Beleidsregels waardevolle houtopstanden

Geldend van 07-10-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels waardevolle houtopstanden

BELEIDSREGELS WAARDEVOLLE HOUTOPSTANDEN

versie: Beleidsregels waardevolle houtopstandendatum: 28 september 2010 project: waardevolle houtopstanden gemeente Haarenprojectnummer: 228610

Opgesteld voor: Gemeente Haarenp: Postbus 445076 ZG Haaren

t: 0411 627282

f: 0411 627298

e: gemeente@Haaren.nl

w: www.Haaren.nl

Opgesteld door: BTL Advies, Oisterwijk

p: Postbus 385 5060 JV Oisterwijk

t: 013 52 99 555

f: 013 52 99 550

e: advies@btl.nl

w: www.btladvies.nl

Hoofdstuk 1 INLEIDING

0 INHOUDSOPGAVE

0 Inhoudsopgave 3

1 Inleiding 4

1.1 Aanleiding, doelstelling en status 4

1.2 Kaders vanuit relevante wet- en regelgeving 6

2 Boomstructuren en Boomvlakken 8

2.1 Beleidsuitgangspunten boomstructuren en boomvlakken 8

2.2 Boomstructuren binnen bebouwde kom 8

2.2.1 Haaren 8

2.2.2 Helvoirt 8

2.2.3 Biezenmortel 8

2.2.4 Esch 9

2.3 Status boomstructuren en boomvlakken 9

3 Waardevolle houtopstanden 10

3.1 Waardevolle solitaire/ boomgroepen en houtopstanden 10

3.1.1 Basisgegevens 10

3.1.2 Boomsoort 11

3.1.3 stamdiameter 12

3.1.4 levensverwachting 12

3.1.5 groeivorm 12

3.1.6 ruimtelijke betekenis 13

3.1.7 bijzondere (cultuurhistorische) betekenis 13

3.2 Wegingsfactoren 14

3.3 Status waardevolle houtopstanden 14

4 Procedures 15

4.1 Procedures invoering en actualisatie lijst waardevolle houtopstanden 15

4.2 Procedure kapaanvraag 16

4.2.1 Kapvergunning 16

4.2.2 Herplantverplichting 18

4.2.3 Illegale kap 18

4.3 Procedure tegemoetkoming eigenaren houtopstanden 19

4.4 Handhaving 19

Bijlagen 201. Sortimentslijst en bijbehorende punten 20

Artikel 1.1 Aanleiding, doelstelling en status

Houtopstanden leveren een belangrijke bijdrage aan het groene karakter van de buitenruimte. Het zijn vaak kenmerkende elementen in een snel veranderende omgeving. Door hun omvang en groeiwijze kunnen (oude) houtopstanden een imposante en indrukwekkende verschijning vormen. Ook hebben houtopstanden een positieve invloed op het milieu en de leefomgeving van mensen. Zo vormen ze een biotoop voor diverse soorten fauna, geven beschutting tegen zon en wind en filteren stof- en roetdeeltjes uit de lucht. In Haaren verbinden boomstructuren het omringende agrarische landschap met de kernen en worden de belangrijkste ontsluitingswegen van de kernen begeleid door laanbeplantingen. Op specifieke locaties, zoals rond de Oude Toren in Haaren en op landgoed Zwijnsbergen, dragen houtopstanden bij aan de eigen uitstraling van deze plek . Het is daarom voor de gemeente Haaren belangrijk haar waardevolle houtopstanden te beschermen.

In het gemeentelijk beleid voor de bescherming van wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • 1.

    Binnen bebouwde kom Boswet: Lijst waardevolle houtopstanden

    Aan de hand van objectieve criteria is bepaald welke houtopstanden waardevol zijn voor de gemeente Haaren. Deze houtopstanden zijn op de lijst geplaatst. Ook de waardevolle boomstructuren staan op de lijst. Om deze houtopstanden te mogen vellen en rooien is een vergunning vereist. De overige houtopstanden binnen de bebouwde kom boswet mogen zonder vergunning gekapt worden

  • 2.

    Buiten bebouwde kom Boswet: diameter > 40 cm

    Voor houtopstanden met een diameter > 40 cm is een kapvergunning benodigd. Houtopstanden met een diameter < 40 cm mogen zonder vergunning gekapt worden.

Door binnen de bebouwde kom alleen waardevolle houtopstanden te beschermen kan de gemeentelijke organisatie zich volledig richten op het eigenlijke doel van het beleid, het behoud van waardevolle houtopstanden en de huidige groene uitstraling van de gemeente. Tevens is deze wijze van bescherming gemakkelijk voor bewoners. Zij kunnen via de website van de gemeente Haaren bekijken of zich op hun perceel waardevolle houtopstanden bevinden en of een vergunningaanvraag derhalve noodzakelijk is. Op deze manier is het voor bewoners, mede in het kader van deregulatie, duidelijker wanneer zij een vergunning aan moeten vragen.

Binnen de bebouwde kom is een grenswaarde aangegeven op basis waarvan in de APV houtopstanden beschermd worden. Deze grenswaarde biedt de gemeente, in combinatie met andere wet- en regelgeving, voldoende mogelijkheden houtopstanden te beschermen.

Voor binnen de bebouwde kom is een lijst waardevolle houtopstanden opgesteld waarop zowel houtopstanden van gemeente, particuliere, instellingen en andere overheden zijn opgenomen. Het betreft houtopstanden met specifieke waarde zoals cultuurhistorische betekenis en/of ruimtelijke betekenis. Het zijn kortom houtopstanden die een extra meerwaarde hebben en hierdoor waardevol zijn in de gemeente Haaren. Deze houtopstanden verdienen dan ook bescherming. Naast de houtopstanden zijn op de lijst ook boomstructuren opgenomen die reeds in het groenbeleidsplan en bestemmingsplannen zijn vastgelegd. Voor het vellen en rooien van de houtopstanden op de lijst is een kapvergunning vereist.

Uiteraard dragen ook alle overige houtopstanden in de openbare ruimte (onder andere circa 18.000 stuks bomen, waarvan voor ca. 4.000 stuks het voorpootrecht geldt) en particuliere houtopstanden bij aan het groene beeld van de gemeente Haaren. Dit beeld wordt door gemeente en bewoners ondersteund. Het is dan ook niet te verwachten dat houtopstanden waarvoor geen vergunning nodig is direct gekapt worden. Overigens wil dit kapbeleid dat is opgenomen in de APV niet zeggen dat de overige houtopstanden zondermeer gekapt kunnen worden. Andere wet- en regelgeving, onder andere bestemmingsplannen, de boswet en de flora- en faunawet kunnen bepalen dat de houtopstanden niet gekapt mogen worden.

Dit document legt de basis voor de bescherming van de waardevolle houtopstanden in de gemeente Haaren in de APV, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. In de toekomst zal de gemeente de lijst waardevolle houtopstanden binnen de bebouwde kom bijwerken en aanvullen met nieuwe waardevolle houtopstanden. Alleen op deze manier kunnen waardevolle houtopstanden binnen de bebouwde kom in de gemeente Haaren op lange termijn behouden blijven. Buiten de bebouwde kom vindt vergunningverlening aan de hand van de diameterklasse plaats. De beleidsregels beschermde houtopstanden wordt hiermee een belangrijk document bij alle ontwikkelingen in de (openbare) buitenruimte.

Artikel 1.2 Kaders vanuit relevante wet- en regelgeving

Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

In de APV neemt de gemeente regels op voor het grondgebied van de gemeente. Ten aanzien van de bescherming van houtopstanden is in de APV in hoofdstuk 4, afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden opgenomen. Dit document beleidsregels waardevolle houtopstanden ondersteund deze afdeling van de APV.

Boswet

Met de Boswet wil de overheid het areaal aan bos in Nederland in stand houden. De Boswet is alleen van toepassing op houtopstanden buiten de bebouwde komgrenzen van gemeentes. Deze grenzen worden door de gemeente bepaald. Eigenaren van houtopstanden buiten de komgrenzen zijn, buitens enkele specifieke houtopstanden die in de boswet worden omschreven, verplicht hun voornemen tot kap te melden bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Tevens is de eigenaar verplicht volgens vastgestelde regels de percelen te herplanten. De meldings- en herplantplicht geldt niet voor houtopstanden die een zelfstandige eenheid vormen, en hetzij geen grotere oppervlakte beslaan dan 10 are, hetzij ingeval van rijbeplanting, gerekend over het totaal aantal rijen, niet meer bomen omvatten dan 20.De gemeente ontvangt een ontvangstbevestiging van de bij het ministerie ingekomen melding. De gemeente zal de melding toetsen aan haar beleid, en beoordelen of volgens dit beleid de houtopstand gekapt mag worden. Wanneer een vergunning volgens het gemeentelijk beleid noodzakelijk is en deze niet is aangevraagd, treed de gemeente met de eigenaar van de houtopstand in contact. Dit contact vindt plaats binnen één maand na de melding. De eigenaar is namelijk verplicht zijn melding minimaal 1 maand voor de voorgenomen kap uit te voeren.Het kan gebeuren dat voor het kappen van een houtopstand zowel een melding moet worden gedaan bij het ministerie in het kader van de boswet als een vergunning moet worden aangevraagd bij de gemeente. Welke houtopstanden buiten de komgrenzen op basis van de APV beschermd zijn wordt in dit stuk nader uitgewerkt. Voor deze houtopstanden dient de eigenaar naast de melding bij het ministerie ook een kapvergunning aan te vragen.

De komgrenzen Boswet van de gemeente Haaren zijn in 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze komgrenzen zijn afgestemd op de huidige situatie en geplande uitbreidingen van de kernen.

Wet ruimtelijke ordening / Bestemmingsplannen

In het bestemmingsplan zijn afspraken opgenomen ten aanzien van de bescherming van houtopstanden. In de regels van het bestemmingsplan is voorgeschreven voor welke bestemmingen / aanduidingen een aanlegvergunning nodig is om een houtopstand en/of landschapselement te mogen kappen / rooien. Dit is voor meerdere plaatsen in het buitengebied het geval en in een enkel situatie ook binnen de bebouwde kom. In het kader van de WABO behandelt de gemeente een vergunningaanvraag op grond van het bestemmingsplan en de APV als één aanvraag.

Flora- en faunawet

De Flora- en faunawet (Stb. 1998,402) richt zich op de bescherming van inheemse planten- en diersoorten binnen en buiten de beschermde natuurgebieden. Uitgangspunt is het ‘nee, tenzij beginsel’. De Flora- en faunawet heeft onder andere gevolgen voor het beheer en rooien van houtopstanden.Bij ontwikkelingen en groenbeheer rond houtopstanden in de gemeente moet gekeken worden naar de huidige natuurwaarden (onder andere de aanwezigheid van beschermde soorten en vaste rust- of verblijfplaatsen) en de schadelijke gevolgen die soorten ondervinden bij de uitvoering van werkzaamheden. Voor werkzaamheden zoals het snoeien en rooien van houtopstanden houdt dit veelal in dat deze niet in het broedseizoen van vogels (ongeveer half maart tot en met half juli) mogen worden uitgevoerd. Daarnaast kan dit betekenen dat houtopstanden die als rust- of verblijfplaats dienen van vogels of vleermuizen niet gekapt mogen worden. Voor uitvoering van werkzaamheden die strijdig zijn met de Flora- en faunawet kan ontheffing worden aangevraagd.

Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijk Beperkingen

Met de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen wordt de registratie van beperkingen die door de overheden zijn opgelegd op percelen geregeld. Gemeenten zullen inzichtelijk moeten maken welke beperkingen er voor een bepaald perceel gelden. Waardevolle houtopstanden binnen de bebouwde kom waarvoor een kapvergunning moet worden aangevraagd kunnen als beperking worden opgenomen in het registratiesysteem.

Landelijk Register van Monumentale Bomen

De Bomenstichting beheert het Landelijk Register van Monumentale Bomen. Hierin zijn alle bomen opgenomen die volgens de Bomenstichting van nationaal belang zijn. Het betreft zowel gemeentelijke bomen als bomen in eigendom van derden en het gaat dan in veel gevallen om bomen met een hoge leeftijd, een bijzondere waarde of beeldbepalende functie voor de omgeving. Het register van monumentale bomen heeft geen juridische status maar kan wel als basis dienen voor de gemeentelijke lijst waardevolle houtopstanden binnen de bebouwde kom. Het betreft hier een dynamische lijst die niet als vast gegeven kan worden opgenomen in het gemeentelijk beleid. Een actuele lijst met monumentale bomen is op te vragen bij de Bomenstichting.

Bomen die in het landelijk register zijn opgenomen kunnen in aanmerking komen voor subsidie van de Bomenstichting. Het gaat dan om een eenmalige tegemoetkoming in de groot onderhoudskosten. De belangrijkste voorwaarden voor een bijdrage uit het Bomenfonds zijn:

- de boom is opgenomen in het Landelijk Register van Monumentale Bomen,

- de boom is particulier eigendom,

- de levensverwachting van de boom bedraagt na het onderhoud nog minimaal tien jaar

Hoofdstuk 2 BOOMSTRUCTUREN EN BOOMVLAKKEN

Bij de bescherming van waardevolle houtopstanden kan onderscheid gemaakt worden in verschillende toepassingen van houtopstanden. In hoofdstuk 3 zijn criteria opgenomen om solitaire bomen, boomgroepen en hagen en heggen te beoordelen op hun individuele waarde. In dit hoofdstuk is opgenomen hoe bomen in een structuur als geheel bijdragen aan het karakter van het dorp of wijk. In onderstaande paragrafen wordt de bescherming van waardevolle boomstructuren en boomvlakken in de gemeente Haaren uitgewerkt.  

Paragraaf 2.1 Beleidsuitgangspunten boomstructuren en boomvlakken

Boomstructuren zijn in veel dorpen bepalend voor het karakter. Een boomstructuur kan een doorgaande weg begeleiden of een belangrijk gebied markeren. Omdat de bomen in de boomstructuur afzonderlijk minder waardevol zijn, maar de structuur waarin zij staan wel van waarde is voor een dorp, is het belangrijk deze bomen als waardevolle structuur op te nemen. Op deze manier is het mogelijk de structuren te beschermen tegen kap.

In het groenbeleidsplan, dat in 2009 door de gemeenteraad is vastgesteld, zijn de belangrijkste laanstructuren in de bebouwde kom van de gemeente Haaren vastgelegd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in een dorps- en wijkstructuur. De dorpsstructuur wordt gevormd door bomen die in grote mate bepalend zijn voor het aanzien van het dorp of de karakteristieke structuren ondersteunen. Tot de wijkstructuur behoren bomen die structuur- of beeldbepalend zijn voor een wijk. In de volgende paragraaf wordt toegelicht welke structuren het betreft.

Naast laanstructuren kunnen ook vlakken waardevol zijn. De houtopstanden in centra, landgoederen, begraafplaatsen en wijken met een bosrijke uitstraling kunnen op deze wijze opgenomen worden. Hiermee wordt voorkomen dat individuele houtopstanden gekapt worden en zo de structuur en het karakter van deze gebieden wordt aangetast.

 

Paragraaf 2.2 Boomstructuren binnen bebouwde kom

De verschillende boomstructuren zijn hieronder per kern beschreven. De boomstructuren zijn gebaseerd op het groenbeleidsplan dat momenteel van kracht is. Wanneer dit plan wordt aangepast/herzien wordt de lijst waardevolle houtopstanden op basis van dit plan herzien (bevoegdheid college). De structuren die in de lijst zijn opgenomen zijn leidend en dus kapvergunningsplichtig.

 

Artikel 2.2.1 Haaren

De dorpsstructuur bestaat in Haaren op de eerste plaats uit de belangrijkste ontsluitingswegen. De structuren die in het groenstructuurplan zijn opgenomen zijn: Kerkeind / Langeweg / Kerkstraat en Groenplein, Driehoeven / Haarendijk en Eind, Belversestraat en Driehoekweg, Oude Baan, Kantstraat en Heuvelstraat. Deze structuren zijn beeldbepalend voor de kern Haaren.

 

Artikel 2.2.2 Helvoirt

De belangrijkste ontsluitingswegen die in Helvoirt in de dorpsstructuur van het groenstructuurplan zijn opgenomen zijn: Torenstraat, Oude Rijksweg / St. Nikolaasstraat, Achterstraat, Vincent van Goghstraat / De jonge van Zwijnsbergenstraat, Kastanjelaan / Lindelaan, Biestakkerstraat, Den Hoek.

 

Artikel 2.2.3 Biezenmortel

De belangrijkste ontsluitingswegen die in Biezenmortel als dorpsstructuur in het groenstructuurplan zijn opgenomen zijn: Capucijnenstraat, Winkelsestraat.

 

Artikel 2.2.4 Esch

In en direct grenzend aan de kern van Esch zijn enkele waardevolle structuren gelegen. In de dorpsstructuur zijn in het groenstructuurplan de volgende structuren opgenomen: Leunisdijk / Postelstraat, Dorpsstraat, Spankerstraat, Haarenseweg.

 

Artikel 2.2.5 Gebieden Noenes, Eikendonk en omgeving

In het Groenbeleidsplan zijn de groenstructuren in gebieden Noenes en Eikendonk en omgeving niet opgenomen. Deze gebieden wel zijn aangewezen als bebouwde kom Boswet. Om de waardevolle houtopstanden te beschermen worden deze bij inventarisatie waardevolle bomen opgenomen als waardevolle boomstructuur of vlak. Op de percelen worden waardevolle houtopstanden beschermd door middel van het aanlegvergunningsstelsel in het bestemmingsplan.

 

Paragraaf 2.3 Status boomstructuren en boomvlakken

De boomstructuren binnen de bebouwde kom die opgenomen zijn op de lijst waardevolle houtopstanden zijn beeldbepalend voor de gemeente Haaren. Voor het kappen van deze houtopstanden is een vergunning vereist die alleen in uitzonderlijke situaties wordt verleend. Voor boomstructuren en boomvlakken in het buitengebied geldt dat bomen met een diameter > 40 cm een vergunning vereist is. Bij de beoordeling van de situatie wordt gebruik gemaakt van de criteria zoals deze in paragraaf 4.2 zijn opgenomen.  

Hoofdstuk 3 WAARDEVOLLE HOUTOPSTANDEN

De volgende houtopstanden worden apart beoordeeld: solitaire bomen, boomgroepen en hagen en heggen. Door middel van een boomwaarderingssysteem kan voor elke houtopstand de boomwaarde bepaald worden. De criteria voor het boomwaarderingssysteem zijn aangepast aan de voor de gemeente belangrijke kenmerken. Ook de puntenscore die aan een criterium is toegekend is specifiek naar de kenmerken van de gemeente bepaald.  

Paragraaf 3.1 Waardevolle solitaire/ boomgroepen en houtopstanden

Onderstaand overzicht geeft aan welke criteria worden opgenomen van de beschermde houtopstanden. Tevens staat vermeld welke punten worden toegekend voor de verschillende criteria. Daarbij wordt gewerkt met een toekenning van 0 tot 5 punten per criterium. Door aan elk criterium een wegingsfactor toe te kennen (paragraaf 3.2) wordt een totaalscore per houtopstand bereikt. 

Artikel 3.1.1 Basisgegevens

nummer

Elke houtopstand krijgt een uniek objectnummer dat wordt opgebouwd uit twee cijfers voor aanduiding van kern of buitengebied en drie cijfers waarmee elke houtopstand een uniek nummer krijgt. Een voorbeeld van een nummer van een houtopstand is dus 03.024. De laatste drie cijfers maken het objectnummer uniek. Deze nummering wordt per kern doorgenummerd vanaf 001. Deze cijfers worden eenmalig toegekend. Indien een boom niet wordt opgenomen op de lijst of nadien wordt verwijderd wordt dit nummer niet opnieuw gebruikt.

groepen als object registreren

Indien verschillende houtopstanden deel uitmaken van een duidelijk samenhangende groep of rij wordt deze groep of rij als één object geregistreerd. Voorwaarde is dat de houtopstanden van eenzelfde soort en waarde zijn. In de registratie wordt aangegeven dat het een groep of rij betreft en het aantal houtopstanden dat tot deze groep of rij behoort.

adresgegevens

De straatnaam en het huisnummer van de standplaats van de boom worden geregistreerd. Vaak zal dit overeenkomen met het adres van de eigenaar of beheerder van de boom. Indien dit niet het geval is worden de adresgegevens van eigenaar of beheerder afzonderlijk geregistreerd, voor zover bekend. 

Artikel 3.1.2 Boomsoort

Geregistreerd wordt de wetenschappelijke naam van de betreffende boom. Daarbij worden in ieder geval de familienaam en de soortnaam opgenomen. Indien mogelijk wordt ook de cultivar geregistreerd.Door het toekennen van punten aan de verschillende boomsoorten kan verhoogde bescherming van deze soorten worden bereikt. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

duurzame soorten: Duurzame boomsoorten (als gewone beuk, eik, paardenkastanje en linde) krijgen een hogere waardering dan niet duurzame boomsoorten (als populier, wilg, berk, sierkers).Een duurzame boomsoort is herkenbaar aan zijn lange levensduur. Het zijn soorten die traag groeien en daardoor pas over een lang termijn hun uiteindelijke, vaak kenmerkende vorm krijgen. Doordat de houtopstanden zo’n lange levensduur hebben zijn ze vaak bepalend voor het beeld omdat ze al generaties lang in het straatbeeld aanwezig zijn. 

Duurzaamheid punten

 

Snelgroeiend/niet duurzaam

0 punten

Normaal

1 punt

Traaggroeiend/duurzaa

2 punten

boomgrootte: Bomen die vanwege hun grote afmetingen uit kunnen groeien tot monumentale bomen worden hoger beoordeeld dan kleinere bomen. Voor dit aspect worden 0 (3e grootte), 1 (normaal groeiende soort 2e grootte) of 2 punten (1e grootte) toegekend. 

Boomgrootte punten

 

3e grootte

0 punten

2e grootte

1 punt

1e grootte

2 punten

inheemse soorten: Toepassing van in Nederland inheemse soorten (zoals gewone es en gewone esdoorn) verdient de voorkeur boven exoten (zoals Japanse kers en Amerikaanse eik) vanwege hun bijdrage aan de landschappelijke identiteit en aan de ecologische waarden. 

Herkomst punten

 

Uitheemse

0 punten

Inheems

1 punt

dendrologische waarde: Soorten die in Nederland zeer beperkt aanwezig zijn hebben vanwege hun zeldzaamheid een extra betekenis. De aanduiding van zeldzaamheid in de Nederlandse Dendrologie is hiervoor in eerst instantie bepalend. Daarnaast hebben soorten die voor de gemeente zeldzaam zijn ook een belangrijke waarde en worden hierbij ook opgenomen. 

Dendrologische waarde punten

 

Zeer algemeen

0 punten

Algemeen

1 punt

Zeldzaam

2 punten

Zee zeldzaam

3 punten

In bijlage 1 is een lijst met algemeen voorkomende boomsoorten en cultivars toegevoegd waarvoor is aangegeven welke punten worden toegekend aan de betreffende soort. Voor andere soorten dient een inschatting van de waardering van de soort gemaakt te worden.

 

Artikel 3.1.3 stamdiameter

De stamdiameter op 1,30 meter boven maaiveld geeft een indicatie van grootte van de houtopstand. Het opnemen en registreren van de stamdiameter is objectiever en eenvoudiger dan het inschatten en registreren van de leeftijd van de houtopstand.

Stam diameter punten

 

<40 cm

0 punten

40-60 cm

1 punt

60-80 cm

2 punten

>80 cm

3 punten

 

Artikel 3.1.4 levensverwachting

Alleen houtopstanden met een goede levensverwachting dienen beschermd te worden middels de gemeentelijke lijst. De levensverwachting van de houtopstand is afhankelijk van de actuele conditie, de algehele vitaliteit en de standplaatsfactoren van een houtopstand. De inschatting van de levensverwachting vereist vakmanschap en kennis. Om de beoordeling eenvoudig te houden wordt enkel aangegeven of de levensverwachting van een houtopstand meer of minder dan 10 jaar betreft. Omdat de lijst periodiek gemuteerd wordt volstaat dit.

Levensverwachting punten

 

< 10 jaar

0 punten

> 10 jaar

5 punten

 

Artikel 3.1.5 groeivorm

Houtopstanden met een bijzondere of fraaie groei- of snoeivorm worden hoger gewaardeerd. Daarbij kan de extra waarde zijn gebaseerd op:

- slechte/ geen bijzondere groeivorm: De natuurlijke vorm en bijbehorende kroonomvang van de houtopstand zijn in slechte staat, (bijvoorbeeld bij het ontbreken van een deel van de kroon) of de kroonvorm is zeer algemeen;

- een soorteigen habitus opgekroond: De natuurlijke vorm en bijbehorende kroonomvang van de houtopstand zijn aanwezig maar door opkroning is geen goed beeld van de soorteigen habitus aanwezig;

- een soorteigen habitus: De natuurlijke vorm en bijbehorende kroonomvang van de houtopstand zijn aanwezig en daardoor geeft de houtopstand een goed beeld van de soorteigen habitus;

- bijzondere groeivorm: De houtopstand valt op door zijn aparte groeivorm (bijvoorbeeld treurvorm);

- bijzondere snoeivorm: Houtopstanden met een bijzondere snoeivorm (zoals de alom bekende leilinde, etagebomen en leiperen) hebben door hun vorm een extra waarde;

Groeivorm punten

 

Slechte/geen bijzondere groeivorm

0 punten

Soorteigen habitus opgekroond

3 punten

Soort eigen habitus

5 punten

Bijzondere groeivorm

5 punten

Bijzondere snoeivorm

5 punten

 

Artikel 3.1.6 ruimtelijke betekenis

Individuele houtopstanden kunnen sterk bijdragen aan de structuur van de openbare ruimte. Doorslaggevende afwegingen hierbij zijn:

- niet zichtbaarheid vanaf openbare weg: Het behoud van waardevolle houtopstanden is gericht op een instandhouding van de kwaliteit van de openbare ruimte; houtopstanden die niet vanaf de openbare weg zichtbaar zijn dragen niet bij aan deze kwaliteit.

- gedeeltelijk zichtbaarheid vanaf openbare weg: Houtopstanden die vanaf de openbare weg gedeeltelijk zichtbaar zijn dragen in beperkte mate bij aan de kwaliteit van de openbare ruimte en verdienen daarom bescherming.

- gedeeltelijk zichtbaarheid vanaf openbare weg en ondersteunend bij de gemeentelijke groenstructuur: Houtopstanden die vanaf de openbare weg gedeeltelijk zichtbaar zijn en daarnaast ook bijdragen aan de gemeentelijke groenstructuur zijn van groot belang voor de kwaliteit van de openbare ruimte en verdienen daarom extra bescherming.

- van alle zijden zichtbaar vanaf de openbare weg: Het behoud van waardevolle houtopstanden is gericht op een instandhouding van de kwaliteit van de openbare ruimte; houtopstanden die van alle zijden zichtbaar zijn vanaf de openbare weg dragen veel bij aan deze kwaliteit.

Ruimtelijke betekenis punten

 

Niet zichtbaar vanaf openbare weg

0 punten

Gedeeltelijk zichtbaar vanaf openbare weg

3 punten

Gedeeltelijk zichtbaar vanaf openbare weg en ondersteunend bij de gemeentelijke groenstructuur

4 punten

Van alle zijden zichtbaar vanaf de openbare weg

5 punten

 

Artikel 3.1.7 bijzondere (cultuurhistorische) betekenis

Naast de toepassing van streekeigen soorten hebben sommige houtopstanden extra betekenis vanwege het feit dat de vorm en soort houtopstand van oudsher wordt toegepast in Haaren.

- geen bijzondere betekenis: De houtopstand heeft geen bijzondere betekenis voor de omgeving.

- streekeigen beplanting: Houtopstand die kenmerkend is voor de streek. Voor de gemeente Haaren zijn dit: knotbomen zoals geknotte wilgen/ essen en leilindes. Beide zijn verbonden aan het historische karakter van de gemeente, leilindes bijvoorbeeld bij boerderijen.

- bijzondere (cultuurhistorische) betekenis: Houtopstanden kunnen vanwege hun geschiedenis, locatie of aanleiding een bijzondere betekenis hebben. Voorbeelden zijn grens- of markeringsbomen (op vroegere gemeentegrenzen) en herdenkingsbomen (aangeplant bij een speciale gebeurtenis koningshuis, overheid, niet bij boomfeestdag of door vereniging). Ook houtopstanden met een nadrukkelijke relatie met een gemeentelijk- of rijksmonument behoren tot deze categorie

Cultuurhistorische betekenis

 

Geen bijzondere (cultuurhistorische) betekenis

0 punten

Streekeigen beplanting (knotwilg, hoogstamfruit)

3 punten

Bijzondere (cultuurhistorische) betekenis

5 punten

 

Paragraaf 3.2 Wegingsfactoren

Bij het toekennen van een status als beschermde houtopstand zijn de bovengenoemde criteria van verschillend belang. Daarom is voor elk criterium een wegingsfactor bepaald. Het aantal punten voor een criterium wordt vermenigvuldigd met de betreffende wegingsfactor.

Criterium wegingsfactorBoomsoort x2Stamdiameter x3Levensverwachting x3Groeivorm x1Ruimtelijke betekenis x2Bijzondere (cultuurhistorische) betekenis x3

In totaal kunnen hiermee maximaal 76 punten worden bereikt.

 

Paragraaf 3.3 Status waardevolle houtopstanden

Bomen met een score vanaf 45 punten zijn opgenomen op de waardevolle bomenlijst. Deze bomen zijn zeer waardevol. Deze ondergrens is gekozen omdat hierdoor een goede balans ontstaat tussen te beschermen bomen en bomen waarvoor geen vergunning noodzakelijk is. De bomen die beeldbepalend zijn, zijn beschermd. Voor deze bomen moet altijd een kapvergunning aangevraagd worden die alleen in uitzonderlijke situaties zal worden afgegeven (toelichting in paragraaf 4.2.1.)

 

 

Hoofdstuk 4 PROCEDURES

Paragraaf 4.1 Procedures invoering en actualisatie lijst waardevolle houtopstanden

Bezwaar en vaststelling

Om binnen de bebouwde kom daadwerkelijk met de lijst waardevolle houtopstanden te kunnen werken wordt in de APV verwezen naar de lijst en het beleidsdocument waardevolle houtopstanden. Het college van B&W stelt de lijst vast en is bevoegd deze te wijzigen.De gemeente betrekt bewoners bij het opstellen van de lijst. Zij hebben houtopstanden aangedragen waarvan zij van mening zijn dat ze op de lijst thuis horen. De gemeente heeft deze houtopstanden vervolgens beoordeeld met behulp van de systematiek.

Het is noodzakelijk burgers te informeren over de veranderingen. Dit kan door een informatief artikel in het plaatselijke weekblad, het ter inzage leggen van de stukken op het gemeentehuis en/of plaatsing op de gemeentelijke website. Om eigenaren van waardevolle houtopstanden op de hoogte te brengen van de wijzigingen worden zij aangeschreven met de mededeling dat hun houtopstand(en) zijn opgenomen op de lijst van de gemeente Haaren.

Om burgers, en met name eigenaren van beschermde houtopstanden, de gelegenheid te geven te reageren op de lijst vind een inspraakprocedure plaats voor de ontwerplijst. Hier kan bezwaar gemaakt worden tegen opname van houtopstanden op de lijst, of het juist niet opnemen van houtopstanden op de lijst. Beoordeling van de bezwaren vindt plaats aan de hand van de opgestelde beoordelingscriteria. De wijze van beoordeling wordt toegelicht, waarbij de bezwaarmaker kan aangeven met welke beoordeling hij het eventueel niet eens is. De gemeente bepaalt of dit gegrond is en past eventueel de score aan.

Mutaties en actualisatie

De lijst waardevolle houtopstanden is onderhevig aan veranderingen (nieuwe aanplant herdenkingbomen, afsterven van oude houtopstanden e.d.) Om te voorkomen dat bij iedere wijziging de lijst opnieuw vastgesteld dient te worden, vindt iedere 5 jaar een actualisatie en iedere 10 jaar een herbeoordeling plaats.Bij een actualisatie worden de volgende stappen doorlopen:

- Van alle houtopstanden op de lijst wordt bekeken of de houtopstanden nog aanwezig zijn;

- Alle nieuw aangeplante gemeentelijke houtopstanden sinds de vorige vaststelling worden beoordeeld;

- Houtopstanden die door burgers zijn opgegeven als waardevol worden beoordeeld;

- Na deze beoordeling worden eigenaren van nieuwe beschermde houtopstanden aangeschreven en worden deze gepubliceerd zodat burgers bezwaar kunnen maken. De uiteindelijke lijst wordt daarna opnieuw vastgesteld.Bij een herbeoordeling worden de volgende stappen doorlopen- Alle houtopstanden op de lijst worden herbeoordeeld;

- Alle nieuw aangeplante gemeentelijke houtopstanden sinds de vorige vaststelling worden beoordeeld;

- Houtopstanden die door burgers zijn opgegeven als waardevol worden beoordeeld;

- Houtopstanden waarvan bij vorige beoordeling de score binnen een bepaalde marge van de grensscore lag worden herbeoordeeld;

- Bij rondgang worden houtopstanden die mogelijk in aanmerking komen, maar nog niet eerder zijn beoordeeld, opgenomen;

- Na deze beoordeling worden eigenaren van nieuwe beschermde houtopstanden aangeschreven en worden deze gepubliceerd zodat burgers bezwaar kunnen maken. De uiteindelijke lijst wordt daarna opnieuw vastgesteld.

 

Paragraaf 4.2 Procedure kapaanvraag

Het inventariseren van beschermde houtopstanden binnen de bebouwde kom aan de hand van de inventarisatiecriteria leidt tot een goed onderbouwde lijst waardevolle houtopstanden binnen de bebouwde kom waarbij kritisch en objectief bepaald is of een houtopstand waardevol is.Voor beschermde houtopstanden buiten de bebouwde kom (diameter > 40 cm) dient deze beoordeling aan de hand van de criteria in hoofdstuk 3 nog plaats te vinden op het moment dat een kapvergunning wordt aangevraagd. Wanneer uit deze beoordeling blijkt dat de boom waardevol is (score boven grenswaarde paragraaf 3.3) vindt op basis van paragraaf 4.2.1. de afweging plaats of een kapvergunning verleend wordt.Voor het kappen van beschermde houtopstanden moet altijd een kapvergunning aangevraagd worden. Deze vergunning zal alleen bij zeer zwaarwegende argumenten worden afgegeven. Argumenten zoals hieronder zijn in beginsel onvoldoende.

- schade door wortelopdruk;

- beperkte toetreding van (zon)licht;

- allergische reacties door stuifmeel;

- overlast door blad-/ vruchtval;

- ingroei in riolering;

- vochtproblemen;

- zaailingen.

 

Artikel 4.2.1 Kapvergunning

Bij de beoordeling van de aanvraag wordt beoordeeld of de reden van de aanvraag gegrond is. Wanneer een zwaarwegend maatschappelijk belang aanwezig is of instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel en schade kan een vergunning worden verleend. Dit geldt alleen wanneer alternatieven uitputtend zijn onderzocht. Daarnaast kan pootrecht een reden voor het verlenen van een vergunning zijn. Dit geldt zowel voor bomen binnen als buiten de bebouwde kom. Onderstaand worden de toepassing van deze criteria nader toegelicht.

Veiligheid

Wanneer een beschermde houtopstand een onveilige situatie veroorzaakt, moet allereerst de volgende vraag worden gesteld: zorgt de houtopstand voor een gevaarlijke situatie of is sprake van een calamiteit?

Gevaarlijke situaties: situaties waarbij de veiligheid van omwonenden en passanten in het gedrang komt of kan gaan komen. In deze situaties is het altijd noodzakelijk een bomendeskundige nader onderzoek te laten doen of de onveilige situatie wel door de houtopstand wordt veroorzaakt. Afhankelijk van de uitkomsten uit het onderzoek worden maatregelen getroffen. Allereerst wordt geprobeerd het gevaar op te heffen door uitvoering van extra (onderhoud)maatregelen zoals snoei of verbetering van ondergrondse ruimte. Wanneer andere maatregelen geen oplossing bieden is kap de laatste optie.Calamiteit: levensbedreigende situaties of situaties waarbij ongevallen kunnen ontstaan, waarbij directe kap noodzakelijk is om de veiligheid van omwonenden en/of passanten te waarborgen. In deze gevallen kan gemeente ook noodkap uitvoeren.Een voorbeeld van een calamiteit:

- Blikseminslag;

- Stormschade;

- Instabiliteit door bouwwerkzaamheden e.d.

 

Schade

Wanneer een beschermde houtopstand ernstige schade aanricht aan bijvoorbeeld gebouwen kan dit in enkele gevallen een reden zijn voor verlening van een kapvergunning. Bij elke kapaanvraag die terug te herleiden is naar een schadegeval dient allereerst te worden onderzocht of de schade daadwerkelijk is veroorzaakt door de waardevolle houtopstand. Voorbeelden van schadegevallen zijn:

- Ingroei van wortels in funderingen, waardoor scheuren of verzakkingen ontstaan. Wanneer maatregelen als wortelsnoei en wortelscherm geen oplossing zijn of wanneer meer schade wordt aangericht aan houtopstand en/of gebouw is het verwijderen van de houtopstand een laatste optie.

Vitaliteit en ziekten

Plantenziekten kunnen in enkele gevallen leiden tot afgifte van een kapvergunning, mede uit oogpunt van veiligheid. Vooral bij besmettelijke ziekten is het vaak verplicht een aangetaste houtopstand te verwijderen om verdere besmetting te voorkomen. Bij elke kapaanvraag die te herleiden is naar een plantenziekte is het noodzakelijk dat een bomendeskundige vast stelt of er sprake is van een ziekte die het noodzakelijk maakt een kapvergunning te verlenen. Voorbeelden van ziekten kunnen zijn:

- Iepziekte

- Watermerkziekte (in wilgen)

Beheer en onderhoud boomstructuren

Het beheer en onderhoud van bomen langs wegen is van groot belang om onveilige situaties als gevolg van uitwaaiende takken of het opdrukken van verharding te voorkomen. Dit beheer is op de eerste plaats gericht op het snoeien van bo-men, zodat deze volledig uit kunnen groeien. Dit is echter niet altijd door middel van snoei te bereiken. Dit wordt namelijk mede bepaald door de afstand tussen de aanwezige bomen. Bomen van eerste grootte (bijv. eiken, beuken, lindes) kunnen bij uitgroei tot hun natuurlijke habitus een kroondiameter krijgen van meer dan 20m. Om het voor aangeplante bomen mogelijk te maken tot deze natuurlijke habitus uit te groeien is het in bepaalde gevallen dan ook noodzakelijk een laanbeplanting te dunnen. Hierbij worden om en om bomen verwijderd, zodat de resterende bomen volledig uit kunnen groeien. Bij deze dunning dient beoordeling door een boomdeskundige plaats te vinden, zodat bomen met mindere conditie worden verwijderd en de ontwikkeling van bomen met een goede toekomstverwachting wordt gestimuleerd.Wanneer uit beoordeling blijkt dat kap van een boom vanuit beheer en onderhoud nodig is om uitgroei van een veilige structuur te realiseren verleend de gemeente een kapvergunning.

Voorpootrecht

Het voorpootrecht houdt in: het aan een bepaald erf verbonden zakelijk recht, krachtens welk de rechthebbende bomen en ander houtgewas op het aangrenzende erf van een ander (in het bijzonder de berm of bermen van de openbare weg) in eigendom heeft, de vruchten daarvan trekt en bevoegd is het gewas door een ander te vervangen (citaat bomen en wet, 2001).In de praktijk houdt het pootrecht in dat:

- Het hebben van een zakelijk recht

- Het (onder-)houden van de houtopstand

- Het mogen vellen van de houtopstand

- Het mogen herplanten

Het Voorpootrecht is verbonden aan perceel, niet aan persoon. Het voorpootrecht komt met name voor in het buitengebied. Wanneer geregistreerd pootrecht aan de orde is verstrekt gemeente een vergunning.

Zwaarwegende argumenten

Het college kan in geval van zwaarwegende argumenten besluiten de kapvergunning alsnog te verlenen. Het belang van de gemeenschap weegt hierbij zwaarder als het belang van de houtopstand.Indien de gemeente voornemens is gemeentelijke houtopstanden te vellen die niet op de lijst waardevolle houtopstanden zijn opgenomen, maakt zij hiervan melding in een huis-aan-huisblad. Reacties hierop kunnen binnen 2 weken worden ingediend. Indien de gemeente reacties ontvangt zal zij het vellen in heroverweging nemen. Tegen het uiteindelijke besluit is geen bezwaar mogelijk.

 

Artikel 4.2.2 Herplantverplichting

Een kapvergunning voor houtopstanden binnen de bebouwde kom zal niet zo vaak meer verleend worden. Als een vergunning verleent dient te worden gaat het in alle gevallen om beschermde houtopstanden. Een herplantverplichting is nodig om de karakteristiek van de betreffende locatie te behouden en wordt daarom standaard opgelegd bij het afgeven van een kapvergunning. De wijze waarop de herplantplicht wordt uitgevoerd is flexibel en wordt bepaald door de desbetreffende medewerker van de gemeente. Hij/zij bepaald de soortkeuze, locatie en maat van de terug te planten houtopstanden en zorgt er daarbij voor dat de nieuwe aanplant past binnen de gemeentelijke (groen)visie. Hierbij wordt voor bomen een herplant opgelegd van bomen met een minimale maat van 18-20 cm (stamomtrek). Eén en ander vindt plaats in overleg met de aanvrager van de kapvergunning.  

Artikel 4.2.3 Illegale kap

Voor beschermde houtopstanden wordt in principe geen kapvergunning verleend. Wanneer een beschermde houtopstand zonder kapvergunning wordt gekapt is dit illegale kap. De gemeente zal bij illegale kap sancties opleggen.

Allereerst wordt bij illegale kap aangifte gedaan bij de politie. Daarna wordt aan de eigenaar van de houtopstand een herplant- en zorgplicht opgelegd. De wijze van herplant wordt bepaald door de gemeente. Gemaakte kosten voor aansprakelijkheidstelling, herplant- en zorgplicht komen voor rekening van de eigenaar van de gekapte houtopstand.

Artikel 4.2.4 Beschadiging houtopstand

Wanneer sprake is van een beschadiging van een houtopstand die is opgenomen op de waardevolle bomenlijst wordt door de gemeente ook aangifte gedaan bij de politie. Het schadebedrag wordt conform de rekenmethode NVTB bepaald. Tevens komen de kosten voor aansprakelijkheidstelling, schadeberekening, herstel en nazorg voor rekening van de schadeveroorzaker.

*1 Rekenmethode NVTB (Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen) is in beginsel bedoeld voor het berekenen van de waarde van bomen in een tuin, op een erf, in een park, in de straat of in een laan. De hoogte van de boomwaarde wordt berekend uit de kosten die gemaakt moeten worden om de betrokken boom op dezelfde locatie te vervangen (kosten die gepaard gaan met de heroprichting). Bij grote c.q. oudere bomen zal de waarde bestaan uit de kosten van het (her)planten van een boom, plus de kosten van beheer en onderhoud tot de betreffende boom op gelijkwaardige wijze de functie vervult van de oude boom. (bron: NVTB)

 

Paragraaf 4.3 Procedure tegemoetkoming eigenaren houtopstanden

Door houtopstanden op de lijst waardevolle houtopstanden op te nemen wordt duurzaam bescherming geboden. Voor de eigenaren van het perceel waarop de houtopstand staat betekent dit tot op zekere hoogte echter een belemmering. Zij mogen de houtopstand niet kappen. Hierdoor zijn door bewoners gewenste ontwikkelingen op de betreffende locatie mogelijk niet uitvoerbaar. Om de bewoners tegemoet te komen biedt de gemeente de bewoners ondersteuning aan bij het behoud van de houtopstanden.

De gemeente ondersteunt de bewoners door het opnemen van de houtopstanden in de reguliere systematiek van VTA-controles. Periodiek wordt de vitaliteit van houtopstanden beoordeeld. De gemeente verstrekt de resultaten van deze controles aan de bewoner. De resultaten bestaan uit een overzicht waarin de conditie en eventuele gebreken worden opgenomen. Daarnaast geeft de controleur indien noodzakelijk maatregelen en de urgentie van deze maatregelen aan. De eigenaren kunnen hiermee vervolgens zelf overgaan tot het uitzetten van acties.

 

Paragraaf 4.4 Handhaving

Bomen Effect Analyse

Het opstellen van een Bomen Effect Analyse (BEA) voorafgaand aan bouw- /graafwerkzaamheden draagt bij aan de instandhouding en bescherming van de beschermde houtopstanden. Hierin wordt de groeiplaats van de houtopstand, en de gevolgen van de werkzaamheden op de groeiplaats, onderzocht. Het bevoegd gezag heeft de mogelijkheid voor te handhaven beschermde houtopstanden nabij een bouwproject of andere mogelijke werkzaamheden het opstellen van een dergelijke BEA te verplichten voor de aanvrager van de (bouw)vergunning (artikel 4.11e lid 4). De afdeling bouw- en woningtoezicht toets binnengekomen aanvragen binnen de bebouwde kom aan de lijst waardevolle houtopstanden. Buiten de bebouwde kom wordt beoordeeld of nabij de werkzaamheden beschermde houtopstanden aanwezig zijn. In overleg met de afdeling ruimtelijk beheer wordt indien nodig het bevoegd gezag verzocht een BEA te verplichten.

In een BEA zijn onderstaande beoordelingen opgenomen. Hieruit komt uiteindelijk een eindoordeel hoe de houtopstand duurzaam behouden kan blijven.

- Kwaliteit van de houtopstand

- Fase waarin het project zich bevindt

- Gevolgen van het werk voor de hotopstand

- Alternatieven in de uitvoering van het plan

Bomenwacht

De bomenwacht wordt ingezet tijdens de uitvoering van werkzaamheden in de omgeving van de houtopstand. Met name voor de waardevolle houtopstanden binnen de bebouwde kom en bomen met een diameter >40 cm buiten de bebouwde kom is het belangrijk dat een bomenwacht wordt ingezet om de waardevolle houtopstanden te beschermen.

Bij bouw-, nuts-, bronneringsvergunningen en bestemmingswijzigingen heeft de gemeente de mogelijkheid een (externe) toezichthouder aan te stellen die toeziet op de bescherming van de boom en de naleving van de besteksvoorwaarden. Door in te grijpen als voor de houtopstand gevaarlijke handelingen worden verricht en aanwijzingen te geven hoe problemen opgelost kunnen worden voorkomt een bomenwacht dat het werk steeds stil gelegd dient te worden voor overleg met de gemeente. Eventuele kosten voor de inzet van de bomenwacht komen voor rekening van de vergunninghouder.