Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016

Geldend van 23-12-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016

De raad van de gemeente Haarlem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    jaar: kalenderjaar;

  • b.

    kwartaal: een tijdvak van drie achtereenvolgende kalendermaanden binnen één jaar;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    week: een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen;

  • e.

    dag: een tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • f.

    haventerrein: de gemeentegrond, begrensd aan de ene zijde door het openbaar water en aan de andere zijde door de rijweg, gelegen aan:

    • 1.

      de Nijverheidsweg tegenover perceel nr. 18;

    • 2.

      de Conradkade;

    • 3.

      de Spaarndamseweg tegenover perceel nr. 380 tot de Floresstraat;

  • g.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn met dien verstande dat voor de belastingen zoals bedoeld in rubriek B onder 7 en 8 van de tabel belastingplichtig is degene die het genot heeft van de onroerende zaak krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, waarvoor de voorwerpen dienen.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    het gebruik van openbare grond of openbaar water of het hebben van particuliere werken of inrichtingen, indien de verplichting tot betaling van de belasting het gevolg is van een door het gemeentebestuur bevolen wijziging van de bestaande toestand;

  • b.

    het hebben van naamborden, naamplaten of borden die plat zijn aangebracht tegen het gevelvlak van het perceel waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend en die – eventueel gezamenlijk – geen grotere oppervlakte hebben dan 12 dm² en die uitsluitend de naam van het beroep of bedrijf vermelden;

  • c.

    het tijdens het zomerseizoen van mei tot oktober hebben van straatversieringen en verlichting ter gelegenheid van speciale gelegenheden indien hiermee geen reclame wordt gemaakt voor bepaalde winkels of artikelen;

  • d.

    het hebben van uithangtekens ter gelegenheid van Sinterklaas of Kerstmis indien hiermee geen reclame wordt gemaakt voor bepaalde winkels of artikelen;

  • e.

    het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de A.N.W.B. en van andere overeenkomstige instellingen;

  • f.

    het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, die volgens het geldende uitbreidingsplan en/of bestemmingsplan is bestemd als bij de percelen behorende voor-, zij- of achtertuin, maar waarvan de eigendom in het belang van de volkshuisvesting bij de gemeente blijft berusten om daarop door de gemeente een tuin voor gemeenschappelijk groen aan te leggen en te onderhouden. Deze vrijstelling is ook van toepassing indien de grondkosten van de tuingronden en de daarop aangelegde tuin in de koopsom waren inbegrepen;

  • g.

    het hebben van buizen tot lozing van fecaliën, huis- en hemelwater;

  • h.

    het hebben van voorwerpen ter zake waarvan krachtens de bepalingen van de in de gemeente geldende ‘Verordening Reclamebelasting Binnenstad 2016’ of de “Verordening Reclamebelasting Cronjé 2016" belasting is of wordt verschuldigd;

  • i.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Gedeelten van in de tabel vermelde eenheden worden voor volle eenheden gerekend.

  • 2. Wanneer de berekening plaatsvindt per dag, respectievelijk week of maand is het bedrag nooit hoger dan het bedrag bij toepassing van het tarief per week, respectievelijk maand of jaar.

  • 3. De oppervlakte van bouwsteigers waardoor het verkeer doorgang kan blijven vinden, wordt bepaald op de helft van de ingenomen oppervlakte.

  • 4. Bij het plaatsen op openbare grond van voorwerpen van welke aard ook, uitgezonderd bouwmaterialen, wordt de ruimte tussen deze voorwerpen mede geacht te zijn ingenomen of aan het verkeer onttrokken.

  • 5. Bij het uitspreiden, uithangen of uitstallen van goederen en bij letterreclame boven openbare grond wordt bij de bepaling van de oppervlakte de ruimte tussen deze goederen en letters mede geacht te zijn ingenomen.

  • 6. Balkons, erkers, luifels en dergelijke uitbouwsels, kolommen tot ondersteuning daarvan en zonneschermen, tot reclame gebezigd, worden slechts belast voor de door de reclame ingenomen oppervlakte.

  • 7. De oppervlakte van een (woon)schip wordt bepaald op de grootste breedte maal de grootste lengte (inclusief boegsprieten, vlaggenstokken en stootwillen).

  • 8. Indien op grond van deze verordening meer dan één tarief toegepast zou kunnen worden, wordt de belasting geheven naar het hoogste tarief.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbare feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven of door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak, of indien dit later is, op het tijdstip waarop de belastingplicht aanvangt.

  • 2. Indien de belastingplicht bij toepasselijkheid van de jaar- en kwartaaltarieven in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de belastingen verschuldigd naar evenredigheid van het aantal volle kalendermaanden dat na het tijdstip van aanvang van de belastingplicht in dat jaar of kwartaal overblijft.

  • 3. Indien de belastingplicht bij toepasselijkheid van de jaar- en kwartaaltarieven in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt op verzoek ontheffing verleend naar evenredigheid van het aantal volle kalendermaanden dat na de beëindiging van de belastingplicht in het jaar of kwartaal overblijft.

  • 4. Voor belastingbedragen tot € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen precariobelasting al dan niet tezamen met andere heffingen aangemerkt als één aanslagbiljet.

  • 5. Bij toepassing van maand-, week- en dagtarieven wordt geen ontheffing verleend.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen steeds één maand later.

  • 3. De precariobelasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 8:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 2 maanden na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening precariobelasting 2015’ van 18 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als `Verordening precariobelasting 2016’

Ondertekening

Vastgesteld in de raadsvergadering d.d. 17 december 2015

Voorzitter, Secretaris,

Tarieventabel precariobelasting 2016

KCC

De volgende tarieven zijn van toepassing voor bouw- en onderhoudswerken:

A

1.

Het innemen, overdekken of op enigerlei wijze aan de openbare dienst onttrekken van openbare grond en het hebben van voorwerpen, werken of inrichtingen in, onder, op of boven gemeentegrond, per m², of indien het een stut, schoor, paal, uitbouw of daar mede gelijk te stellen voorwerp betreft, per voorwerp:

A

1.1

per m²/ voorwerp per week

€ 1,78

A

1.2

per m²/ voorwerp per maand

€ 5,48

A

1.3

per m²/ voorwerp per jaar

€ 45,40

A

2.

Het innemen, overdekken of op enigerlei wijze gebruiken van voor de openbare dienst bestemde grond, en het hebben van voorwerpen, werken of inrichtingen, in, onder, op of boven gemeentegrond, welke nog niet van gemeentewege is voorzien van een wegbedekking of op andere wijze geschikt gemaakt voor het bestemde doel:

A

2.1

per 10 m² per week

€ 2,51

A

2.2

per 10 m² per maand

€ 6,74

A

2.3

per 10 m² per jaar

€ 55,20

A

4.

In afwijking van rubriek A.1 en A.2 voor het hebben van leidingen, kabels, kokers, buizen, draden of soortgelijke voorwerpen:

A

4.1

per m, per jaar

€ 0,58

VTH

De navolgende tarieven zijn van toepassing op het onder, op of boven gemeentegrond hebben van benzinepompinstallaties e.d.

C

1.

Enkele benzine- of oliepompinstallatie of dergelijke inrichting, met inbegrip van de daarbij behorende pompheuvel, vulput en leidingen:

C

1.1

per stuk, per jaar, Zone I+II

€ 1.564,00

C

1.2

per stuk, per jaar, Zone III

€ 780,00

C

2.

Dubbele benzine of oliepompinstallatie of dergelijke inrichting, met inbegrip van de daarbij behorende pompheuvel, vulput en leidingen:

C

2.1

per stuk, per jaar, Zone I+II

€ 3.130,00

C

2.2

per stuk, per jaar, Zone III

€ 1.911,00

C

3.

Mengpomp voor benzine en olie ten behoeve van bromfietsen, voor zover deze niet is geïncorporeerd in de normale benzine-of oliepompen als bedoeld onder 1 en 2

C

3.1

per stuk, per jaar, Zone I+II

€ 147,00

C

3.2

per stuk, per jaar, Zone III

€ 74,00

C

4.

Water- en/of luchtpompinstallatie, met inbegrip van de daarbijbehorende leidingen:

C

4.1

per stuk, per jaar, Zone I+II

€ 110,00

C

4.2

per stuk, per jaar, Zone III

€ 56,00

C

5.

Vulput en leidingen, voor zover niet begrepen onder 1 of 2:

C

5.1

per stuk, per jaar, Zone I+II

€ 51,40

C

5.2

per stuk, per jaar, Zone III

€ 26,30

C

6.

Vulput en leidingen, niet behorende bij een benzine- of oliepompinstallatie:

C

6.1

per stuk, per jaar, Zone I+II

€ 26,30

C

6.2

per stuk, per jaar, Zone III

€ 14,00

C

7.

Benzine of olietank of een dergelijke inrichting, per m², bij grootste lengte en breedte doorsnede:

C

7.1

per stuk, per jaar, Zone I+II

€ 51,90

C

7.2

per stuk, per jaar, Zone III

€ 26,30

VTH

F

1.

Het innemen van een standplaats met een woonwagen op de Waarderveldweg per maand:

€ 41,50

VTH

Voor de heffing van de precariobelasting over reclamevoorwerpen worden het Julianapark en de Generaal Cronjéstraat ingedeeld in Zone I.

De navolgende tarieven zijn van toepassing op het onder, op of boven gemeentegrond hebben van reclamevoorwerpen.

D

1.

Een onverlicht tot reclame dienend voorwerp, niet vallend onder 4 t/m 11 waarbij de oppervlakte van elke tot reclame dienende zijde van het voorwerp bij elkaar wordt geteld:

D

1.1

tot en met 1 m²:

D

1.1.1

per jaar, zone I

€ 60,80

D

1.1.2

per jaar, zone II

€ 40,40

D

1.1.3

per jaar, zone III

€ 20,10

D

1.2

voor elke ½ m² meer

D

1.2.1

per ½ m², per jaar, zone I

€ 60,80

D

1.2.2

per ½ m², per jaar, zone II

€ 40,40

D

1.2.3

per ½ m², per jaar, zone III

€ 20,10

D

2.

Tijdelijk aangebracht voorwerp, als bedoeld onder rubriek D1, dat voor korter dan een jaar wordt aangebracht, per plaatsing met een minimum van € 10,85:

D

2.1

€ 11,10

D

2.2

per m², per 3 maanden, zone II

€ 7,26

D

2.3

per m², per 3 maanden, zone III

€ 3,64

D

3.

Een verlicht tot reclame dienend voorwerp, niet vallend onder 4 tot en met 6, 9, 10 of 12:

D

3.1

tot en met 1 m²:

D

3.1.1

per jaar, zone I

€ 78,70

D

3.1.2

per jaar, zone II

€ 52,20

D

3.1.3

per jaar, zone III

€ 26,20

D

3.2

voor elke ½ m² meer

D

3.2.1

per ½ m², per jaar, zone I

€ 78,70

D

3.2.2

per ½ m², per jaar, zone II

€ 52,20

D

3.2.3

per ½ m², per jaar, zone III

€ 26,20

D

4.

Contourreclame met een minimum van € 10,85

D

4.1

per m, per jaar, zone I

€ 11,10

D

4.2

per m, per jaar, zone II

€ 7,26

D

4.3

per m, per jaar, zone III

€ 3,64

D

5.

Uitgebouwde uitstalkast of dergelijke inrichtingen:

D

5.1

per m3, per jaar, zone I

€ 43,90

D

5.2

per m3, per jaar, zone II

€ 29,10

D

5.3

per m3, per jaar, zone III

€ 17,90

D

6.

Vitrine (verticale hoogte x horizontale breedte)

D

6.1

per m², per 3 jaar, zone I

€ 76,20

D

6.2

per m², per 3 jaar, zone II

€ 50,50

D

6.3

per m², per 3 jaar, zone III

€ 25,30

D

7.

Reclamevlaggen

D

7.1

een vlag ter grootte van maximaal ½ m²:

D

7.1.1

per stuk, per jaar, zone I+ II

€ 18,60

D

7.1.2

per stuk, per jaar, zone III

€ 9,29

D

7.2

een vlag ter grootte van meer dan ½ m²:

D

7.2.1

per stuk, per jaar, zone I+ II

€ 37,00

D

7.2.2

per stuk, per jaar, zone III

€ 18,60

D

7.3

Vlaggen of wimpels, gezamenlijk bevestigd aan een koord of op andere wijze met elkaar tot één serie verbonden, mits elke vlag of wimpel kleiner is dan ½ m²:

D

7.3.1

per stuk, per jaar, zone I+ II

€ 9,35

D

7.3.2

per stuk, per jaar, zone III

€ 4,81

D

8.

Tijdelijk aangebrachte reclamevlaggen, als onder 7.1 t/m 7.3 genoemd met een minimum van € 10,85:

D

8.1

een vlag ter grootte van maximaal ½ m²:

D

8.1.1

per stuk, per maand, zone I+ II

€ 1,57

D

8.1.2

per stuk, per maand, zone III

€ 0,73

D

8.2

een vlag ter grootte van meer dan ½ m²:

D

8.2.1

per stuk, per maand, zone I+ II

€ 3,13

D

8.2.2

per stuk, per maand, zone III

€ 1,57

D

8.3

Vlaggen of wimpels, gezamenlijk bevestigd aan een koord of op andere wijze met elkaar tot één serie verbonden, mits elke vlag of wimpel kleiner is dan ½ m²:

D

8.3.1

per stuk, per maand, zone I+ II

€ 0,73

D

8.3.2

per stuk, per maand, zone III

€ 0,42

D

9.

Reclame in dienstregelingkastjes en aan bushalteborden ten behoeve van openbaar vervoersbedrijven, indien en voor zover daarvoor een collectieve vergunning is verleend, per reclame, per jaar, Zone I + II:

€ 12,10

D

10.

Driehoeks- en sandwichborden rond lichtmasten, per stuk, per maand, Zone I + II:

€ 51,90

D

11.

Aankondigingen anders dan bedoeld in onderdeel 10, per stuk, per week, Zone I + II

€ 6,22

D

12.

Reclame aan lichtmasten:

D

12.1

onverlicht dubbelzijdig reclamebord, per stuk, per maand, Zone I + II

€ 55,90

D

12.2

verlicht dubbelzijdig reclamebord, per stuk, per maand, Zone I + II

€ 64,80

VTH

Voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor zover niet genoemd in de rubrieken A tot en met D zijn de volgende tarieven van toepassing:

E

1.

Opbergen of uitstallen van goederen langs de percelen:

E

1.1.1

per m², per 3 mnd, Zone I

€ 27,90

E

1.1.2

per m², per 3 mnd, Zone II + III

€ 18,60

E

1.2.1

per m², per jaar, Zone I

€ 98,80

E

1.2.2

per m², per jaar, Zone II + III

€ 65,40

E

2.

Rijwielrek met reclame of een verplaatsbaar reclamebord, per stuk, per jaar, Zone I + II + III

€ 63,00

E

3.

Rijwielrek zonder reclame

E

3.1

per stuk, per kwartaal, Zone I + II + III

€ 9,04

E

3.2

per stuk, per jaar, Zone I + II + III

€ 31,60

E

4.

Goederen aan de gevel van de percelen per m² van het ingenomen gevelvlak

E

4.1.1

per m², per 3 mnd, Zone I

€ 22,00

E

4.1.2

per m², per 3 mnd, Zone II + III

€ 14,70

E

4.2.1

per m², per jaar, Zone I

€ 79,20

E

4.2.2

per m², per jaar, Zone II + III

€ 52,60

E

5.1

Terrassen op de Grote Markt, op de Riviervismarkt, de Botermarkt, de Oude Groenmarkt en Klokhuisplein

E

5.1.1

per m², per jaar

€ 90,60

E

5.1.2

per m², per maand

€ 15,40

Voor terrassen op de Grote Markt en de Botermarkt, die als gevolg van de markt op zaterdag en maandag niet kunnen worden gebruikt, wordt 5/7 (vijfzevende) van het tarief in rekening gebracht.

E

5.1.A

Terrassen op de Grote Houtstraat, de Barteljorisstraat, de Anegang, de Paarlaarsteeg, de Spekstraat en de Lepelstraat

E

5.1.A.1

per m², per jaar

€ 78,80

E

5.1.A.2

per m², per maand

€ 12,50

E

5.2

Terrassen op de wegen, in de zones I en II, met uitzondering van de locaties genoemd in rubriek E.5.1 en E.5.1.A

E

5.2.1

per m², per jaar

€ 66,90

E

5.2.2

per m², per maand

€ 10,80

E

5.3

Terrassen op andere locaties dan genoemd onder rubriek E.5.1 t/m 5.2

E

5.3.1

per m², per jaar

€ 35,20

E

5.3.2

per m², per maand

€ 5,33

E

6.

Automatisch verkooptoestel of een dergelijke inrichting, niet vallende onder rubriek C, onverschillig of die inrichting uit een of meer etages of secties daarvan bestaat, buitenwerks gemeten per 10 dm3, per jaar

€ 4,34

met een minimum van € 10,45

E

7.

Staanplaatsen

E

7.1

Standplaatsen voor de verkoop van goederen en/of het verlenen van diensten voor iedere m² of gedeelte daarvan:

E

7.1.1

voor een plaats in klasse A, m² per jaar

€ 231,00

E

7.1.2

voor een plaats in klasse B, m² per jaar

€ 115,00

E

7.1.3

voor een plaats in klasse C, m² per jaar

€ 72,20

E

7.2

Voor nieuw uitgegeven standplaatsen als bedoeld onder 7.1 geldt gedurende het eerste jaar de helft van het tarief.

E

7.3

Voor standplaatsen als bedoeld in 7.1 op de Grote Markt die als gevolg van de markt op de maandag en zaterdag niet kunnen worden gebruikt, wordt 4/6 (vier zesde) van het tarief in rekening gebracht.

E

7.4

Voor standplaatsen als bedoeld in 7.1 die op grond van de verordeningen en de Winkeltijdenwet 1996 op zondag open mogen zijn wordt 7/6 (zeven zesde) van het tarief in rekening gebracht.

E

7.5

Tijdelijke standplaatsen voor de verkoop van oliebollen en poffertjes:

E

7.5.1

voor een plaats in klasse A per maand:

€ 554,00

E

7.5.2

voor een plaats in klasse B per maand:

€ 362,00

E

7.5.3

voor een plaats in klasse C per maand:

€ 281,00

E

7.6

Een kiosk, kraam of andere opstal met een permanent karakter op een standplaats als bedoeld in 7.1, per stuk, per jaar

€ 440,00

E

7.7

Uitstallen van goederen ter gelegenheid van feestelijkheden, per m² in beslag genomen of overdekte grond per m², per dag

€ 2,30

E

7.8

Tijdelijke standplaats voor de verkoop van kerstbomen per m², per vergunningperiode

€ 8,62

E

7.9

Tijdelijke standplaats voor commerciële promotiedoelen per dag

€ 17,80

E

9.1

Innemen van grond t.b.v. een particuliere markt als bedoeld in artikel 152 van de Algemene Plaatselijke Verordening, per 10 m², per dag

€ 7,42

D

Voor het onder, op of boven gemeentegrond hebben van de volgende voorwerpen behorende bij onroerende zaken zijn de navolgende tarieven van toepassing:

B

1.

Een elektrische of andere geleiding, kabel, buis of soortgelijk voorwerp, met uitzondering van die genoemdin rubriek B onder 2:

B

1.1

voor de eerste 25 meter per m, per jaar

€ 7,70

B

1.2

voor elke volgende meter per m, per jaar

€ 0,57

B

2.

Buizen, leidingen, kabels, kokers of soortgelijke voorwerpen ten behoevevan het transport of distributie van nutsvoorzieningen per strekkende m, per jaar

€ 2,87

B

3.

Vervallen

B

4.

Paal, stok of mast per stuk, per jaar

€ 14,70

B

5.

Spoorrails:

B

5.1

per m, per maand

€ 2,75

B

5.2

per m, per jaar

€ 22,20

B

6.

Stelconplaat of soortgelijke rijplaat per m², per jaar

€ 2,19

met een minimum van € 10,45

B

7.

Stoep, stoeptreden, trap, kelderingang, kelderlicht of luchtgat:

B

7.1

tot en met 2 m²: per m², per jaar

€ 14,60

B

7.2

meer dan 2 m²: per m², per jaar

€ 29,20

B

8.

Uitbouw, overbouwing en dergelijke onderdelen van gebouwen (hieronder niet begrepen luifels, erkers en balkons), kelder, tunnel of dergelijke inrichting, transportbaan of dergelijke inrichting: per bouwlaag, per 5 m², perjaar

€ 59,20

B

Voor het plaatsen en parkeren van voertuigen zijn de navolgende tarieven van toepassing:

F

1.

Wagen, aanhangwagen, handwagen, carrier en ander voertuig, uitgezonderd motorrijtuigen in de zin van de Wegenverkeerswet, voor zover niet belast overeenkomstig het vermelde in de onderdelen 2 t/m 4: per m², per jaar

€ 14,50

F

4.

Het stallen op daartoe door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen van een:

F

4.1

bromfiets/snorfiets, stuk, per dag/per keer

€ 0,90

F

4.2

fiets, stuk, per dag/per keer

€ 0,59

F

4.3

bromfiets/snorfiets, stuk, per maand

€ 12,40

F

4.4

fiets, stuk, per maand

€ 8,24

C

Voor het gebruik van het haventerrein zijn de navolgende tarieven van toepassing:

1.

Het innemen van haventerrein per m², per maand:

€ 0,71

2.

Het innemen, overdekken of op enigerlei wijze aan de openbare dienst onttrekken van openbaar water en voor het hebben van niet tot reclame dienende voorwerpen, werken of inrichtingen in, onder, op of boven dat water, met uitzondering van datgene waarvoor havengeld is verschuldigd:

2.1

per m², per maand

€ 1,38

2.2

per m², per jaar

€ 11,30

3.

Paal (< 30 cm diameter) in openbaar water per stuk, per jaar:

€ 14,70

4.

Dukdalf (gelijk aan of > 30 cm diameter) of dergelijk voorwerp in openbaar water per stuk, per jaar:

€ 20,30

5.

Het stremmen van de scheepvaart in openbaar water per dag:

€ 650,00

6.

Vervallen

7.

(Niet) overdekte schepen/pontons/dekschuiten

7.1

Voor niet overdekte schepen/pontons/dekschuiten die gebruikt worden voor commerciële activiteiten, zoals onder meer café-, terras- of restaurantboot met een oppervlakte van:

7.1.1

-minder dan 20 m²

7.1.1.1

per m², per week

€ 0,97

7.1.1.2

per m², per maand

€ 2,90

7.1.1.3

per m², per jaar

€ 28,90

7.1.2

-20 m² of meer

7.1.2.1

per week

€ 18,80

7.1.2.2

voor elke m² boven de 20 m² verhoogd met per m²

€ 0,55

7.1.2.3

per maand

€ 56,40

7.1.2.4

voor elke m² boven de 20 m² verhoogd met per m²

€ 1,55

7.1.2.5

per jaar

€ 563,00

7.1.2.6

voor elke m² boven de 20 m² verhoogd met per m²

€ 14,80

7.2

Voor overdekte schepen/pontons/ dekschuiten die gebruikt worden voor commerciële activiteiten, zoals onder meer café-, terras-, restaurant- of hotel/herbergboot:

7.2.1

per m², per week

€ 0,99

7.2.2

per m², per maand

€ 3,08

7.2.3

per m², per jaar

€ 30,50

7.3

Indien het schip, de dekschuit of het ponton gedeeltelijk overdekt is, wordt de oppervlakte van het schip, de dekschuit of het ponton in eerste instantie geheel opgemeten waarbij word tuitgegaan van de grootste lengte maal de grootste breedte. Het werkelijk aantal vierkante meter van het overdekte deel wordt berekend met toepassing van het voor overdekte schepen geldende tarief. Het restant wordt berekend met toepassing van het voor niet-overdekte schepen geldende tarief.

C

Onder het gebruik van openbaar water wordt mede verstaan:

-oppervlakte ligplaats van het woonschip; en

-oppervlakte vlotten, welke losliggen van het woonschip; en

-oppervlakte steigers, welke losliggen van het woonschip; en

-oppervlakte water tussen het woonschip en de in gebruik genomen grond.

Voor zowel het gebruik van openbaar water en openbare grond nabij, woonschepen welke door de bewoners van de nabij gelegen woonschepen gebruikt wordt, zijn de volgende tarieven van toepassing:

1.

Gebruik ruimte woonschepen liggende nabij de Jan Gijzenkade:

1.1

per m², per maand

€ 0,61

1.2

per m², per jaar

€ 5,98

2.

Gebruik ruimte woonschepen liggende aan het Jaagpad:

2.1

per m², per maand

€ 0,45

2.2

per m², per jaar

€ 4,03

3.

Gebruik ruimte woonschepen liggende in de daarvoor aangewezen woonschepenhaven en aan de Spaarndamseweg t.o. de Zaanenstraat en de Obistraat

3.1

per m², per maand

€ 0,37

3.2

per m², per jaar

€ 3,71

4.

Gebruik ruimte woonschepen liggende op andere plaatsen dan bedoeld onder 1 t/m 3

4.1

per m², per maand

€ 0,64

4.2

per m², per jaar

€ 6,49

Zone indeling Haarlem

Haarlem is voor de heffing van de precariobelasting ingedeeld in de drie onderstaande zones:

Zone I

Wordt gevormd door het gedeelte van Haarlem dat is gelegen tussen het water van

de Kampersingel, Gasthuissingel, Raamsingel, Leidsevaart, Zijlsingel, Kinderhuissingel,

Schotersingel, Kloppersingel en het Spaarne (centrum van Haarlem).

(Voor de heffing van de precariobelasting op reclamevoorwerpen wordt Generaal Cronjéstraat en het Julianapark in Zone I ingedeeld)

Zone II

Wordt gevormd door het gedeelte van Haarlem dat is gelegen tussen:

1.

de Schipholweg, de Amerikaweg, de Aziëweg tussen de Rooseveltbrug en de Briandlaan,de Briandlaan (beide zijden), de A. Schweitzerlaan ten westen van de aansluiting van deBriandlaan op die laan (beide zijden), de Groningenlaan van de aansluiting op die laanvan de A. Schweitzerlaan tot de aansluiting van die laan op de Europaweg (beide zijden)en de Europaweg van de aansluiting van de Groningenlaan op die weg op de Schipholweg;

2.

de Amerikaweg, Amsterdamsestraat, Amsterdamsevaart vanaf de Prins Bernhardlaan tot aan de grens van de gemeente Haarlemmerliede c.a., Boerhaavelaan, Delftlaan, Dreef, Europaweg., Fonteinlaan, Generaal Cronjestraat, Hildebrandlaan, Houtplein, Julianalaan, Julianapark, Kleine Houtweg, Kleverparkweg, Lange Herenvest, Leidsevaart, Lorentzplein, Marnixstraat, Planetenlaan, Prins Bernhardlaan, Rijksstraatweg, Schalkwijkerstraat, Schipholweg, Schoterweg, Soendaplein, Spaarndamseweg, Vondelweg, Wagenweg, Westelijke Randweg, Zijlweg;

3.

en voorts aan de op voormelde wegen uitkomende zijstraten tot een afstand van 20 meter van het snijpunt van de rijbaankanten of de verlengden daarvan.Indien voorwerpen zich gedeeltelijk bevinden binnen voormelde afstandvan 20 meter, worden voor de berekening van het tarief de voorwerpengeacht geheel binnen die afstand te zijn gelegen.

Zone III

Alle niet onder Zone I en Zone II genoemde gebieden en wegen.

N.B. De bovenstaande zone indeling geldt niet voor de heffing van de precariobelasting over terrassen, tenzij in de betreffende bepaling expliciet is aangegeven dat de Zone-indeling van toepassing is.

Behorend bij raadsbesluit van 17 december 2015

De griffier van Haarlem