Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften inzake personele aangelegenheden

Geldend van 27-04-1999 t/m heden

Intitulé

Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften inzake personele aangelegenheden

Gemeente Haaren

Haaren

Helvoirt

Esch

Biezenmortel

De raad van de gemeente Haaren

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 april 1999

Gelet op artikel 7:13 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht

mede gelet op het instemmend advies van de Ondernemingsraad;

BESLUIT:

Vast te stellen de"VERORDENING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN PERSONELE AANGELEGENHEDEN"

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen.

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Algemene Wet Bestuursrecht;

  • b.

    Verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen,

  • c.

    Bezwaarschrift: een bezwaarschrift zoals bedoeld in artikel 6:4 van de wet;

  • d.

    Beschikking: een beschikking zoals bedoeld in artikel 1:3, tweede lid van de wet;

  • e.

    Belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (artikel 1:2, eerste lid van de wet)

Hoofdstuk 2 Behandeling van de bezwaarschriften.

Paragraaf 1 De Commissie.

Artikel 2 Taak commissie.

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid van de wet, op het terrein van personele aangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie.

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden.

  • 2. De commissie wordt als volgt samengesteld:

    • a.

      een lid aan te wijzen door burgemeester en wethouders;

    • b.

      een lid aan te wijzen door de Ondernemingsraad;

    • c.

      een lid, tevens voorzitter, aan te wijzen in overleg tussen de leden genoemd onder a en b;

  • 3. De voorzitter en leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur van Haaren.

Artikel 4 Secretaris.

  • 1. De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Paragraaf 2 Procedure.

Artikel 5 Ingediend bezwaarschrift.

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. In de ontvangstbevestiging wordt vermeld dat het horen geschiedt door de commissie.

  • 3. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 4. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 vermeldt het bestuursorgaan dat de commissie over het bezwaar zal adviseren en dat aan deze commissie tevens het horen van belanghebbende is opgedragen.

Artikel 6 Overdracht bevoegdheden.

De bevoegdheden ingevolge de artikelen:

  • a.

    2:1 tweede lid,

  • b.

    6:6, voor wat betreft het de indiener in de gelegenheid stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van jet niet voldoen aan het gestelde in artikel 6:5, of aan enig ander bij wet gestelde vereiste, kan worden hersteld;

  • c.

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    7:4

  • e.

    7:6, lid;

Van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 7 Vooronderzoek.

  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 8 Hoorzitting.

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbende en het verwerende orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 en 7:17 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van horen af te zien doet hij daarvan gemotiveerd mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbende; en

    • b.

      het verwerende orgaan.

Artikel 9 Uitnodiging zitting.

  • 1. De voorzitter deelt de belanghebbende en het verwerende orgaan tenminste drie weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid wordt gesteld zich te doen horen tijdens de zitting. De voorzitter neemt hierbij het bepaalde in artikel 7:4 van de wet.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de of het verwerende orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden en het verwerende orgaan medegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijkingen toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste en het tweede lid.

Artikel 10 Niet-deelneming aan de behandeling.

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 11 Openbaarheid zitting.

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 12 Schriftelijke verslaglegging.

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weet is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 4. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 13 Nader onderzoek.

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerende orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerende orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van de overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Raadkamer en advies.

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van de stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissingen op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 15 Uitbrengen advies.

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 12 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie eb de belanghebbenden een afschrift.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen.

Artikel 16 Inwerkintreding.

Deze verordening treedt in werking de achtste dag na bekendmaking.

Artikel 17 Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als: " Verordening behandeling bezwaar- en beroepsschriften Personele aangelegenheden gemeente Haaren".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Haaren in zijn openbare vergadering van 17 juni 1999.De raad voornoemd,De secretaris,                   De voorzitter,
M.A. van der Groen,         J.E.A. Haas.