Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening forensenbelasting 2011 (9.7c)

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening forensenbelasting 2011 (9.7c)

Onderwerp: Verordening forensenbelasting 2011

Samenvatting

Deze verordening bevat de voorwaarden en tarieven van heffing en invordering van natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente een hoofdverblijf hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

De gemeenteraad van Haaksbergen;

voorstel van het college van: 23 november 2010

wettelijke basis: bepalingen van de Gemeentewet (artikel 223) en de Algemene wet bestuursrecht

besluit:

vast te stellen de

Verordening forensenbelasting 2011

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet;

  • b.

    Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen:

    de Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen in de gemeente Haaksbergen;

  • c.

    belastingplichtige : de natuurlijke persoon, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of zijn gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houdt.

Belastbaar feit en belastingplicht

Artikel 2

  • 1.

    Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Vrijstellingen

Artikel 3

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf verblijft.

Maatstaf van heffing

Artikel 4

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.

  • 2.

    Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde in het economische verkeer.

  • 3.

    De vaststelling van de waarde in het economische verkeer geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet bedoelde belastingen.

Belastingtarief

Artikel 5

De forensenbelasing bedraagt per jaar voor een in artikel 1 bedoelde gemeubileerde woning, waarvan de waarde in het economisch verkeer:

  • a.

    niet meer bedraagt dan € 72.000,-- € 125,--;

  • b.

    van € 72.000,-- tot en met € 195.000,-- € 190,--;

  • c.

    van € 195.000,-- tot en met € 243.000,-- € 282,--;

  • d.

    van € 243.000,-- of meer € 425,--.

met dien verstande dat voor iedere volle € 72.000,-- boven de waarde van € 243.000,-- € 217,00 verschuldigd is. De belasting kan maximaal € 1.205,-- bedragen.

Belastingjaar

Artikel 6

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Wijze van heffing

Artikel 7

De forensenbelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Aanmeldingsplicht

Artikel 8

De belastingplichtige als bedoeld in artikel 1 is gehouden na het in werking treden van deze verordening het voor de eerste maal beschikken over een gemeubileerde woning, als bedoeld in artikel 1, schriftelijk aan te melden bij het college.

Termijnen van betaling

Artikel 9

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Nadere regels door het college

Artikel 10

Het college kan nadere regels geven over de heffing en invordering van de forensenbelasting.

Inwerkingtreding

Artikel 11

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 3.

    Op het moment dat deze verordening in werking treedt, wordt de op 16 december 2009 vastgestelde Verordening forensenbelasting 2010 ingetrokken.

Citeertitel

Artikel 12

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening forensenbelasting 2011.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 22 december 2010.

mr. G. Raaben, drs. K.B. Loohuis

griffier, voorzitter

(De 1e wijziging Verordening forensenbelasting 2011 is vastgesteld in de raadsvergadering van 26 januari 2011, inwerkinggetreden op 4 februari 2011 en de datum van ingang van de heffing en de toepassing van de belastingtarieven is 1 januari 2011)