Regeling vervallen per 01-01-2023

Nadere regels projectsubsidie en subsidie overige activiteiten Haaksbergen (9.48b1)

Geldend van 17-08-2018 t/m 31-12-2022

Intitulé

Nadere regels projectsubsidie en subsidie overige activiteiten Haaksbergen (9.48b1)

Samenvatting

Deze nadere regels geven aan onder welke voorwaarden het college projectsubsidie verstrekt en subsidie verstrekt voor overige activiteiten.

Burgemeester en wethouders van Haaksbergen;

Wettelijke basis:

bepalingen van Algemene subsidieverordening (artikelen 3 en 4) en de Algemene wet bestuursrecht.

Besluiten:

Vast te stellen de Nadere regels projectsubsidie en subsidie overige activiteiten

Hoofdstuk 1 Projectsubsidie

Artikel 1 Doelgroep projectsubsidie

Een projectsubsidie wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen met activiteiten op de volgende terreinen:

  • a.

    kunst en cultuur;

  • b.

    kinder-, jeugd- en jongerenwerk;

  • c.

    educatie;

  • d.

    ouderen;

  • e.

    gezondheidszorg;

  • f.

    kunstzinnige vorming;

  • g.

    bibliotheekwerk;

  • h.

    sport;

  • i.

    recreatie en toerisme;

  • j.

    internationale contacten;

  • k.

    volkshuisvesting en ruimtelijke ordening;

  • l.

    verkeer en vervoer;

  • m.

    economische zaken;

  • n.

    openbare orde en veiligheid;

  • o.

    media.

Artikel 2 Subsidieverlening projectsubsidie

  • 1.

    Het college verleent een projectsubsidie voor de in artikel 1 genoemde terreinen, slechts indien het project:

    • a.

      experimenteel, origineel en vernieuwend van karakter is;

    • b.

      een meerwaarde heeft voor de gemeente Haaksbergen;

    • c.

      een aanvulling of uitbreiding vormt op het reguliere aanbod van activiteiten;

    • d.

      breed toegankelijk is;

    • e.

      binnen de gemeente Haaksbergen wordt uitgevoerd met uitzondering van projecten op het terrein van internationale contacten.

  • 2.

    Een projectsubsidie heeft het karakter van een deelbijdrage van ten hoogste 50% van de kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de activiteit(en) met een maximum van € 5.000,00 en wordt afgestemd op de financiële bijdrage van derden aan het project.

Artikel 3 Subsidieplafond projectsubsidie

  • 1.

    Het subsidieplafond voor de projectsubsidie bedraagt € 10.000,00.

  • 2.

    Voor de verdeling van het subsidieplafond geldt dat een instelling die als eerste een subsidieaanvraag voor een project indient, als eerste voor subsidie in aanmerking komt, mits zij voldoet aan de Algemene subsidieverordening en deze nadere regels

  • 3.

    Wanneer op een zelfde tijdstip van meerdere instellingen aanvragen voor een projectsubsidie worden ontvangen en deze voldoen aan de Algemene subsidieverordening en deze nadere regels, dan is als daarmee het subsidieplafond is bereikt, het volgende van toepassing:

    • a.

      de subsidie wordt verleend aan de instelling die in de voorafgaande kalenderjaren geen projectsubsidie heeft ontvangen;

    • b.

      wanneer de aanvragen afkomstig zijn van meerdere instellingen die in voorafgaande kalenderjaren geen projectsubsidie hebben ontvangen, dan wordt de subsidie verleend na een loting;

    • c.

      wanneer de aanvragen afkomstig zijn van meerdere instellingen die in voorafgaande jaren wel projectsubsidie hebben ontvangen, dan wordt de projectsubsidie verleend na een loting.

  • 4.

    Aanvragen die binnenkomen op het moment dat het subsidieplafond is bereikt, wijst het college af.

Artikel 3a Projectsubsidie voor de aanleg van een multibeachcourt

  • 1.

    Het college verleent in 2018 één projectsubsidie voor de aanleg van een multibeachcourt in Haaksbergen, mits het project voldoet aan de voorwaarden die genoemd zijn in artikel 2, eerste lid, van deze nadere regels.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde projectsubsidie heeft het karakter van een deelbijdrage van ten hoogste 50% van de kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de activiteit(en) met een maximum van € 50.000,00 en wordt afgestemd op de financiële bijdrage van derden aan het project.

  • 3.

    Artikel 3, tweede, derde en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3b Projectsubidie voor de aanleg van een kunstgrasveld

  • 1.

    Het college verleent in 2018 één projectsubsidie voor de aanleg van een kunstgrasveld in Haaksbergen, mits het project voldoet aan de voorwaarden die genoemd zijn in artikel 2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van deze nadere regels.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde projectsubsidie heeft het karakter van een deelbijdrage van ten hoogste 50% van de kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de activiteit(en) met een maximum van € 50.000,00 en wordt afgestemd op de financiële bijdrage van derden aan het project.

  • 3.

    Artikel 3, tweede, derde en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Subsidie overige activiteiten

Artikel 4 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt onder overige activiteiten verstaan: alle activiteiten die niet vallen onder de Nadere regels subsidie jeugd, Nadere regels subsidie sport, Nadere regels subsidie amateurkunst, Nadere regels subsidie leefbaarheid, gezondheid en maatschappelijke ondersteuning en Nadere regels budgetsubsidies.

Artikel 5 Subsidievoorwaarden waarderingssubsidie

  • 1.

    Het college verstrekt een waarderingssubsidie aan de instellingen die de volgende activiteiten uitvoeren:

    • a.

      natuureducatie;

    • b.

      natuurbeheer;

    • c.

      klussendienst;

    • d.

      armoedebestrijding;

    • e.

      recreatie en toerisme en

    • f.

      verkeer en vervoer.

  • 2.

    Het college verstrekt de in het eerste lid bedoelde waarderingssubsidie, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      de instelling, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, verzorgt minimaal vier keer jaar bijeenkomsten op gebied van natuureducatie;

    • b.

      de instelling, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, exploiteert een schaapskudde en organiseert één keer jaar een schaapsscheerdersfeest;

    • c.

      de instelling, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, verzorgt een klussendienst binnen de gemeente Haaksbergen, die voornamelijk klussen uitvoert voor Haaksbergse mensen met een inkomen op minimum niveau;

    • d.

      de instelling, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, exploiteert een voedselbank in Haaksbergen;

    • e.

      de instelling, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, draagt bij aan het instandhouden van de molens in de gemeente Haaksbergen

    • f.

      de instelling, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, draagt bij aan het instandhouden van de buurtbus Buurse, of;

    • g.

      de instelling, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, zorgt voor het aanleggen en onderhouden van fietspaden in de gemeente Haaksbergen.

Artikel 6 Hoogte waarderingssubsidie

  • 1.

    De waarderingssubsidie voor de activiteit zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, bedraagt maximaal: € 1.100,00 per subsidieperiode van één jaar. Het college verstrekt per jaar aan maximaal één instelling deze waarderingssubsidie.

  • 2.

    De waarderingssubsidie voor de activiteit zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, bedraagt maximaal: € 8.450,00 per subsidieperiode van één jaar. Het college verstrekt per jaar aan maximaal één instelling deze waarderingssubsidie.

  • 3.

    De waarderingssubsidie voor de activiteit zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel c, bedraagt maximaal: € 1.760,00 per subsidieperiode van één jaar. Het college verstrekt per jaar aan maximaal één instelling deze waarderingssubsidie.

  • 4.

    De waarderingssubsidie voor de activiteit zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel d, bedraagt maximaal: € 2.700,00 per subsidieperiode van één jaar. Het college verstrekt per jaar aan maximaal één instelling deze waarderingssubsidie.

  • 5.

    De waarderingssubsidie voor de activiteit zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel e, bedraagt maximaal: € 675,00 per subsidieperiode van één jaar. Het college verstrekt per jaar aan maximaal één instelling deze waarderingssubsidie.

  • 6.

    De waarderingssubsidie voor de activiteit zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel f, bedraagt maximaal: € 1.200,00 per subsidieperiode van één jaar. Het college verstrekt per jaar aan maximaal één instelling deze waarderingssubsidie.

  • 7.

    De waarderingssubsidie voor de activiteit zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel g, bedraagt maximaal: € 7.200,00 per subsidieperiode van één jaar. Het college verstrekt per jaar aan maximaal één instelling deze waarderingssubsidie.

Artikel 7 Verdeling subsidieplafond

  • 1.

    Voor de verdeling van het subsidieplafond geldt dat een instelling die als eerste een subsidieaanvraag indient, als eerste voor subsidie in aanmerking komt, mits zij voldoet aan de Algemene subsidieverordening en deze nadere regels.

  • 2.

    Wanneer op een zelfde tijdstip van meerdere instellingen aanvragen voor een subsidie worden ontvangen en deze voldoen aan de Algemene subsidieverordening en deze nadere regels, dan is als daarmee het subsidieplafond is bereikt, dan wordt de subsidie verstrekt na een loting.

  • 3.

    Aanvragen die binnenkomen op het moment dat het subsidieplafond is bereikt, wijst het college af.

Artikel 8 Afbouw waarderingssubsidie organisatie carnavalsoptocht

Het college verstrekt de instelling, die voor 1 januari 2016 meerdere jaren een waarderingssubsidie voor het organiseren van een carnavalsoptocht heeft ontvangen, voor 2017 een waarderingssubsidie ter hoogte van maximaal € 1.600,00. Vanaf 2018 wordt er geen waarderingssubsidie meer verstrekt voor het organiseren van een carnavalsoptocht.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 15 december 2017 en hebben betrekking op de subsidieperiode 2018 en volgende jaren.

  • 2.

    Op het moment dat deze nadere regels in werking treden, worden de op 22 november 2016 vastgestelde Nadere regels projectsubsidie en subsidie overige activiteiten ingetrokken, met dien verstande dat de op 22 november 2016 vastgestelde Nadere regels projectsubsidie en subsidie overige activiteiten nog wel gelden voor de subsidieperiode 2017.

Artikel 10 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels projectsubsidie en subsidie overige activiteiten.

Haaksbergen, 28 november 2017

M.E. Kragting

secretaris

G.J. Kok MDR

burgemeester

Ondertekening

(De Eerste wijziging van de Nadere regels projectsubsidie en subsidie overige activiteiten is vastgesteld op 12 juli 2018 en inwerking getreden op 17 augustus 2018)