Beleidsregels over gemeentelijke bewegwijzering (2.7)

Geldend van 21-05-2008 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels over gemeentelijke bewegwijzering (2.7)

Onderwerp: Beleidsregels over gemeentelijke bewegwijzering

Burgemeester en wethouders van Haaksbergen;

gelet op Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat de gemeentelijke bewegwijzering op een correcte manier geplaatst dient te kunnen worden.

besluiten:

vast te stellen de

Beleidsregels over gemeentelijke bewegwijzering

De objecten die middels de gemeentelijke bewegwijzering aangeduid worden, dienen aan de hierna te noemen voorwaarden te voldoen.

Het aan te duiden object dient:

  • 1.

    niet commercieel te zijn.

  • 2.

    relatief veel bezoekers te trekken die niet dagelijks het object bezoeken (minimaal 1500 per maand of 100 per keer.

  • 3.

    een sociale waarde te hebben of van belang te zijn voor de representativiteit van de gemeente Haaksbergen.

Hierbij wordt een uitzondering gemaakt voor: aula's / religieuze complexen / grote verzorgingscomplexen; hoewel deze drie voorbeelden wel commercieel kunnen zijn, is besloten om alleen voor deze drie voorbeelden een uitzondering te maken vanwege de relatieve grote sociale waarde.

Voorbeelden van objecten die wel in aanmerking komen voor de gemeentelijke bewegwijzering:

  • -

    de V.V.V.

  • -

    culturele voorzieningen (beleidsregel 1+2+3).

  • -

    sportverenigingen (beleidsregel 1+2+3).

  • -

    aula's / religieuze complexen / grote verzorgingscomplexen (uitzondering);

Voorbeelden van objecten die niet in aanmerking komen voor de gemeentelijke bewegwijzering:

  • -

    bedrijven (beleidsregel 1).

  • -

    particulieren (beleidsregel 2+3).

Deze beleidsregels treden in werking op 21 mei 2008.

Haaksbergen, 29 april 2008

burgemeester en wethouders

ir. H.K.W. Bekkers drs. K.B. Loohuis

secretaris burgemeester