Regeling Individueel Keuzebudget Haaksbergen (11.3a)

Geldend van 17-11-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2017

Intitulé

Regeling Individueel Keuzebudget Haaksbergen (11.3a)

Samenvatting

Deze regeling bevat de lokale regels over het toepassen van het individueel keuzebudget waarin onder meer is opgenomen bronnen, doelen, individueel werkkostenbudget, uitruilen en uitvoering van het individueel keuzebudget.

Burgemeester en wethouders van Haaksbergen;

Wettelijke basis:

bepalingen van CAR-UWO (artikelen 3:28, zesde lid, 3:29, tweede lid en 3:36, vierde lid), Gemeentewet (artikel 160) en de Algemene wet bestuursrecht.

Besluiten:

Vast te stellen de Regeling Individueel Keuzebudget

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    werkgever: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaksbergen;

  • b.

    medewerker: de medewerker bedoeld in artikel 1:1, lid 1, onderdeel a CAR-UWO;

  • c.

    bronnen: arbeidsvoorwaarden waarmee de doelen gefinancierd worden;

  • d.

    doelen: arbeidsvoorwaarden die de medewerker onbelast terugontvangt;

  • e.

    standplaats: plaats van tewerkstelling;

  • f.

    IKB: het individueel keuzebudget zoals gedefinieerd in artikel 3:27, lid 3 CAR-UWO;

  • g.

    Decemberbijdrage ter hoogte van 0,2% loonruimte: het bedrag van de jaarlijks begrote en beschikbaar gestelde loonsom van ambtenaren in dienst bij de gemeente Haaksbergen, welke naar rato van de aanstellingsomvang verdeeld wordt over het aantal medewerkers die in dienst zijn bij de gemeente Haaksbergen op 1 november van het betaaljaar.

Artikel 2 Doelen

In aanvulling op artikel 3:29, lid 1 CAR-UWO kan de medewerker bronnen, als bedoeld in artikel 3, uitruilen voor de volgende doelen:

  • a.

    reiskosten woon-werkverkeer, zoals bedoeld in artikel 4;

  • b.

    storting ten behoeve van extra pensioensopbouw bij het ABP, zoals bedoeld in artikel 5;

  • c.

    individueel werkkostenbudget, zoals bedoeld in artikel 6;

  • d.

    vakbondscontributie, zoals bedoeld in artikel 7.

Artikel 3 Bronnen

In aanvulling op artikel 3:28 CAR-UWO gelden als bronnen voor het IKB:

  • a.

    het salaris, zoals gedefinieerd in artikel 3:3 CAR-UWO, waarbij de uitruil niet mag leiden tot een salaris lager dan het minimumloon;

  • b.

    individueel werkkostenbudget, zoals bedoeld in artikel 6.

Artikel 4 Reiskosten woon-werkverkeer

  • 1.

    Bronnen kunnen door de medewerker worden uitgeruild voor een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer (met eigen auto, motor, (brom)fiets of lopend) per kilometer á € 0,19.

  • 2.

    De reisafstand woon-werkverkeer wordt berekend tussen het adres van de standplaats en het woonadres volgens een algemeen gebruikelijke routeplanner(ANWB routeplanner), volgens de snelste route en met een maximum van 75 kilometer voor een enkele reis.

  • 3.

    De uitruil wordt berekend over maximaal 214 reisdagen per jaar bij een werkweek van 5 dagen.

  • 4.

    Bij afwezigheid van de medewerker langer dan 6 weken wordt de termijn beperkt waarover uitgeruild kan worden.

Artikel 5 Extra pensioensopbouw

  • 1.

    Bronnen kunnen door de medewerker worden uitgeruild voor een aanvulling op het ABP Extra Pensioen, conform het geldend ABP-reglement.

  • 2.

    De aanvulling voor ABP Extra-Pensioen bedraagt maximaal de fiscale ruimte voor pensioensopbouw, blijkend uit een bij de aanvraag gevoegde berekening van het ABP.

Artikel 6 Individueel werkkostenbudget

  • 1.

    Individueel werkkostenbudget is opgebouwd uit:

    • a.

      het vaste gedeelte van het salaris van de maand december waarover de medewerker fiscaal voordeel geniet. Het vaste gedeelte van het salaris geldt naar rato voor het aantal uren aanstelling (fte);

    • b.

      het variabele gedeelte van het salaris van de maand december waarover de medewerker fiscaal voordeel geniet. Het variabele gedeelte van het salaris geldt naar rato voor het aantal uren aanstelling (fte).

  • 2.

    De hoogte van het bedrag van het vaste gedeelte van het salaris van de maand december waarover de medewerker fiscale voordeel geniet wordt als volgt berekend: aantal fte * garantiebedrag dat is afgesproken met het Georganiseerd Overleg minus totaal uitgekeerde decemberbijdrage ter hoogte van 0,2 % loonruimte, minus de totaal uitgekeerde vakbondscontributie en het totaal uitgekeerde bedrag uitruil fiets, met dien verstande dat het bedrag uitruil fiets alleen in 2017 van toepassing is, dit totaalbedrag wordt vervolgens gedeeld door het aantal fte. Doordat de bedragen voor de decemberbijdrage (0,2 % loonruimte), de vakbondscontributie en de fiets per jaar verschillend kunnen zijn, kan het bedrag waarover de individuele medewerker fiscaal voordeel geniet per jaar en per medewerker verschillend zijn. Gegarandeerd wordt dat het totale fiscale voordeel voor medewerkers met een dienstverband conform de afgesproken bedragen met het Georganiseerd Overleg zijn.

  • 3.

    De hoogte van het bedrag van het variabele gedeelte van het salaris van de maand december waarover de medewerker fiscale voordeel geniet wordt jaarlijks door het college aan de hand van de ingeschatte beschikbare vrije ruimte in oktober vastgesteld.

  • 4.

    Het individueel werkkostenbudget kan door de medewerker worden uitgeruild tegen een fiscaal voordeel.

  • 5.

    De uitruil vindt plaats met de beloning in de maand december van ieder kalenderjaar.

  • 6.

    De uitruil wordt door de salarisadministratie automatisch uitgevoerd tenzij de medewerker geen gebruik wenst te maken van deze automatische verwerking en hij dit voor 1 november via het daarvoor aangewezen systeem bekend heeft gemaakt.

  • 7.

    Deze bijdrage is geen onderdeel van de pensioensgrondslag.

Artikel 7 Decemberbijdrage ter hoogte van 0,2% loonruimte

  • 1.

    Uitsluitend de medewerker die op 1 november van het betaaljaar in dienst is van de gemeente Haaksbergen komt in aanmerking voor betaling van de decemberbijdrage ter hoogte van 0,2 % van de loonruimte.

  • 2.

    Uitbetaling vindt, netto, plaats bij de salarisbetaling van december van het betaaljaar.

Artikel 8 Vakbondscontributie

  • 1.

    De medewerker kan op vertoon van een bewijs van lidmaatschap en bewijs van betaling van de vakbondscontributie voor dit bedrag gebruik maken van uitruil.

  • 2.

    De medewerker geeft jaarlijks voor 1 november in het daarvoor bedoelde systeem aan dat hij gebruik wil maken van deze uitruil.

Artikel 9 Uitvoering

  • 1.

    De medewerker die bronnen wil uitruilen moet dit vóór de 1e van de maand waarin uitruil plaatsvindt via het daarvoor aangewezen systeem met vermelding van het doel aangeven.

  • 2.

    De salarisadministratie verwerkt keuzes uitsluitend in nog komende salarisbetalingen. Correcties met terugwerkende kracht vinden niet plaats.

  • 3.

    Verwerkte keuzes in de salarisadministratie, kunnen door de medewerker niet worden herzien.

Artikel 10 Eindheffingsbestanddeel

Als eindheffingsbestanddeel, als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964, wordt de vergoeding individueel werkkostenbudget als bedoeld in artikel 6 van deze regeling aangewezen.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 17 november 2017 en werkt terug tot 1 april 2017.

  • 2.

    Op het moment dat deze regeling in werking treedt, wordt de Regeling Individueel Keuzebudget, vastgesteld bij besluit van 21 maart 2017 ingetrokken.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling word aangehaald als: Regeling Individueel Keuzebudget.

Haaksbergen, 31 oktober 2017

M.E. Kragting

secretaris

G.J. Kok MDR

burgemeester

Ondertekening