Beleidsregels bijdrageregeling chronisch zieken en gehandicapten

Artikel 1 Beleidsregels per 1 januari 2008 die door het college worden vastgesteld:

• 1.

  Met toepassing van artikel 35 lid 3 Wet werk en bijstand en (beoogd) artikel 10 lid 3 Invoeringswet Werk wet en bijstand wordt categoriale bijzondere bijstand verstrekt aan gehandicapten, chronisch zieken en ouderen, mits zij daar volgens de draagkrachtregeling van de gemeente Haaren recht op hebben.

• 2.

  De categoriale bijzondere bijstand bestaat uit een vergoeding voor verborgen kosten in verband met een handicap, ziekte of ouderdom. Deze vergoeding is in 2004 vastgesteld op € 200,00 per huishouden. Dit bedrag wordt elk kalenderjaar geïndexeerd met het CBS indexcijfer.

• 3.

  Om tot de doelgroep gehandicapten, chronisch zieken of ouderen te behoren moet men in de peilmaand:a. niet als wonend staan ingeschreven bij een zorgcentrum, verpleeghuis of gezinsvervangend tehuis;b. geïndiceerd zijn voor tenminste zes aaneengesloten maanden thuiszorg en/of;c. geïndiceerd zijn voor een hulpmiddel conform de Wmo en/of;d. een arbeidsongeschiktheid hebben van 80% - 100% (WAO of Wajong) en/ofe. 65 jaar of ouder zijn en/of;f. op grond van artikel 9 WWB en artikel 8 van de re-integratieverordening gemeente Haaren zijn vrijgesteld van de arbeid op basis van medische beperkingen en/of;g. een compensatie van het verplichte eigen risico ontvangen van een zorgverzekeraar.

• 4.

  Onder hulpmiddelen worden verstaan alle middelen die chronisch noodzakelijk zijn om de mobiliteit te bevorderen, inclusief een rolstoel. Dat kan ook in de vorm van een periodieke financiële tegemoetkoming zijn of deelname aan het collectief vervoer. Onder hulpmiddel wordt tevens verstaan een op grond van de Wmo verstrekte woonvoorziening.

• 5.

  De aanvraag geschiedt schriftelijke op een door het college vastgesteld formulier.

• 6.

  Indien bij partners iedere partner voor zich een aanvraag indient, die overigens door beiden ondertekend moet worden, dan wordt dit als één aanvraag beschouwd.

• 7.

  Per huishouden wordt op aanvraag per kalenderjaar het te verstrekken bedrag geïndexeerd conform het CBS indexcijfer.

• 8.

  De berekening van de draagkracht geschiedt met gebruikmaking van de gemeentelijke draagkrachtregeling die ook voor de bijzondere bijstand en het Welzijnsfonds wordt gebruikt.

• 9.

  Bij het bepalen van de draagkracht wordt bij het bepalen van het inkomen en het vermogen op jaarbasis uitgegaan van het inkomen en het vermogen zoals dat in januari van het kalenderjaar van aanvraag is. Bij het bepalen of men tot de doelgroep behoort wordt uitgegaan van de feitelijke situatie van het kalenderjaar van aanvraag.

• 10.

  Indien noodzakelijk kan het college nadere inlichtingen vragen aan de aanvrager om duidelijkheid omtrent het inkomen en vermogen te krijgen, alsmede inlichtingen vragen aan de aanvrager om duidelijkheid te krijgen of de aanvrager wel tot de doelgroep behoort.

• 11.

  Indien blijkt dat ten onrechte categoriale bijzondere bijstand is verstrekt als gevolg van het verstrekken van onjuiste gegevens, dan wordt deze bijstand teruggevorderd.

• 12.

  Deze beleidsregels gaan in per 1 januari 2008.