Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2015

Geldend van 14-04-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2015

De raad van de gemeente Haarlem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 201 5.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    meetbrief: het document als bedoeld in artikel 347, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten);

  • b.

    gebruik van de haven: het in artikel 2 bedoelde gebruik van de voor de openbare dienst bestemde wateren of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen;

  • c.

    vrachtschip: vaartuig, uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd voor het vervoer van goederen;

  • d.

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;

  • e.

    ander vaartuig: elk vaartuig, geen vrachtschip zijnde en geen woonschip zijnde als bedoeld in de Verordening precariobelasting 2015;

  • f.

    tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel;

  • g.

    termijn: een in de tabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven plaatsvindt;

  • h.

    een dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende om 12.00 uur;

  • i.

    een retour: een aaneengesloten tijdvak van 48 uur, beginnend om 12.00 uur;

  • j.

    een week: een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen;

  • k.

    een maand: een kalendermaand;

  • l.

    een kwartaal: een tijdvak van drie aaneengesloten maanden dat aanvangt op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober;

  • m.

    een half jaar: 6 aaneengesloten maanden binnen 1 jaar;

  • n.

    een jaar: een kalenderjaar;

  • o.

    doorvaart: het bevaren van de wateren zonder oponthoud of met een beperkt oponthoud zonder nachtverblijf, mits gedurende dit oponthoud geen goederen worden geladen of gelost.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam havengeld worden rechten geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

  • 2. Voor de toepassing van de tarieven:

    • a.

      wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud of van lengte voor een volle eenheid gerekend;

    • b.

      wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld tenzij voor een langere termijn aangifte is gedaan;

    • c.

      wordt bij de berekening van de rechten voor de doorvaart per keer of per retour en verblijf/laden en lossen voor 1 week het recht naar beneden afgerond op € 0,10;

    • d.

      geldt als laadvermogen het aantal tonnen zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

    • e.

      wordt de lengte van het vaartuig gesteld op de lengte over het dek gemeten of zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

    • f.

      wordt de maatstaf ambtshalve vastgesteld, indien de meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt;

    • g.

      wordt onder laden en lossen mede verstaan de daartoe benodigde doorvaart;

    • h.

      wordt onder verblijf mede verstaan het afmeren.

Artikel 5 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven ter zake van:

  • a.

    vaartuigen, rechtstreeks in dienst van het Rijk, de provincie Noord-Holland, de gemeente Haarlem of een vreemde mogendheid, mits deze vaartuigen personen noch goederen tegen betaling vervoeren;

  • b.

    roeiboten enz., welke wettelijk verplicht zijn bij vaartuigen waarvoor de rechten worden geheven of die daarvan zijn vrijgesteld dan wel waarvoor precariobelasting wordt geheven;

  • c.

    in deze gemeente nieuw gebouwde vaartuigen, zolang daarmee geen ander gebruik van de in artikel 1 bedoelde wateren, werken of inrichtingen wordt gemaakt dan nodig is om deze voor de eerste maal vaarklaar te maken en geen lading wordt ingenomen;

  • d.

    wegens voortgezet verblijf gemeerde vaartuigen, indien dit voortgezet verblijf het gevolg is van het gestremd zijn van de scheepvaart wegens ijs.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De rechten voor doorvaart per keer, per retour en voor verblijf/laden-lossen per dag/per week worden geheven bij wege van voldoening op aangifte.

  • 2. De rechten voor doorvaart per maand, per kwartaal, per half jaar of heel jaar en voor verblijf/laden-lossen per maand, kwartaal, half jaar of heel jaar worden geheven bij wege van aanslag of een gedagtekende nota, bon of andere schriftuur.

  • 3. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 8 Heffing naar tijdsgelang

  • 1. Indien een vaartuig wordt vervangen door een nieuw of gelijksoortig vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde havengeld op aanvraag van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde havengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatstgenoemde havengeld lager is dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt.

  • 2. Het na toepassing van de in het vorige lid bedoelde verrekening verschuldigde bedrag moet binnen een maand na de vervanging overeenkomstig de aangifte worden betaald.

  • 3. Ingeval een ander dan degene van wie voor een bepaald tijdvak met betrekking tot een vaartuig havengeld is geheven, belastingplichtig is ter zake van hetzelfde vaartuig voor hetzelfde tijdvak, wordt, behoudens ingeval het eerste lid toepassing vindt, voor dat tijdvak het havengeld niet geheven van de ander.

  • 4. Indien de belastingplicht bij toepassing van het jaartarief voor een vaste ligplaats in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het havengeld verschuldigd naar evenredigheid van het aantal kwartalen dat na het tijdstip van aanvang van de belastingplicht in dat jaar overblijft, het kwartaal van aanvang van de belastingplicht daaronder begrepen.

  • 5. Indien de belastingplicht bij toepassing van het jaartarief voor een vaste ligplaats in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt op verzoek ontheffing verleend naar evenredigheid van het aantal volle kwartalen dat na de beëindiging van de belastingplicht in het jaar overblijft.

  • 6. Bij toepassing van het tarief per keer, retour, dag, week, maand, kwartaal, halfjaar en voor het tijdvak oktober tot en met maart wordt geen ontheffing verleend.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1. De 'Verordening havengelden 2014' wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening havengelden 2015'.

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Verordening Havengelden 2015

Tarieventabel havengelden 2015