Regeling vervallen per 01-01-2020

Legesverordening Haaksbergen 2019 (9.11j)

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Legesverordening Haaksbergen 2019 (9.11j)

Samenvatting

Deze verordening bevat de voorwaarden en tarieven voor de heffing van rechten geheven voor het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.

De gemeenteraad van Haaksbergen;

Voorstel van het college van: 20 november 2018.

Wettelijke basis:

Bepalingen van de Gemeentewet (artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b), de Paspoortwet (artikelen 2, tweede lid, en 7) en de Algemene wet bestuursrecht

Besluit:

Vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering leges 2019.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    attestatiën de vita, strekkende tot betaling van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden en andere periodieke uitkeringen, ten laste van de staat, provincies, gemeenten, waterschappen of andere publiekrechtelijke lichamen;

  • b.

    de aan belanghebbende uit te reiken minuten, afschriften of uittreksels van besluiten, akten en beschikkingen, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverlening jegens de gemeente;

  • c.

    de stukken en legalisatiën van handtekeningen of stukken betreffende militaire zaken;

  • d.

    kwitanties voor geldsommen en andere stukken, waarbij de ontvangst of overneming van gelden of goederen wordt erkend of vermeld;

  • e.

    de stukken en inlichtingen, waarvan de kosteloze afgifte of verstrekking bij enig wettelijk voorschrift aan het gemeentebestuur is opgelegd;

  • f.

    de stukken, met uitzondering van de vergunningen bedoeld in Titel 2, door openbare besturen en ambtenaren alsmede inlichtingen in het openbaar belang gevraagd;

  • g.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften voor plaatselijke belastingen;

  • h.

    de aan belanghebbenden uitgereikte beschikkingen of afschriften daarvan houdende beslissing op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

  • i.

    alle stukken en nasporingen gevraagd in het algemeen belang door of vanwege de staat, een provincie, gemeente of ander openbaar lichaam alsmede door of vanwege de vertegenwoordigers van vreemde mogendheden hier te lande;

  • j.

    collectevergunningen en vergunningen voor kledinginzamelingsacties;

  • k.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • l.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4.

    Het bedrag van de heffing op grond van Titel II van de Tarieventabel wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op hele euro’s.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De leges op basis van Titel II van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    De overige leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    De bij wege van aanslag geheven leges zijn, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, invorderbaar in een termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend. Dit geldt ook in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van Titel I van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      Hoofdstuk 1 (Burgerlijke stand);

    • 2.

      Hoofdstuk 2 (Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 3.

      Hoofdstuk 3 (Rijbewijs);

    • 4.

      Onderdeel 1.4.4 (papieren verstrekking uit Basisregistratie Personen); een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De op 20 december 2017 vastgestelde Legesverordening 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening 2019.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 19 december 2018

mr. G. Raaben

griffier

G.J. Kok MDR

burgemeester

Ondertekening

Tarieventabel bij Legesverordening 2019

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

1.1.1.1

het ten behoeve van de belanghebbende aanvragen van inlichtingen en bescheiden, met betrekking tot de burgerlijke stand in gemeenten en plaatsen, buiten Nederland

€ 32,00

1.1.2

voor het voltrekken van huwelijken op een andere tijd of andere wijze dan op grond van artikel 4 van de Wet van 23 april 1879, Staatsblad nr. 72, zoals deze thans luidt of nader zal worden gewijzigd, voor kosteloze voltrekking is bepaald, bedragen de leges:

1.1.2.1

wanneer het voltrekken plaats heeft tijdens de kantooruren:

op maandag tot en met vrijdag in het gemeentehuis

€ 523,00

1.1.2.2

wanneer het voltrekken plaats heeft buiten de kantooruren in het gemeentehuis

€ 609,00

1.1.2.3

bij voltrekking van een huwelijk buiten het gemeentehuis (niet zijnde locaties genoemde onder 1.1.3.4)

€ 523,00

1.1.2.4

wanneer het voltrekken plaats heeft op de daartoe aangewezen locaties buiten het gemeentehuis op maandag tot en met vrijdag

€ 523,00

1.1.2.5

wanneer het voltrekken plaats heeft op de daartoe aangewezen locaties buiten het gemeentehuis op zaterdag

€ 523,00

1.1.3

Voor het beschikbaar stellen van de trouwzaal, inclusief bodediensten, voor het door de notaris laten passeren van samenlevingsakten en voor het laten registreren van een partnerschap bedragen de leges:

1.1.3.1

wanneer het voltrekken plaats heeft tijdens de kantooruren:

op maandag tot en met vrijdag in het gemeentehuis

€ 523,00

1.1.3.2

wanneer het voltrekken plaats heeft buiten de kantooruren in het gemeentehuis

€ 609,00

1.1.3.3

bij voltrekking van een registratie buiten het gemeentehuis (niet zijnde locaties genoemde onder 1.4.4)

€ 523,00

1.1.3.4

wanneer het voltrekken plaats heeft op de daartoe aangewezen locaties buiten het gemeentehuis op maandag tot en met vrijdag

€ 523,00

1.1.3.5

wanneer het voltrekken plaats heeft op de daartoe aangewezen locaties buiten het gemeentehuis op zaterdag

€ 523,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering

€ 23,00

1.1.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 71,35

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 53,95

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 71,35

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 53,95

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 71,35

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 53,95

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 53,95

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 56,80

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 29,95

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 48,60

1.2.7

Het tarief als genoemd in 1.2.6 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw document als bedoeld in 1.2.1.tot en met 1.2.5 slechts één keer per document berekend.

Hoofdstuk 3 Rijbewijs

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 39,75

1.3.1.1

Het tarief als genoemd in 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

1.3.1.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen

€ 11,60

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens per verstrekking

€ 7,30

1.4.2.2

Indien de gegevens onder 1.4.2.1 op verzoek worden toegezonden, wordt het tarief als bedoeld onder 1.4.2.1 verhoogd met

€ 10,00

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 16,30

1.4.4

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,30

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het kiezersregister

Gereserveerd

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens

Vervallen ivm inwerkingtreding AVG

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 41,40

1.7.1.2

een afschrift van de beleidsnota bij de gemeentebegroting

€ 16,20

1.7.1.3

een afschrift van de gemeenterekening

€ 134,50

1.7.1.4

een afschrift van een nota, rapport

€ 34,70

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.2.1

op de agenda en notulen van raadsvergaderingen

€ 172,50

1.7.2.2

op de agenda en notulen van commissievergaderingen

€ 114,30

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van:

1.7.3.1

een exemplaar van de Algemene plaatselijke verordening

€ 17,50

1.7.3.2

een exemplaar van een andere dan de onder 1.7.3.1. genoemde strafverordening van de gemeente

€ 9,70

1.7.3.3

een volledige verzameling van de gemeentelijke strafverordeningen

€ 51,60

1.7.3.4

een exemplaar van een belastingverordening

€ 17,50

1.7.3.5

een volledige verzameling van de belastingverordeningen

€ 128,30

1.7.3.6

een exemplaar van de Bouwverordening

€ 26,20

1.7.3.7

aanvullingen van de onder 1.7.3.1. tot en met 1.7.3.6 bedoelde verordeningen per bladzijde

€ 0,70

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1.1

voor raadpleging van het kadaster en het daarbij van gemeentewege behulpzaam zijn per kwartier of gedeelte daarvan

€ 16,30

1.8.1.2

voor raadpleging van het kadaster, indien daarbij geen hulp van gemeentewege wordt verleend per kwartier of gedeelte daarvan

€ 1,90

1.8.1.3

tot het door belanghebbende maken van afschriften van of uittreksels uit de in vorige leden van dit artikel bedoelde stukken, naast de in die leden genoemde rechten, per perceel of gedeeltevan een perceel

€ 1,00

1.8.1.4

tot het al dan niet schriftelijk verstrekken van een opgave van gegevens uit de in 1.8.1.1 tot en met 1.8.1.3 van dit artikel bedoelde stukken, per perceel of gedeelte van een perceel

€ 4,50

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.8.2.1

een fotokopie of scan van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

1.8.2.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,70

1.8.2.1.2

in formaat A3

€ 1,40

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen

€ 41,35

1.9.1.2

tot het verstrekken van een legalisatie van een handtekening

€ 7,30

1.9.1.3

tot het verstrekken van een verklaring omtrent de gegoedheid van personen, per stuk

€ 16,10

1.9.1.4

tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

€ 12,00

1.9.1.5

tot het verstrekken van een verklaring, dat het portret op een stuk, het portret is van degene, te wiens naam het stuk is gesteld of van degene die in dat stuk wordt bedoeld

€ 7,30

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 23,80

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een digitaal afschrift of digitale kopie van een in het gemeentearchief berustend stuk:

1.10.2.1

indien het origineel op papier een A3 formaat of kleiner heeft, per pagina

€ 0,70

1.10.2.2

indien het origineel op papier een groter formaat heeft dan A3, per pagina

€ 1,50

1.10.2.3

indien het origineel digitaal beschikbaar is ongeacht het formaat, per pagina

€ 0,70

1.10.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of kopie van een in het gemeentearchief berustend stuk:

1.10.3.1

per pagina op papier van A4-formaat in zwart-wit

€ 0,70

1.10.3.2

per pagina op papier van A4-formaat in kleur

€ 1,40

1.10.3.3

per pagina op papier van A3-formaat in zwart-wit

€ 1,40

1.10.3.4

per pagina op papier van A3-formaat in kleur

€ 3,00

1.10.3.5

per pagina op papier van een formaat groter dan A3 in zwart-wit

€ 9,60

1.10.3.6

per pagina op papier van een formaat groter dan A3 in kleur

€ 19,10

1.10.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk:

€ 0,70

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

Gereserveerd

Hoofdstuk 12 Leegstandswet

Gereserveerd

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

Gereserveerd

Hoofdstuk 14 Standplaatsen verplaatst naar Titel 3

Hoofdstuk 15 Winkeltijden

Gereserveerd

Hoofdstuk 16 Wet op de kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaar

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaar, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet

€ 306,40

1.17.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden, waarvoor geen instemmingsbesluit is vereist (werkzaamheden kleiner dan 25m)

€ 93,10

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 537,50

1.18.1.2

tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 81,20

1.18.1.3

voor een vervangende parkeerkaart bij verlies

€ 25,40

1.18.1.4

tot het plaatsen van een verkeersbord ten behoeve van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 330,40

1.18.1.5

tot het verlenen van een éénmalige ontheffing voor het vervoer van gevaarlijke stoffen als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 122,80

1.18.1.6

tot het verlenen van een ontheffing voor het vervoer van gevaarlijke stoffen voor een termijn tot 3 jaar als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 185,70

1.18.1.7

tot het verlenen van een verlenging van een ontheffing als bedoeld in 1.18.1.6

€ 147,20

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

1.19.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het houden van bazaars, fancy-fairs, rommelmarkten en dergelijke

€ 84,10

1.19.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen als bedoeld in art. 3 van de Parkeerverordening

€ 39,30

1.19.1.3

een aanvraag tot het nemen van een huisnummerbesluit

€ 66,00

1.19.1.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 65,10

1.19.15

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,70

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

2.1.1.2

bouwkosten:

A. Uitgangspunten “standaard” bouwwerken:

het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

BOUWKOSTEN .

Woningen :

Rijtjeswoningen

 

€ 200,= per m3

Twee onder één kapwoningen

 

€ 225,= per m3

Vrijstaande woning tot en met 600 m3

 

€ 260,= per m3

Vrijstaande woning > 600 m3

 

€ 290,= per m3

Appartement, één of meer bouwlagen

 

€ 260,= per m3

II. Bijgebouwen bij woningen:

Latere aanbouw zoals een erker

€ 350,= per m3

Garage / berging / tuinhuisje

Hout

€ 95,= per m3

 

Halfsteens met plat dak

€ 125,= per m3

 

Halfsteens met kap

€ 135,= per m3

 

Spouw met plat dak

€ 150,= per m3

 

Spouw met kap

€ 170,= per m3

Dakkapel

 

€ 1.000,= per m breedte

Carport

 

€ 150,= per m2

Schuttingen en hekwerken

 

€ 100,= per m

III. Agrarische bouwwerken:

1. Stallen

 

€ 43,= per m3

2. Werktuigberging / schuur Damwandprofiel

 

€ 25,= per m3

Metselwerk

 

€ 48,= per m3

3. Mestkelders onder de stallen

 

€ 83,= per m3

4. Kassen

 

€ 31,= per m2

IV. Niet agrarische bouwwerken:

1. Opslagloodsen (plaatstaal damwandprofiel)

 

€ 19,= per m3

(metselwerk)

 

€ 52,= per m3

2. Kantoren / showroom / winkel / horeca

 

€ 273,= per m3

3. Scholen / sporthal / verkoophal (grootschalige detailhandels vestiging)

 

€ 258,= per m3

4. Noodschool / kleedgebouw (sportvereniging) / semipermanente unit

 

€ 185,= per m3

5. Industriehal (plaatstaal geïsoleerd)

 

€ 62,= per m3

(metselwerk)

 

€ 105,= per m3

B. Uitgangspunt “niet-standaard” bouwwerken:

 

Voor bouwwerken die niet in bovenstaande tabel Bouwkosten zijn genoemd worden de bouwkosten (exclusief BTW) als uitgangspunt genomen. Onder bouwkosten wordt in deze gevallen verstaan de aan een derde in het economisch verkeer te betalen aanneemsom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de “Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) van het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt: een raming van de aan een derde in het economisch verkeer te betalen prijs voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, berekend op de wijze als bedoeld in normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd (exclusief BTW).

 

 

 

2.1.1.3

sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in titel 2, hoofdstuk 1 onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

2.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een conceptaanvraag t.b.v. een omgevingsvergunning (aanvraag beoordeling schetsplan):

40%

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag voor beoordeling van een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld, voor zover de aanvraag betrekking heeft op de in artikel 2.3.1.1 en artikel 2.3.1.2 genoemde activiteiten, met een minimum van

€ 330,00

2.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vooroverlegplan (of een vergunningsvrij-toets)

€ 258,00

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.1.1.1.

indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen:

2,95%

van de bouwkosten als bedoeld in artikel 2.1.1.2 met een minimum van:

€ 330,00

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen:

1,95%

van de bouwkosten als bedoeld in artikel 2.1.1.2 met een minimum van:

€ 31.000

en een maximum van:

€ 800.000

2.3.1.2

Welstandstoets

2.3.1.2.1

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1.1 wordt, in verband met een toetsing aan welstandscriteria verhoogd met:

0,30%

van het bedrag van de bouwkosten tot € 230.000,-

met een minimum te berekenen bedrag van:

€ 76,10

2.3.1.2.2

verhoogd met:

0,05%

van het bedrag van de bouwkosten van € 230.000,- tot € 455.000,-

2.3.1.2.3

verhoogd met

0,025%

van het bedrag van de bouwkosten van € 455.000,- tot € 680.000,-

2.3.1.2.4

verhoogd met

0,0125%

van het bedrag van de bouwkosten van € 680.000,- en meer

2.3.1.2.5

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1.2 wordt, in verband met een toetsing aan welstandscriteria verhoogd met:

0,0125%

2.3.1.2.6

De ingevolge onderdelen 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.5 verschuldigde leges worden naar beneden afgerond op hele euro’s.

Verplicht agrarisch commissie

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 1.081,00

2.3.1.3.1

Onverminderd het bepaalde in 2.3.1.3 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een gewijzigde aanvraag waarvoor een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld

€ 466,90

2.3.1.4

Achteraf ingediende aanvraag

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

10%

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

2.3.1.5

Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

10%

2.3.2

Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 821,90

2.3.2.2

Verhogingen

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.2.1 wordt, indien de aanvraag van een aanlegactiviteit krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met:

€ 470,20

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 280,10

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 280,10

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) (projectbesluit):

2.3.3.3.1

waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager bij aanvraag volledig en in digitale vorm is aangeleverd

€ 5.648,20

2.3.3.3.2

waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager nog niet, kwalitatief onvoldoende, onvolledig of niet in digitale vorm is aangeleverd

€ 11.326,60

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 560,20

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 280,10

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 364,80

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 364,80

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 280,10

2.3.3.9.1

Het tarief als bedoeld in de subonderdelen 2.3.3.3 en 2.3.3.4 wordt - voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een aan de aanvrager mee te delen door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting verhoogd met de begrote kosten van:

- de eventuele noodzakelijke advieskosten en/of onderzoekskosten van een externe deskundige

- de interne kosten van de gemeente ter verkrijging en beoordeling van de in dit onderdeel genoemde adviezen van een externe deskundige, en het opstellen c.q. het voorbereiden van het besluit, voor het uurtarief van de desbetreffende afdeling

- de kosten voor het plaatsen van één of meerdere - wettelijk vereiste – bekendmakingen

2.3.3.9.2

Voor de toepassing van het onderdeel 2.3.3.9.1 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 280,10

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 280,10

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

2.3.4.3.1

waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager bij aanvraag volledig en in digitale vorm is aangeleverd

€ 5.648,20

2.3.4.3.2

waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager nog niet, kwalitatief onvoldoende, onvolledig of niet in digitale vorm is aangeleverd

€ 11.326,60

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 560,20

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 280,10

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 364,80

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 364,80

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 280,10

2.3.4.9.1

Het tarief als bedoeld in de onderdelen 2.3.4.3 en 2.3.4.4 wordt - voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een aan de aanvrager mee te delen door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting verhoogd met de begrote kosten van:

- de eventuele noodzakelijke advieskosten en/of onderzoekskosten van een externe deskundige

- de interne kosten van de gemeente ter verkrijging en beoordeling van de in dit onderdeel genoemde adviezen van een externe deskundige, en het opstellen c.q. het voorbereiden van het besluit, voor het uurtarief van de desbetreffende afdeling - de kosten voor het plaatsen van één of meerdere - wettelijk vereiste – bekendmakingen

2.3.4.9.2

Voor de toepassing van het subonderdeel 2.3.4.9.1 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 338,30

verhoogd voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte

- van 0 - 100 m2 met

€ 338,30

- van 101 - 500 m2 met

€ 170,20

vermeerderd met een tarief per m2 van

€ 1,90

- van 501 - 1.000 m2 met

€ 448,20

vermeerderd met een tarief per m2 van

€ 1,20

- van 1.001 - 1.500 m2 met

€ 737,90

vermeerderd met een tarief per m2 van

€ 0,80

- van 1.500 - 2.500 m2 met

€ 1.318,60

vermeerderd met een tarief per m2 van

€ 0,50

- van meer dan 2.500 m2 met

€ 1.702,10

vermeerderd met een tarief per m2 van

€ 0,30

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, komt het tarief tot stand zoals in art. 2.3.1.1. is bepaald.

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

bij een inhoud van het te slopen object :

- tot 50 m3

€ 224,10

- van 50 m3 tot 100 m3

€ 672,20

- van 100 m3 tot 150 m3

€ 1.232,40

- van 150 m3 tot 400 m3

€ 1.871,20

- van 400 m3 en meer

€ 3.138,10

2.3.6.3

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdelen 2.3.6.1 en 2.3.6.2 wordt, in verband met een toetsing aan welstandscriteria, verhoogd met de in 2.3.1.2 genoemde bedragen en percentages, toegepast op de bouwsom, waarbij het daaruit volgende tarief wordt verhoogd met:

50%

van het tarief conform artikel 2.3.1.2

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheers verordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:bij een inhoud van het te slopen object :

- tot 50 m3

€ 224,10

- van 50 m3 tot 100 m3

€ 672,20

- van 100 m3 tot 150 m3

€ 1.232,40

- van 150 m3 tot 400 m3

€ 1.871,20

- van 400 m3 en meer

€ 3.138,10

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 808,80

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 796,80

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 37,90

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:10, vijfde lid van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.11.1

Indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 50,80

2.3.11.2

Indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van onroerende zaken toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 50,80

2.3.12.1

Handelsreclame

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een bouwactiviteit conform onderdeel 2.3.1 bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 469,70

2.3.12.2

Publicatie

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning in lokale of landelijke media gepubliceerd wordt ter algemene kennisgeving bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 24,10

2.3.13

Natura 2000-activiteiten

2.3.13.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 308,10

2.3.14

Flora- en Fauna-activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 308,10

2.3.15

Andere activiteiten

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.15.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 308,10

2.3.15.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschap verordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.15.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 308,10

2.3.15.2.2

als het een provinciale of waterschap verordening betreft

€ 308,10

2.3.16

Omgevingsvergunning in twee fasen

2.3.16.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.16.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.17

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.17.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 469,70

2.3.17.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 469,70

2.3.17.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de Bouwverordening

€ 469,70

met dien verstande dat, indien de werkzaamheden uitsluitend bestaan uit:

2.3.17.3.1

het beoordelen of de bouwaanvraag onder de vrijstellingsgronden valt, het tarief bedraagt

€ 20,90

2.3.17.3.2

het uitzoeken en verstrekken van historische informatie, het tarief bedraagt

€ 209,00

2.3.17.3.3

de beoordeling van het onderzoeksrapport en het opstellen van de geschiktheid verklaring, het tarief bedraagt

€ 252,10

2.3.18

Advies

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.19

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.19.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.19.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 308,10

2.3.19.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.19.2

Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.4

Vermindering

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in 2.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de voor het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verstrekken van de omgevingsvergunning bedoeld in 2.3.

2.5

Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning

Als een aanvrager zijn in behandeling genomen aanvraag om een omgevingsvergunning intrekt, omdat de vergunning niet kan worden verleend of omdat de aanvraag wordt gewijzigd in een vooroverlegplan als genoemd in artikel 2.2, bestaat aanspraak op teruggaaf van de betaalde leges.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

2.5.2.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7 of 2.3.8 weigert, bestaat geen aanspraak op teruggaaf van het gehele bedrag of een deel van de leges.

2.5.2.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.2.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.6

Intrekking omgevingsvergunning

Gereserveerd

2.7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7.1

Indien een aanvraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in onderdeel 2.3.1.1, met een minimum van:

€ 329,60

2.8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 11.326,60

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 7.662,70

2.8.3

Het tarief bedraagt voor uitvoeren van een besluit tot het weigeren van medewerking aan een herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan, als bedoeld in de onderdelen 2.8.1 en 2.8.2, in het persoonlijk belang van de aanvrager:

€ 907,10

2.8.4.1

Het tarief genoemd in de onderdelen 2.8.1, 2.8.2 en/of 2.8.3 wordt - voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een aan de aanvrager mee te delen door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting verhoogd met de begrote kosten van: - de eventuele noodzakelijke advieskosten en/of onderzoekskosten van een externe deskundige - de interne kosten van de gemeente ter verkrijging en beoordeling van de in hiervoor genoemde adviezen van een externe deskundige en het opstellen c.q. het voorbereiden van de procedure tot herziening, wijziging of uitwerking van het bestemmingsplan of het opstellen van een beheer verordening, voor het uurtarief van de desbetreffende afdeling- de kosten voor het plaatsen van één of meerdere - wettelijk vereiste – bekendmakingen

2.8.4.2

Voor de toepassing van het onderdeel 2.8.4.1 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

Principeverzoek bestemmingplan

2.8.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van een principebesluit als bedoeld in:

2.8.5.1

artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (herziening bestemmingsplan)

€ 1.045,70

2.8.5.2

artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (wijziging bestemmingsplan)

€ 1.045,70

2.8.5.3

Indien een aanvraag tot verkrijging van een principebesluit opgevolgd wordt door een definitieve aanvraag als bedoeld artikel 2.8.1 of 2.8.2, dan worden de in rekening te brengen leges met bovenstaande leges voor principebesluiten in mindering gebracht.

2.8.6

Het tarief voor het nemen en bekendmaken van een voorbereidingsbesluit als bedoel in artikel 3.7, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 1.999,40

2.8.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

2.8.7.1

tot het op verzoek verstrekken van perceel gebonden informatie inzake (ontwerp) bestemmingsplannen, voorbereidingsbesluiten, monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten en aanschrijvingen

€ 82,40

2.8.7.2

tot het op verzoek verstrekken van perceel gebonden informatie inzake milieuvergunning, bodemonderzoek en onder- en bovengrondse tanks

€ 16,50

2.9

Hogere grenswaarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting

2.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van een besluit tot het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder

€ 592,50

2.9.2

Het tarief genoemd in 2.9.1 wordt - voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een aan de aanvrager mee te delen door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting verhoogd met de begrote kosten van:

2.9.2.1

-de eventuele noodzakelijke advieskosten van een externe deskundige

2.9.2.2

-de kosten voor het eventueel plaatsen van één of meerdere – wettelijk vereiste – bekendmakingen.

2.9.2.3

Voor de toepassing van de onderdelen 2.9.2.1 en 2.9.2.2 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de geluidsbelasting en/of geluidwerende voorzieningen aan de gevel, als bedoeld in afdeling 3.1 van het bouwbesluit 2012 (bescherming tegen geluid van buiten, nieuwbouw) met dien verstande dat, indien de werkzaamheden uitsluitend bestaan uit:

a. het uitzoeken en verstrekken van informatie die nodig is voor het berekenen van geluidbelasting aan de gevel

€ 239,20

b. de beoordeling van het onderzoeksrapport

€ 287,60

2.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere niet in titel II benoemde beschikking:

€ 81,90

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Drank- en Horecawet

verhogingen

trend t.o.v. jaar min 1

3.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning ingevolge artikel 3, van de Drank- en Horecawet

€ 315,00

3.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 315,00

3.1.3

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het na het algemeen sluitingsuur geopend houden van cafés en dergelijke inrichtingen bedragen

€ 42,00

Hoofdstuk 2 Evenementen

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van evenementen op grond van artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 75,00

hoofdstuk 3

gereserveerd

Hoofdstuk 4 Standplaatsen

3.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning om in de gemeente een standplaats te mogen innemen

€ 42,10

Hoofdstuk 5 Winkeltijden

Gereserveerd

Hoofdstuk 6 Kinderopvang

3.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om registratie in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK):

3.6.1.1

voor een gastouder

€ 325,00

3.6.1.2

voor een gastouderbureau, kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang

€ 1.460,00

Behorende bij raadsbesluit van 19 december 2018. De griffier van de gemeente Haaksbergen

mr. G. Raaben