Beleidsnota gedenktekens

Geldend van 20-11-2003 t/m heden

Intitulé

Beleidsnota gedenktekens

Inhoudsopgave

  • 1.

    Inleiding

  • 2.

    Wanneer mag een gedenkteken worden geplaatst?

  • 3.

    Type gedenktekens3.1 Gedenktegel3.2 Klimop

  • 4.

    Het hebben en behouden van een gedenkteken4.1 Plaatsing4.2 Onderhoud4.3 Verwijdering4.4 Aansprakelijkheid

  • 5.

    Bestaande gevallen en nieuw beleid

  • 6.

    Kosten

  • 7.

    Evaluatie

Gedenktekens langs wegen in de gemeente Haaren.

Hoofdstuk 1 INLEIDING

Wegbeheerders in Nederland worden steeds vaker geconfronteerd met verzoeken van burgers om een gedenkteken langs een hoofdrijbaan te plaatsen, zo ook de gemeente Haaren. Het gaat hierbij om nabestaanden van slachtoffers die een gedenkteken willen plaatsen op de plek in de berm waar het dodelijk ongeval heeft plaatsgevonden. Uit ervaringen in de afgelopen jaren is gebleken dat het plaatsen van een gedenkteken van grote emotionele betekenis kan zijn voor de nabestaanden en een bijdrage kan leveren in de verwerking van het verlies van dierbaren. De gemeente Haaren wil het plaatsen van gedenktekens langs de weg, onder bepaalde voorwaarden, toestaan. De gemeente houdt hierbij rekening met de veiligheid van de weggebruiker, diegene die het gedenkteken plaatst en de bezoekers ervan. Om te voorkomen dat de aandacht van weggebruikers te veel wordt afgeleid door allerlei uiteenlopende vormen van gedenktekens in de berm van gemeentelijke wegen gaat de voorkeur uit naar een tweetal mogelijkheden, te weten een gedenktegel of een klimop. Indien blijkt dat voornoemde opties bij de nabestaanden absoluut niet aanvaardbaar zijn dan biedt de gemeente, binnen de daarvoor gestelde randvoorwaarden, de mogelijkheid om een ander gedenkteken te plaatsen.

Hoofdstuk 2 Wanneer mag een gedenkteken worden geplaatst?

Als algemeen uitgangspunt in de wegenverordening kan worden afgeleid dat de berm uitsluitend een verkeersbelang heeft te dienen. Gedenktekens dienen in dat opzicht geen verkeersbelang en dienen daarom slechts met de nodige zorgvuldigheid en terughoudendheid te worden toegestaan. Zowel de gedenktekens als de bezoekers ervan kunnen de aandacht van de automobilisten afleiden. Daarnaast kunnen de bezoekers door emoties minder aandacht hebben voor het verkeer, waardoor gevaarlijke verkeerssituaties kunnen ontstaan. Vandaar dat bij de beoordeling van een verzoek tot plaatsing van een gedenkteken de verkeersveiligheid een doorslaggevende rol speelt. Door een aantal voorwaarden te verbinden aan het geven van toestemming voor een gedenkteken, wordt getracht om de verkeersveiligheid te waarborgen. Om te voorkomen dat de aandacht van de weggebruikers teveel wordt afgeleid door allerlei uiteenlopende gedenktekens in de berm van gemeentelijke wegen gaat de voorkeur van de gemeente uit naar twee typen gedenktekens, te weten een gedenktegel en een klimop. In samenwerking met het bureau Slachtofferhulp zullen nabestaanden, indien gewenst, van ons beleid op de hoogte worden gesteld.Het is aan de nabestaanden te bepalen waar de voorkeur naar uit gaat. De keuze zal met betrokkenen in goed overleg worden besproken.Bij de beoordeling of een locatie voor een gedenkteken verkeersveilig is dient te worden gekeken naar de functie en inrichting van de weg, de oorzaak van het ongeluk en de geschiedenis van de weg (ongevallenbeeld). Een feitenonderzoek zal meer duidelijkheid hierover kunnen verschaffen (zoals verkeersintensiteiten en verkeersongevallengegevens). Ook kan een verkeersveiligheidsadviseur de situatie nader beoordelen. Dit tesamen levert een actieve houding op van de gemeente in het streven naar een zo hoog mogelijke verkeersveiligheid. Wanneer blijkt dat een beoogde locatie niet verkeersveilig is, dan zal in goed overleg met de nabestaanden een alternatieve locatie moeten worden gezocht. Bezoekers van het gedenkteken moeten de auto zoveel mogelijk parkeren bij bestaande parkeergelegenheden in de buurt. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de verkeerskundige situatie ter plaatse. Parkeren in de berm kan niet worden verboden, maar dient zoveel mogelijk te worden voorkomen.Opgemerkt wordt dat per geval bekeken moet worden wat de nabestaanden wensen en in hoeverre dit in het beleid past. Dit vergt een zorgvuldige beoordeling waarbij alle omstandigheden van het geval meegenomen moeten worden. Per geval zou dit wel eens tot een ander (goed beargumenteerd) resultaat kunnen leiden.

Hoofdstuk 3 Type gedenktekens

Paragraaf 3.1 Gedenktegel

Een gedenktegel is een verkeersveilige manier om als gedenkteken in de berm van de weg te plaatsen. De gedenktegel valt niet zodanig op voor weggebruikers dat het een belemmering voor het gezichtsveld vormt. De gedenktegel is van een duurzaam materiaal gemaakt zodat de aanvrager deze later kan meenemen als de gedenktegel verwijderd wordt.Vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen is het van belang dat de gedenktegel zo weinig mogelijk boven het maaiveld dient uit te steken om afleiding van automobilisten te voorkomen. Een aan de ondergrond verankerde gedenktegel is daarmee een goede oplossing. Het plaatsen van een gedenktegel moet daarom aan de volgende voorwaarden voldoen:* De gedenktegel wordt alleen toegestaan in de buitenberm. Plaatsing van een gedenkteken in de midden- of tussenberm is uit het oogpunt van verkeersveiligheid en bereikbaarheid niet wenselijk; * De gedenktegel heeft een maximale hoogte van 0,10 meter boven het maaiveld;* De gedenktegel wordt in de grond verankerd door een betonvoet met schroefhuls of een andere gelijkwaardige oplossing. Dit om vandalisme te voorkomen;* Maximale oppervlakte van de gedenktegel is 0,50 x 0,50 meter; de voorkeur gaat uit naar een tegel van 0,30 x 0,30 meter; ruimte rondom de gedenktegel: maximaal 1 x 1 meter;* De afstand tussen de gedenktegel en de weg dient, indien praktisch mogelijk, in overeenstemming te zijn met de obstakelvrije zone volgens de RONA richtlijn. Aangezien deze afstand in de praktijk vaak haalbaar zal zijn is een afstand van minimaal 2 meter vanaf de weg een vereiste. Naast het feit dat bezoekers van de gedenktegel hierdoor veiliger een bezoek kunnen brengen aan de gedenktegel, geldt dat wanneer de gedenktegel niet vlak naast de weg ligt, de aandacht van de weggebruikers in de meeste gevallen op de weg gericht zal blijven;* Afbakening dient uitsluitend te geschieden door paaltjes (zonder kettingen etc.) met een maximale hoogte van 0,50 meter boven het maaiveld en een grootte van maximaal 8 x 8 cm. De markering van de gedenktegel door paaltjes is onder andere bedoeld om te zorgen dat de gemeente zonder schade te veroorzaken aan de gedenktegel onderhoud aan de berm kan plegen (bijvoorbeeld maaien, snoeien van de bomen). Verder is het zo duidelijk voor de nabestaanden welk gedeelte van de berm zij moeten onderhouden; * De gedenktegel moet een op zich zelf staand object zijn. Dat wil zeggen dat het niet verbonden of gemonteerd mag worden aan objecten die in eigendom of beheer zijn van de gemeente Haaren, zoals bijvoorbeeld verkeersborden etc. Met name in het geval van verkeersborden, wordt er afbreuk gedaan aan de functie die het verkeersbord in eerste instantie heeft;* De kleur van de gedenktegel mag geen gevaar of hinder voor het verkeer opleveren;* Verlichting van een gedenktegel is niet toegestaan;* De locatie dient zo verkeersveilig mogelijk te zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan het veilig kunnen parkeren van auto's van de bezoekers.

Paragraaf 3.2 Klimop

Een ingetogen en verkeersveilige oplossing is die in de vorm van klimop. Niet altijd is het noodlottig ongeval te plaatsen in relatie tot bomen langs de weg. Niettemin is het gewenst om te trachten een passende oplossing te bieden. Met de mogelijkheid van klimop is reeds ervaring opgedaan en blijkt een ingetogen en toch herkenbare oplossing te zijn voor de nabestaanden. Voor de wegbeheerder biedt deze oplossing ook voordelen ten aanzien van onderhoud, bescherming weggebruikers en (administratieve) nazorg. De klimop kan worden geplant aan de voet van de bestaande dan wel, nieuw geplante boom (bij beschadiging), daar waar het ongeluk heeft plaatsgevonden.

Hoofdstuk 4 Het hebben en behouden van een gedenkteken

Paragraaf 4.1 Plaatsing

Alvorens het gedenkteken geplaatst mag worden, moet de gemeente hiervoor schriftelijk toestemming hebben gegeven aan de nabestaanden of direct betrokkenen. Daarbij verstrekt zij nadere informatie over de rechten en plichten van de nabestaanden.Toestemming voor een gedenktegel kan worden aangevraagd tot 3 jaar nadat het dodelijk ongeval plaatsvond en de toestemming wordt gegeven voor een periode van drie jaar met de mogelijkheid deze periode met drie jaar te verlengen. Het plaatsen moet in het bijzijn van of door de afdeling Ruimtelijke Beheer worden uitgevoerd. Het bepaalde in CROW publicatie 96A of 96B zal in acht moeten worden genomen.Indien men een bijeenkomst (b.v. bij het plaatsen of verwijderen) wil houden dan dient dit te geschieden in overleg met de gemeente en de politie. De kosten voor het aanschaffen en het plaatsen van het gedenkteken komen voor rekening van de nabestaanden.Schriftelijke toestemmingNabestaanden dienen voor het plaatsen van een gedenkteken over een schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders te beschikken. Deze toestemming zal gezamenlijk met de gemaakte afspraken met de nabestaanden in een brief van het college aan de nabestaanden worden verstrekt.

Paragraaf 4.2 Onderhoud van een gedenkteken.

De nabestaanden dienen, op eigen kosten, het gedeelte waarin het gedenkteken ligt in ordentelijke staat te houden. Bloemen mogen in geringe mate, binnen de daarvoor beschikbaar gestelde ruimte van max. 1 x 1 meter, bij het gedenkteken worden neergelegd. Deze bloemen dienen echter zo te worden neergelegd dat de aandacht van de automobilist hierdoor niet teveel wordt afgeleid. Hierbij mag het gedenkteken niet het karakter krijgen van een grafmonument.Daarbuiten is het een verantwoordelijkheid van de wegbeheerder. In geval van dagelijks onderhoud of gewenste dan wel noodzakelijke wijziging van de weg c.q. wegconstructie, dienen de nabestaanden daaraan hun medewerking te verlenen. Indien blijkt dat er naar het oordeel van de gemeente geen of onvoldoende onderhoud wordt gepleegd en/of het gedenkteken kennelijk niet meer wordt bezocht, kan de gemeente in overleg met de nabestaanden het gedenkteken laten verwijderen.

Paragraaf 4.3 Verwijdering van een gedenkteken.

Na drie jaar wordt de nabestaanden gevraagd of een verlenging van de toestemming wenselijk is of dat het gedenkteken verwijderd kan worden. Dit gesprek kan zonodig met hulp van Bureau Slachtofferhulp plaatsvinden. Indien de nabestaanden geen verlenging wensen dan kan het gedenkteken, op kosten van de nabestaanden, verwijderd worden. Dit geldt eveneens in de situatie waarin de gemeente, om nader te bepalen redenen, de toestemming niet met drie jaar wenst te verlengen. Als de nabestaanden hebben gekozen voor het planten van een klimop dan geldt dit voor onbepaalde tijd.

Paragraaf 4.4 Aansprakelijkheid

Het is in principe voor een ieder mogelijk de gemeentelijke wegen te betreden. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid dat het gedenkteken beschadigd of vernield wordt. De gemeente zal geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de door haar gegeven toestemming en het daarmee gepaard gaande gebruik maken van het provinciaal eigendom. Daarom is het belangrijk om de nabestaanden er op te wijzen dat de gemeente Haaren niet aansprakelijk kan worden gesteld voor dergelijke beschadigingen of vernielingen. Dit dient ook als zodanig in de schriftelijke toestemming te worden opgenomen. Eventuele schadelijke gevolgen komen derhalve geheel voor risico van de nabestaanden.

Hoofdstuk 5 Bestaande gevallen en nieuw beleid

Uit een inventarisatie van de afdeling Ruimtelijke beheer is gebleken dat er tot op heden op het grondgebied van de gemeente Haaren geen gedenktekens aan of op de openbare weg zijn geplaatst.

Hoofdstuk 6 Kosten

Normaal gesproken worden leges geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor vergunning. Gezien de gevoeligheid van het onderwerp ligt dit hier niet voor de hand.Kosten als gevolg van aanschaf, het plaatsen, instandhouden en het verwijderen van een gedenkteken komen voor rekening en verantwoordelijkheid van de nabestaanden.

Hoofdstuk 7 Evaluatie

Op dit moment is het moeilijk in te schatten hoeveel verzoeken de gemeente zal ontvangen om een gedenkteken te plaatsen. Een jaar na vaststelling van het beleid zal in overleg met de afdeling Ruimtelijke Beheer worden nagegaan hoe het beleid in de praktijk is uitgevoerd.