Regeling vervallen per 04-02-2016

Referendumverordening

Geldend van 28-06-2007 t/m 03-02-2016

Intitulé

Referendumverordening

De raad van de gemeente Haaren;in zijn vergadering van 24 mei 2007;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2007;gelet op de behandeling in de Raadscommissie van 10 mei 2007;gelet op gelet op artikl 147 en 149 van de Gemeentewet.BESLUIT:tot vaststelling van de Referendumverordening gemeente Haaren

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder

  • a.

    referendum: een raadplegende volksstemming waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over een door de raad voorgenomen besluit.

  • b.

    kiesgerechtigden: diegenen die op de drieënveertigste dag voorafgaande aan de dag waarop het referendum wordt gehouden overeenkomstig artikel B3 Kieswet kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Haaren.

  • c.

    besluit: een schriftelijke beslissing van de raad;

Artikel 2 Toepassingsgebied

Een referendum wordt gehouden onder de kiesgerechtigden van het hele grondgebied van de gemeente.

Artikel 3 Uitzonderingen

Een referendum kan in elk geval niet worden gehouden over besluiten:

  • a.

    over individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen, kwijtscheldingen, schenkingen;

  • b.

    over de vaststelling van de gemeentelijke begroting en de rekening;

  • c.

    over het voor kennisgeving aannemen van notities en rapporten;

  • d.

    in het kader van deze verordening;

  • e.

    inhoudende een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan, dat uitsluitend betrekking heeft op de rechtspositie van ambtsdragers of gewezen ambtsdragers als zodanig dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

  • f.

    inhoudende een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan, dat uitsluitend betrekking heeft op de gemeentelijke belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

  • g.

    inhoudende de vaststelling, wijziging of intrekking van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

  • h.

    als bedoeld in artikel 158, eerste lid, van de Gemeentewet;

  • i.

    als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, 51, eerste en derde lid, 61, eerste en derde lid, 73, eerste en derde lid en 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • j.

    als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, van de wet Algemene regels herindeling;

  • k.

    besluiten die naar het oordeel van de raad hun grondslag vinden in een eerder genomen beslissing waarover een referendum is gehouden of kon worden gehouden;

  • l.

    besluiten ter uitvoering van een besluit van het rijk of de provincie waarbij de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • m.

    besluiten waarvan de inwerkingtreding of uitvoering niet kan worden uitgesteld vanwege de daarmee gemoeide spoedeisende gemeentelijke belangen;

  • n.

    waarvan de raad van mening is dat er andere dan bovengenoemde dringende redenen zijn om geen referendum te houden;

Artikel 4 Initiatief van de Raad

  • 1 De raad kan besluiten tot het houden van een referendum.

  • 2 Het bepaalde in artikel 7 en verder is van overeenkomstige toepassing.\

Artikel 5 Initiatief van kiesgerechtigden

  • 1 Kiesgerechtigden kunnen schriftelijk aangeven dat zij een initiatief willen nemen tot een referendum over een voorgenomen besluit.

  • 2 Deze kennisgeving moet ten minste 2 dagen vóór de raadsvergadering, waarvoor het voorgenomen besluit is geagendeerd, bij de griffier worden ingediend. De kennisgeving moet worden ondersteund door mimimaal 35 kiesgerechtigden.

  • 3 In de kennisgeving wordt aangegeven om welk voorgenomen raadsbesluit het gaat. De kennisgeving gaat vergezeld van een handtekening van elke verzoeker, met een opgave van diens naam, adres, geboortedatum en woonplaats.

  • 4 De in het derde lid bedoelde persoonsgegevens worden geplaatst op daartoe van gemeentewege verstrekte lijsten.

  • 5 Indien een kennisgeving is gedaan volgens de hiervoor gestelde eisen, beslist de raad in dezelfde vergadering waarvoor het besluit van de raad is geagendeerd of over dit voorgenomen besluit, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3, een referendum kan worden gehouden. De raad kan zijn beslissing voor ten hoogste 6 weken verdagen.

Artikel 6 Verzoek

  • 1 Binnen 6 weken na de dag waarop de raad heeft bekend gemaakt dat op grond van de kennisgeving is besloten dat over een voorgenomen besluit een referendum kan worden gehouden, kan door kiesgerechtigden een verzoek tot het houden van een referendum worden ingediend.

  • 2 Dit verzoek moet worden ondersteund door minmaal 175 kiesgerechtigden.

  • 3 Voor de vaststelling van het in het tweede lid bedoelde aantal, worden de kiesgerechtigden die de kennisgeving hebben ondersteund, meegerekend.

  • 4 In het verzoek wordt aangegeven om welk voorgenomen raadsbesluit het gaat. Het verzoek gaat vergezeld van een handtekening van elke verzoeker, met een opgave van diens naam, adres, geboortedatum en woonplaats.

  • 5 De in het vierde lid genoemde persoonsgegevens zijn geplaatst op daartoe van gemeentewege verstrekte lijsten.

  • 6 Het college onderzoekt na binnenkomst van het verzoek, of dit verzoek aan de hiervoor gestelde eisen voldoet. Het neemt hierover binnen 4 weken een besluit. Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste 4 weken verdagen.

  • 7 Indien het verzoek voldoet aan de hiervoor gestelde eisen, neemt de raad uiterlijk binnen 8 weken na de dag van ontvangst van het verzoek een besluit over het houden van een referendum.

Artikel 7 Aanhouden beslissing

Als een referendum wordt gehouden over een door de raad voorgenomen besluit, dan wordt de besluitvorming over dat voorgenomen besluit opgeschort tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop het referendum wordt gehouden, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het verzoek om een referendum wordt beslist.

Artikel 8 Datum

  • 1 De raad stelt de dag vast waarop het referendum wordt gehouden, met dien verstande dat het referendum niet later plaatsvindt dan uiterlijk 3 maanden na de dag waarop het verzoek is ingewilligd of nadat de raad besloten heeft tot het houden van een referendum op basis van artikel 4.

  • 2 Er kunnen meer referenda op dezelfde dag worden gehouden.

Artikel 9 Vraagstelling

  • 1 De raad stelt de vraagstelling en de antwoordcategorieën van het referendum vast.

  • 2 De vraagstelling wordt weergegeven op de oproepingskaart.

Artikel 10 Advies en toezicht

  • 1 De raad kan zich bij het vaststellen van de vraagstelling laten adviseren door een commissie van advies en toezicht.

  • 2 De raad stelt deze commissie van advies en toezicht in en benoemt en ontslaat haar leden.

Artikel 11 Uitvoering

Het college is belast met de uitvoering van het raadsbesluit tot het houden van een referendum. Het college regelt de bestuurlijke en ambtelijke coördinatie.

Artikel 12 Budget

De raad stelt, nadat is besloten tot het houden van een referendum, een budget beschikbaar voor voorlichting en organisatie.

Artikel 13 De stemming

  • 1 Stemgerechtigd zijn degenen die op de drieënveertigste dag vóór de dag waarop het referendum wordt gehouden, kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad.

  • 2 De bepalingen van de Kieswet zijn voor wat betreft de raadsverkiezingen voor zover nodig van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Geldigheid van de uitslag

  • 1 Het referendum wordt als geldig beschouwd, indien meer dan 40 % van de kiesgerechtigden een stem heeft uitgebracht.

  • 2 De uitslag van het referendum wordt berekend op basis van de gewone meerderheid van het totaal aantal uitgebrachte stemmen.

Artikel 15 De beslissing van de raad

In de eerstvolgende vergadering van de raad na de dag waarop het referendum wordt gehouden, vindt besluitvorming plaats over het voorgenomen raadsbesluit dat aan het referendum is onderworpen.

Artikel 16 Strafsanctie

Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt

gestraft degene die:

  • a.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, danwel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft;

  • c.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • d.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Referendumverordening gemeente Haaren.

Ondertekening

De raad van de gemeente Haaren,raadsgriffier,                                 voorzitter,Mr. P.J.F. Bemelmans.               F.H.G.M. Ronnes