Regeling voorschriften en beperkingen vrijstelling winkeltijden Haarlem 2012 op zon- en feestdagen

Artikel 1

Onder winkelier wordt verstaan: de beheerder of exploitant van de winkel of standplaats.

Artikel 2

De winkelier is verplicht direct na sluitingstijd de omgeving binnen een straal van 25 m rondom de winkel/standplaats te ontdoen van afval.

Artikel 3

Het is niet toegestaan om vóór 11.00.uur en na 18.00 uur de winkel/standplaats te bevoorraden of te laten bevoorraden.

Warme bakkers en bloemenhandelaren is het niet toegestaan hun winkel/standplaats vóór 8.00 uur en na 18.00 uur te (laten) bevoorraden.

In aanvulling op bovenstaande blijft voor het kernwinkelgebied binnenstad de ‘toelatingsregels autovrije gebieden’ van toepassing en voor de Gen. Cronjéstraat het verkeersbesluit omtrent het voetgangersgebied.

Artikel 4

De winkelier is verplicht zorg te dragen voor een goede afhandeling van het verkeer naar én vanaf de winkel/standplaats.

Artikel 5

De winkelier is verplicht om geluidsoverlast die verband houdt met het geopend zijn van de winkel zoveel mogelijk te beperken door bijvoorbeeld het gebruik van:

• -

  geluidsarme winkelwagens

• -

  geluidsarme bevoorradingswagens

• -

  inpandige laad- en losactiviteiten.

Artikel 6

De winkelier is verplicht alle aanwijzingen die door of namens het college

aangewezen toezichthouders en de politie worden geven ter handhaving van de openbare orde, de veiligheid dan wel het woon- en leefklimaat, stipt en onverwijld op te volgen.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking gelijktijdig met de inwerkingtreding van de

Verordening winkeltijden Haarlem 2012.

Toelichting

Deze regeling is een invulling van de bevoegdheid op grond van artikel 3 lid 5 van de Winkeltijdenwet om voorschriften en beperkingen te verbinden aan de vrijstelling om op zondag geopend te zijn. De bevoegdheid tot het geven van deze voorschriften en beperkingen is door de Raad gegeven in artikel 6 van de Verordening.

De voorschriften en beperkingen zijn vooral bedoeld om de overlast van de

zondagopenstelling zoveel mogelijk te beperken. De winkeliers zelf zijn

verantwoordelijk voor de gang van zaken in en rond de winkel. De voorschriften en beperkingen zijn daarom met name geadresseerd aan de winkeliers zelf.

Op grond van artikel 1 onder 4o van de Wet op de economische delicten is overtreding van de voorschriften en beperkingen die bij of krachtens artikel 3 vijfde lid van de Winkeltijdenwet zijn gesteld een economisch delict. De politie is bevoegd strafrechtelijk op te treden tegen overtreding van deze bepalingen.

Begin 2013 worden de voorschriften en beperkingen geëvalueerd. Hierbij wordt gekeken over de overlast afdoende wordt beperkt. Zonodig worden de voorschriften en beperkingen bijgesteld.