Reglement automatische incasso gemeente Haaren

1 Deelname aan het automatische incasso is mogelijk als het bedrag per opgelegd aanslagbiljet, binnen één en hetzelfde belastingjaar, minder is dan € 2.500,= per jaar;

2 De incassant kan de deelname aan het automatische incasso weigeren als er omstandigheden zijn (of worden vermoed) die het regelmatige verloop van de incassering van de termijnbedragen belemmeren of zouden kunnen belemmeren.

1 De belastingschuldige verleent machtiging voor het automatisch incasseren van belastinggelden met de (groene) machtigingskaart.

2 De machtigingskaart is geldig als de belastingschuldige de machtigingskaart geheel invult, en deze, voorzien van dag- en handtekening, bij de incassant inlevert of per post daar laat bezorgen.

3 De belastingschuldige kan de machtiging voor het automatische incasso gedurende het gehele belastingjaar afgeven;

4 De machtiging tot automatische incasso wordt zonder tegenbericht ieder jaar stilzwijgend verlengd.

5 Het afgeven van een machtiging tot automatisch incasso ontslaat de belastingschuldige niet van zijn/ haar eigen verantwoordelijkheid voor de tijdige betaling van de termijnen. De incassant is niet aansprakelijk voor de gevolgen van administratieve of technische fouten bij het uitvoeren van het automatische incasso’s.

1 Nadat de machtigingskaart door de incassant wordt ontvangen wordt het termijnbedrag vastgesteld.

2 Het aantal termijnen voor het automatische incasso van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing bedraagt maximaal zes.

3 Het aantal termijnen voor het automatische incasso van de onroerende zaakbelastingen bedraagt maximaal tien.

4 Als een vermindering op de aanslag plaatsvindt, worden de dan nog resterende termijnen naar evenredigheid aangepast.

5 Een eventuele afrondingscorrectie vindt in de laatste termijn plaats.

1 De gemeente spant zich in het gecombineerde aanslagbiljet voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing in de maanden maart en september te verzenden. De gemeente spant zich eveneens in om het aanslagbiljet voor de onroerende zaakbelastingen in februari van het belastingjaar te verzenden. Aan deze inspanning kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzending op een later tijdstip plaatsvindt.

2 De belastingplichtige die aan de incassant voorafgaand aan het vervaardigen van een van de hierboven genoemde aanslagbiljetten een machtiging voor het automatisch incasseren van belastinggelden heeft afgegeven zal bij het opleggen van de genoemde aanslagen in kennis worden gesteld van de termijnbedragen voor het betreffende belastingjaar.

1 Het automatische incasso wordt beëindigd:

• a.

  Nadat het automatische incasso drie maal niet is geslaagd.

• b.

  Indien de belastingplichtige surséance van betaling heeft aangevraagd, in staat van faillissement is gesteld, naar het buitenland vertrekt of dreigt te vertrekken, of als omstandigheden worden geconstateerd die een regelmatig verloop van het incasso (zouden kunnen) belemmeren.

2 De incassant spant zich in herinneringen te verzenden indien de belastingplichtige niet voldoet aan de betalingsverplichting als gevolg van het afgeven van machtiging tot automatische incasso. Aan deze inspanning kunnen geen rechten worden ontleend.

3 Bij niet slagen van het incasso na de eerste en/of tweede keer wordt het dan nog openstaande bedrag naar niet evenredigheid verdeeld over de resterende termijnen, maar blijft het aantaal oorspronkelijke termijnen gehandhaafd.

4 Indien het automatische incasso eindigt vanwege de in lid 1 genoemde reden(en), is artikel 15 van dit reglement van toepassing.

1 Bij overlijden van de belastingplichtige wordt het automatische incasso niet beëindigd op initiatief van de incassant. De eerder afgegeven machtiging tot automatische incasso kan wel worden beëindigd op initiatief van de erven van de belastingplichtige.

2 De erven kunnen het automatische incasso voortzetten door het afgeven van een nieuwe machtiging.

1 Echtscheiding of ontbinding van de partnerregistratie of samenlevingsovereenkomst van de belastingplichtige beëindigt het incasso niet.

2 Indien als gevolg van de echtscheiding of ontbinding van de samenlevingsovereenkomst niet meer kan worden geïncasseerd op het bestaande rekeningnummer, dient de geïncasseerde mede te delen op welk bankrekeningnummer het automatische incasso wel kan plaatsvinden.

1 Verhuizing van de belastingplichtige beëindigt het incasso niet.

2 Bij verhuizing naar een andere gemeente dient de belastingschuldige na de laatste termijnbetaling het incasso zelf te beëindigen.

1 Indien de belastingplichtige het niet eens is met een afgeschreven termijnbedrag, dan kan deze zijn/haar bankinstelling opdracht geven om het afgeschreven termijnbedrag op zijn/haar rekening terug te laten storten. Hiertoe kan de belastingschuldige de (gele) terugboekingkaart gebruiken.

2 De incassant beoordeelt deze terugstorting/intrekking van de afgeschreven termijn als een niet geslaagde incassotermijn.

1 De belastingplichtige kan het automatische incasso te allen tijde opheffen door het intrekken van de verleende machtiging. Hiertoe dient de (rode) stopzettingkaart verstuurd te worden naar de incassant.

2 De incassant stelt bij ontvangst van de (rode) stopzettingkaart per omgaande de belastingschuldige op de hoogte van de eventuele resterende belastingschuld.

3 Bij stopzetting van het automatische incasso binnen twee maanden na dagtekening van de belastingaanslag heeft de belastingschuldige het recht gebruik te maken van de resterende algemene betalingstermijn, als ware er geen machtiging tot automatische incasso afgegeven.

4 Bij stopzetting van het automatische incasso na twee maanden na dagtekening van de belastingaanslag wordt de vordering opeisbaar in overeenstemming met de algemene betalingstermijn.

5 Indien de vervaldatum op het moment van stopzetten al verstreken is heeft de incassant het recht over te gaan tot dwanginvordering

1 Dit reglement voor het automatische incasso van de gemeentelijke belastingen in de gemeente Haaren kan worden aangehaald als “reglement automatische incasso gemeente Haaren”.

2 De regeling wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 2010 en is van toepassing op de vanaf die datum op te leggen gemeentelijke belastingaanslagen betreffende afvalstoffenheffing, rioolheffing en onroerende zaakbelastingen.