Mandaatbesluiten managers, personeel en organisatie Haaksbergen (8.48)

Artikel 1 Uitgangspunten en voorwaarden mandatering personeel en organisatie

Voor deze mandaatbesluiten gelden de volgende uitgangspunten en voorwaarden:

• a.

  deze mandaatbesluiten betreffen zowel de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (= mandaat), als het verlenen van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verlenen van machtiging tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

• b.

  mandatering vindt plaats overeenkomstig voorschriften en normen die te maken hebben met interne controle, functionaliteit en integriteit;

• c.

  mandatering vindt plaats wanneer beleid, grenzen, kaders waarbinnen de bevoegdheid uitgeoefend kan worden, duidelijk zijn vastgesteld door de mandaatgever (college of burgemeester);

• d.

  bij afwezigheid van de gemandateerde geldt het mandaat voor de functionele en als zodanig aangewezen plaatsvervanger. Daarnaast geldt bij afwezigheid van de gemandateerde het mandaat voor de leidinggevende van de gemandateerde;

• e.

  mandatering vindt plaats binnen het beschikbaar gestelde budget in de begroting;

• f.

  de gemandateerde maakt gebruik van het mandaat nadat er een integraal advies is uitgebracht over het in mandaat te nemen besluit;

• g.

  in geval van mandaat zorgt de gemandateerde voor afstemming met en informatie aan de mandaatgever:

  • 1.

    wanneer het beleidskader alsnog onduidelijkheden oplevert;

  • 2.

    wanneer van een advies afgeweken wordt en inwinning van dat advies verplicht voorgeschreven is;

  • 3.

    wanneer in redelijkheid ingeschat kan worden dat het om een “bestuursgevoelige zaak” gaat;

• h.

  de gemandateerde verstrekt informatie over het gebruik maken van de gemandateerde bevoegdheid indien die informatie bestuurlijk relevant is. De gemandateerde verstrekt informatie over het gebruik maken van de gemandateerde bevoegdheid aan de portefeuillehouder indien die informatie relevant is voor de portefeuillehouder.

Artikel 2 Mandatering bevoegdheden managers

Het college en de burgemeester bepalen dat alle in de op 19 december 2014 vastgestelde Mandaatbesluiten 2015 en de op 13 december 2016 vastgestelde Mandaatbesluiten aanvulling 2017 aan afdelingshoofden gemandateerde bevoegdheden tevens aan managers worden gemandateerd.

Artikel 3 Mandatering bevoegdheden personeel en organisatie

Het college en de burgemeester mandateren de in de bijlage bij deze mandaatbesluiten genoemde bevoegdheden aan de functies die in de bijlage bij deze mandaatbesluiten zijn genoemd.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze mandaatbesluiten treden in werking op 1 juni 2018.

Artikel 5 Citeertitel

Deze mandaatbesluiten worden aangehaald als: Mandaatbesluiten managers, personeel en organisatie.

Haaksbergen, 24 april 2018

Burgemeester en wethouders,

M.E. Kragting

secretaris

G.J. Kok MDR

burgemeester

Burgemeester,

G.J. Kok MDR

burgemeester

Bijlage Mandatering bevoegdheden personeel en organisatie

Lijst van gebruikte afkortingen (op alfabetische volgorde)