    • a.

      degene die het recht van erfpacht heeft;

    • b.

      de houder van een recht van opstal;

    • c.

      de toekomstige eigenaar, erfpachter of houder van een recht van opstal.

Toekenning subsidie

Artikel 2.2

  • 1.

    Aan de eigenaar van een gemeentelijke monument kan een subsidie worden toegekend uit de reservering voor de restauratie van gemeentelijke monumenten, waarvoor de gemeenteraad jaarlijks een budget ter beschikking stelt of heeft gesteld, voor casco-verbeteringen, alsmede voor voorzieningen ter behoud, herstel, reconstructie of verbetering van kenmerkende, historische, waardevolle en andere elementen.

  • 2.

    De subsidie-ineens voor voorzieningen als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 50% van de aanvaarde werkelijke kosten. De maximale totale bijdrage-ineens bedraagt € 7.500,-- ( 16.527,83).

  • 3.

    Voordat burgemeester en wethouders een subsidie conform dit

    artikel toekennen, brengt de monumentencommissie advies uit.

Aanvullende toetsingscriteria

Artikel 2.3

Bij hun beslissing op aanvragen om subsidie-ineens ingevolge artikel 2.2 houden burgemeester en wethouders in elk geval rekening met:

  • a.

    het advies van de monumentencommissie;

  • b.

    de prioriteit die het treffen van de voorzieningen heeft, rekening houdende met mogelijke vervolgschade bij het nalaten van het herstel en/of de datum van binnenkomst;

  • c.

    de waarde van het pand, bouwwerk, geen gebouw zijnde, of werk zijnde monument;

  • d.

    de bouwtechnische en uiterlijke staat van het pand, bouwwerk, geen gebouw zijnde, of werk, mede in relatie tot zijn omgeving;

  • e.

    het huidige en toekomstige gebruik van het pand;

  • f.

    de wijze van exploitatie van het pand;

  • g.

    de mate waarin de aard van de werkzaamheden, verbonden aan het treffen van de voorzieningen, worden verricht door de eigenaar, anders dan in de uitoefening van zijn bedrijf, al dan niet met hulp van anderen, zonder dat bij de hulp sprake is van uitoefening van hun bedrijf.

Beperking van toekenning

Artikel 2.4

  • 1.

    De subsidie-ineens ingevolge artikel 2.2, wordt slechts toegekend wanneer het pand, indien van een ingrijpende verbetering sprake is, na het treffen van de voorzieningen, in zijn geheel beschouwd, zal voldoen aan de eisen die volgens wettelijke voorschriften aan het pand moeten worden gesteld.

  • 2.

    De subsidie-ineens ingevolge artikel 2.2 wordt slechts toegekend wanneer het pand, bouwwerk, geen gebouw zijnde, of werk na het treffen van de voorzieningen uit oogpunt van monumentenzorg aan redelijke eisen voldoet, danwel de karakteristiek van het pand, bouwwerk geen gebouw zijnde of werk niet wordt aangetast.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid kan een subsidie-ineens worden toegekend voor het treffen van voorzieningen tot gedeeltelijke opheffing van bouwtechnische gebreken, indien het een beschermd monument betreft en de voorzieningen in het belang van de instandhouding met spoed dienen te worden getroffen.

  • 4.

    Indien de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd, wordt de subsidie-ineens berekend over de werkelijke aanvaarde verbeteringskosten, waarbij over het aandeel van de zelfwerkzaamheid geen subsidie berekend wordt.

Niet-toekenning

Artikel 2.5

De subsidie-ineens wordt niet toegekend indien:

  • a.

    de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in een redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat;

  • b.

    met de werkzaamheden een aanvang is gemaakt, voordat door burgemeester en wethouders is beschikt op de aanvraag;

  • c.

    de kosten van de voorziening minder bedragen dan € 500,-- ( 1.101,86);

  • d.

    het pand waaraan de voorzieningen worden getroffen bestemd is om binnen een periode van 10 jaar te worden afgebroken.

Voorwaarden bij toekenning

Artikel 2.6

  • 1.

    De subsidie-ineens wordt toegekend onder de voorwaarde dat:

    • a.

      binnen een half jaar na toekenning van de subsidie-ineens met het treffen van de voorzieningen een aanvang wordt gemaakt;

    • b.

      de voorzieningen zijn getroffen binnen twee jaren na de toekenning;

    • c.

      aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

      • -

        toegang wordt verleend tot de gebouwde onroerende zaak;

      • -

        inzage wordt verleend van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;

      • -

        gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;

    • d.

      vóór en tijdens de werkzaamheden gelegenheid wordt gegeven voor het doen van cultuurhistorisch en/of archeologisch onderzoek;

    • e.

      de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening worden verstrekt;

    • f.

      het met subsidie verbeterde onderdeel na het treffen van de voorzieningen gedurende 10 jaar wordt onderhouden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen afwijking van de in het eerste lid, onder a en b genoemde termijnen toestaan.

Subsidiabele kosten

Artikel 2.7

Onder de in artikel 2.2 bedoelde kosten van de voorzieningen worden in elk geval begrepen de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van voorzieningen op basis van een sobere en doelmatige uitvoering, opgebouwd uit:

  • a.

    de aanneemsom;

  • b.

    de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;

  • c.

    het honorarium van de architect en de constructeur de kosten van het dagelijks toezicht en de aanbestedingskosten;

  • d.

    de leges voor de bouwvergunning en voor enige andere vergunning die nodig is voor het treffen van de voorzieningen;

  • e.

    de verschuldigde omzetbelasting, voor zover deze door de eigenaar als voorbelasting niet in mindering kan worden gebracht.

Wijze van aanvraag

Artikel 2.8

  • 1.

    De aanvraag om toekenning van een subsidie-ineens wordt bij burgemeester en wethouders ingediend voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

  • 2.

    De aanvraag dient te bevatten:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • b.

      een werkomschrijving;

    • c.

      tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de te maken toestand van het pand, bouwwerk geen gebouw zijnde of werk (schaal 1:1000);

    • d.

      de naam en het adres van de aannemer(s) en eventuele architect.

Besluit toekenning

Artikel 2.9

Burgemeester en wethouders beslissen over het al dan niet toekennen van een subsidie bedoeld in artikel 2.2 vóór 1 april volgend op de 1 oktober waarop de aanvraag voor de subsidie moet zijn ingediend.

Uitbetaling

Artikel 2.10

  • 1. Uitbetaling van een op grond van dit hoofdstuk toegekende subsidie-ineens vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gereedgemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende rekeningen en betalingsbewijzen;

    • b.

      de onder a. bedoelde werkzaamheden door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2. Uitbetaling geschiedt uitsluitend op een bij de gereedmelding door de aanvrager op te geven giro- of bankrekening.

Hoofdstuk 3

Slotbepalingen

Artikel 3.1

Deze verordening kan worden aangehaald als: Subsidieverordening gemeentelijke monumenten.

Artikel 3.2

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag nadat zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    Op het moment dat deze verordening in werking treedt, vervallen de door de raad op 31 augustus 1994 vastgestelde Subsidieverordening Stads- en Dorpsvernieuwing Haaksbergen en de daarvoor vastgestelde Subsidieverordeningen over stads- en dorpsvernieuwing.

Ondertekening

Haaksbergen, 26 september 2001
De Raad voornoemd,
Burgemeester en wethouders van Haaksbergen,
de secretaris, de burgemeester,
L.J.J.M. Franken drs. T.J. Schouten
(Eerste wijziging van de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten is vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2005 en is inwerkinggetreden op 1 januari 2005)
Samensteller: G. Kok

Toelichting bij Subsidieverordening gemeentelijke monumenten

Vóór 1 oktober moet een aanvraag met betrekking tot een monument zijn ingediend. In de periode tussen 1 oktober en 1 januari geeft de monumentencommissie advies aan burgemeester en wethouders over de gevraagde subsidies.

Bij het subsidiëren van cascoverbeteringen voor monumenten kan onderstaand globaal overzicht als leidraad dienen:

  • 1.

    Fundering: - vervanging van verzakte fundering

    • -

      verzwaren van bestaande fundering

  • 2.

    Gevels: - vervanging/herstel van (half)steens metselwerk

    • -

      vervanging/herstel van verrotte kozijnen inclusief puivulling

    • -

      vervanging/herstel van verrotte ramen

    • -

      vervanging/herstel van verrotte buitendeuren

    • -

      repareren van gescheurd metselwerk

  • 3.

    Vloeren: - vervanging/herstel van verrotte doorgezakte houten balklaag

    • -

      vervanging/herstel van houten vloeronderdelen

  • 4.

    Daken: - vervanging platdakbebalking en aanbrengen bebording

    • -

      onbeschoten kap voorzien van dakplaten of gelijkwaardig

    • -

      vervanging gordingen, sporen, spanten, muurplaat

    • -

      vervanging gootconstructie

    • -

      vervanging boeien, kantplanken, windveren

Bij het subsidiëren van voorzieningen ter behoud, herstel, reconstructie of verbetering van kenmerkende, historische, waardevolle elementen kan onderstaand globaal overzicht als leidraad dienen:

  • 1.

    Reconstructie van vrijwel vergane historische onderdelen.

  • 2.

    Vervangen van storende details.

  • 3.

    Completering van een geschonden element.

  • 4.

    Herstel van betimmering, decoraties, gevelbekroningen, plafonds, schoorstenen, stoepen, trappen, stucwerk, tegels, interieurs, beglazing, glas-in-lood, hekwerken en hekpijlers, voor zover van monumentale waarde.

Bij het subsidiëren ter behoud van monumentale bomen kan onderstaand globaal overzicht als leidraad dienen:

  • 1.

    Onderzoeks/advieskosten boomchirurg;

  • 2.

    Voeding

  • 3.

    Deskundige snoei.