Regeling vervallen per 31-12-2018

Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Haaren

Geldend van 01-10-2000 t/m 30-12-2018

Intitulé

Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Haaren

NADERE REGELS TER UITVOERING VAN ARTIKEL 3.1.3. VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING VOOR DE GEMEENTE HAAREN.Burgemeester en wethouders van Haaren,Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid- of veiligheid, de gezondheid of zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostitué(e), geboden is de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven aan nadere regels te binden;Gelet op het bepaalde in artikel 3.1.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening Haaren 2000;BESLUITEN:Vast te stellen:" Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3. APV ".

Paragraaf 1 inleidende bepalingen

Artikel 1 begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Inrichting: een seksinrichting en een escortbedrijf;

  • 2.

    Seksinrichting: de inrichting als bedoeld in artikel 3.1.1., onder c, APV, waaronder begrepen ook een prostitutiebedrijf;

  • 3.

    Escortbedrijf: het bedrijf als bedoeld in artikel 3.1.1., onder d, APV;

  • 4.

    Exploitant: de exploitant als bedoeld in artikel 3.1.1.. onder f, APV;

  • 5.

    Beheerder: de beheerder als bedoeld in artikel 3.1.1., onder g, APV;

  • 6.

    Bouwwerk: een bouwwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de bouwverordening;

  • 7.

    Werkruimte: een verblijfsruimte waar de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt;

  • 8.

    Verblijfsruimte: een besloten ruimte, bestemd voor het verblijven van mensen;

  • 9.

    Bouwbesluit: het besluit als bedoeld in artikel 2 Woningwet houdende de technische voorschriften omtrent het bouwen van bouwwerken en de staat van bestaande bouwwerken;

  • 10.

    Bouwverordening: de bouwverordening door de gemeenteraad vastgesteld op 4 december 1997 en nadien bij raadsbesluiten gewijzigd is.

Paragraaf 2 Inrichtingseisen Prostitutiebedrijven.

Artikel 2 inrichtingseisen Prostitutiebedrijven.

  • 1 Tot een prostitutiebedrijf moeten tenminste behoren:

    • a.

      een of meer werkruimten;

    • b.

      een keuken;

    • c.

      een kleedkamer met een afsluitbare hang/legkast;

    • d.

      een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf met een oppervlakte van tenminste 3,6 m. * 3,6 m.

  • 2 Samenvoeging van de keuken en het dagverblijf, dan wel de kleedkamer en het dagverblijf, is toegestaan als daarmee, naar het oordeel van het bevoegde bestuursorgaan, een gelijke situatie wordt bereikt.

  • 3 Het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer mogen niet voor prostitutiedoeleinden worden gebruikt.

  • 4 elke werkruimte moet voorzien zijn van een wasbak (dan wel andere wasgelegenheid) met warm en koud stromend water, een afsluitbare hang/ legkast en een vloeroppervlakte van tenminste 9 m2.

  • 5 in een prostitutiebedrijf moet uitsluitend ten behoeve van de prostitué(e) en het overige personeel tenminste één toiletruimte en één badruimte aanwezig zijn.

Artikel 3 overige voorzieningen prostitutiebedrijven.

De werkruimten van een prostitutiebedrijf moeten gedurende de aanwezigheid van de prostitué(e)s, hetzij door daglicht, hetzij door kunstlicht, hetzij door beide, voldoende en doelmatig verlicht zijn.

Artikel 4 veiligheidsvoorzieningen prostitué(e)

  • 1 Iedere werkruimte moet voorzien zijn van een zogenaamd stil alarm.

  • 2 De toegangsdeur van een werkruimte mag niet van binnen afsluitbaar zijn.

  • 3 Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing indien een toegangsdeur van een werkruimte is gelegen aan de weg.

Paragraaf 3 Brandveiligheidseisen prostitutiebedrijven.

Artikel 5 brandveiligheidsvoorschriften.

Een prostitutiebedrijf dient te voldoen aan de desbetreffende eisen gesteld in het Bouwbesluit en de Bouwverordening (gebruisvergunning).

Paragraaf 4 Gebruik -gedrag -en gezondheidsvoorschriften.

Artikel 6 algemeen

De exploitant van een seksinrichting of escortbedrijf is verplicht maatregelen te treffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de inrichting of het bedrijf werkzame prostitué(e), alsmede de bescherming van de volksgezondheid.

Artikel 7 technische hygiënezorg.

  • 1 De exploitant van een seksinrichting dient er voor zorg te dragen dat de inrichting voldoet aan de hygiëne-eisen die door de GGD worden gesteld, zoals vermeld in de richtlijnen "hygiëne in prostitutiebedrijven" van de GGD regio 's-Hertogenbosch.

  • 2 De exploitant en/of beheerder verleent aan de GGD toegang tot de seksinrichting en werkt mee aan het bezoek van de medewerker van de GGD die jaarlijks een technische- hygiëne inspectie uitvoert. Van deze hygiëne- inspectie wordt door de GGD een rapport gemaakt hetgeen wordt toegezonden aan de exploitant. Een afschrift van dit rapport wordt aan de gemeente gezonden.

Artikel 8 Preventie.

  • 1 De exploitant van een inrichting verleent de GGD toegang tot de inrichting en verleent medewerking aan preventieactiviteiten van de GGD gericht op verbetering van de gezondheidssituatie van de bij hem werkzame prostitué(e)s.

  • 2 De exploitant van een inrichting dient een beleid te voeren dat gericht is op veilige seks. Hij of zij ziet erop toe dat er geen onveilige seks wordt aangeboden en dat veilige seks wordt bewerkstelligd.

  • 3 De exploitant van een inrichting draagt zorg voor verspreiding onder de in het bedrijf werkzame prostitué(e)s van voor hen toegankelijk en in begrijpelijke taal geschreven voorlichtings- en informatiemateriaal, over gezondheidsrisico's van hun werk, met name seksueel overdraagbare aandoeningen, en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van gezondheidszorg- en hulpverleningsinstellingen.

  • 4 De exploitant van een prostitutiebedrijf of escortbedrijf dient zorg te dragen voor een lijst van hulpverleningsinstanties en belangenverenigingen voor prostitué(e)s die voor de in de inrichting werkzame prostitué(e)s steeds toegankelijk is.

  • 5 De exploitant van een prostitutiebedrijf stelt huisregels op om de klant te informeren over de toepassing van "veilige sekstechnieken" en het in de huisregels beschreven zelfbeschikkingsrecht van de prostitué(e)s. De huisregels dienen op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats opgehangen te worden.

  • 6 In de onder lid 5 bedoelde huisregels wordt in ieder geval opgenomen:

    • a.

      de prostitué(e) mag klant weigeren;

    • b.

      de prostitué(e) is niet verplicht, als daarom wordt verzocht, met de klant alcoholhoudende dranken te drinken en, onverlet het bepaalde in de Opiumwet, andere verdovende middelen te gebruiken;

    • c.

      de prostitué(e) is niet verplicht om, als daarom wordt verzocht, zonder gebruik van een condoom te werken;

  • 7 De huisregels genoemd in het vorige lid gelden ten minste ook voor ieder escortbedrijf.

  • 8 De exploitant en/of beheerder van een seksinrichting draagt er zorg voor dat op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats actueel foldermateriaal ten aanzien van veilige seks en seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) ter inzage liggen.

  • 9 De exploitant en/of beheerder van een seksinrichting draagt er zorg voor dat in de inrichting te allen tijde voldoende wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn.

Artikel 9 Geneeskundig onderzoek.

  • 1 de exploitant van een prostitutiebedrijf en escortbedrijf stelt de bij hem werkzame prostitué(e) in de gelegenheid zich vier keer per jaar op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten bij de GGD of bij een bij GGD bekende arts geneeskundig te laten onderzoeken.

  • 2 indien het in het vorige lid bedoelde onderzoek door een andere arts wordt verricht meldt de exploitant de GGD schriftelijk naam en adres van die arts.

Paragraaf 5 Overige verplichtingen van exploitant en beheerder.

Artikel 10 Leeftijdsgrens bezoekers.

De exploitant en/of beheerder mag gedurende de uren dat de inrichting geopend is geen personen jonger dan 16 jaar in zijn inrichting toelaten.

Artikel 11 Bewoningsverbod prostitutiebedrijf.

  • 1 Het is verboden om het gedeelte van een gebouw dat door de exploitant bestemt is als prostitutiebedrijf als woonruimte in gebruik te nemen dan wel daarin te overnachten.

  • 2 De exploitant en/of beheerder is verplicht op het in het vorige lid toezicht uit te oefenen.

Artikel 12 Verboden reclame.

Het is verboden voor een prostitutiebedrijf of escortbedrijf reclame te maken waarbij de garantie wordt gegeven of op andere wijze wordt aangegeven dat de in het prostitutiebedrijf of escortbedrijf werkzame prostitué(e)s vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

Artikel 13 Escortbedrijf.

De exploitant van een escortbedrijf is verplicht aan de gemeente door te geven onder welke telefoonnummers het bedrijf haar diensten aanbiedt.

 

Paragraaf 6 Raamprostitutie.

Artikel 14 Raamprostitutie.

  • 1 Het is verboden een seksinrichting te voorzien van zogenaamde vitrines en/of ramen met het doel van daaruit raamprostitutie uit te (doen) oefenen.

  • 2 Het is verboden vanuit een seksinrichting door handelingen, houding, woord, gebaar of op enigerlei andere wijze, passanten tot prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken.

Paragraaf 7 Slotbepaling

Artikel 15 Geldigheidstermijn vergunning.

Een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening vervalt 2 jaar na de dag van bekendmaking van de vergunning aan de aanvrager.

Artikel 16 Slotbepaling

Deze nadere regels treden in werking op 1 oktober 2000