Verordening programmaraad kabel Haarlem

Geldend van 24-12-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening programmaraad kabel Haarlem

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de gemeenteraad: de gemeenteraad van Haarlem;

  • b.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem;

  • c.

    abonnee: de natuurlijke of rechtspersoon wiens verzoek om aansluiting op de Centrale Antenne Inrichting (CAI) door de aanbieder is ingewilligd;

  • d.

    basispakket: het pakket radio- en televisiesignalen dat de aanbieder gelijktijdig distribueert naar alle aangeslotenen op de CAI (zonder segmentatie) tegen betaling van een basistarief;

  • e.

    basistarief: het maandelijks op grond van de overeenkomst tot aansluiting en levering van het basispakket verschuldigde abonnementsbedrag;

  • f.

    CAI: het geheel van de ontvanginrichting, het kabelnet, de aansluitingen en alle daarmee verband houdende apparatuur en overige toebehoren van de aanbieder, waarmee de signalen kunnen worden ontvangen en doorgegeven aan abonnees;

  • g.

    aanbieder: de aanbieder van de draadomroepinrichting binnen de gemeente Haarlem (Kabel Haarlem BV).

Artikel 2

Er is een commissie genaamd Programmaraad Kabel Haarlem.

Artikel 3

  • 1. De Programmaraad heeft tot taak de aanbieder te adviseren.

  • 2. De Programmaraad stelt in verband met zijn werkzaamheden jaarlijks een beleidsplan vast.

  • 3. De Programmaraad stelt de aanbieder in de gelegenheid zijn zienswijze te geven op het beleidsplan.Het vastgestelde beleidsplan wordt door de Programmaraad gezonden aan de aanbieder alsmede aan de gemeenteraad.

Artikel 4

  • 1. De Programmaraad brengt advies uit aan de aanbieder over de samenstelling van het basispakket.

  • 2. a. De Programmaraad laat zich minimaal eenmaal per jaar door de aanbieder informeren over de kwaliteit en de capaciteit van de CAI.

    • b.

      Alvorens advies uit te brengen pleegt de Programmaraad overleg met de aanbieder.

    • c.

      De Programmaraad houdt zich op de hoogte van de wensen van de abonnees en de ontwikkelingen op de markt.

  • 3. De Programmaraad gaat in haar advisering uit van een pluriforme samenstelling van het pakket omroepprogramma's, rekening houdend met de in de gemeente levende maatschappelijke-, culturele-, godsdienstige- en geestelijke behoeften.

Artikel 5

  • 1. De Programmaraad bestaat uit negen leden, waaronder de voorzitter.

  • 2. De leden worden benoemd door de gemeenteraad.

  • 3. De Programmaraad wijst uit zijn midden een (vice)voorzitter en een secretaris aan.

Artikel 6

  • 1. De zittingsperiode van de leden van de Programmaraad is vier jaar. Herbenoeming is eenmaal mogelijk. De gemeenteraad kan vanuit het oogpunt van continuïteit van het voorgaande afwijken en bepaalde leden wisselend benoemen voor respectievelijk vier en twee jaar.

  • 2. In tussentijdse vacatures - anders dan die bedoeld in lid 1 - wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van acht weken voorzien. Voorziening geschiedt voor het nog resterende deel van de betreffende zittingsperiode.

Artikel 7

  • 1. Tot leden van de Programmaraad kunnen uitsluitend worden benoemd zij die abonnee zijn en inwoner van de gemeente Haarlem, de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en niet krachtens wettelijk voorschrift of rechterlijke uitspraak van het actieve of passieve kiesrecht zijn uitgesloten of daaruit zijn ontzet.

  • 2. Leden van de gemeenteraad en werknemers van de aanbieder kunnen niet worden benoemd tot lid van de Programmaraad.

  • 3. De leden van de Programmaraad zijn deskundig op het terrein waarop de Programmaraad adviseert. De Programmaraad heeft een zodanige samenstelling dat hij representatief is voor de belangrijkste in de gemeente voorkomende maatschappelijke-, culturele-, godsdienstige- en geestelijke stromingen.

Artikel 8

  • 1.

    Het lidmaatschap eindigt, buiten het geval van afloop van de zittingsperiode van de Programmaraad, bovendien:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      in het geval niet meer voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 7;

    • c.

      in het geval als bedoeld in artikel 8, lid 3.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen en met redenen omkleed een lid schorsen.

  • 3.

    Nadat burgemeester en wethouders de geschorste in de gelegenheid hebben gesteld zich ten overstaan van het college mondeling te verdedigen, kunnen burgemeester en wethouders aan de raad voorstellen het lidmaatschap van de betreffende persoon te doen beëindigen. Indien burgemeester en wethouders daartoe geen aanleiding vinden, heffen zij de schorsing op.

De beslissing wordt terstond bij aangetekend schrijven aan de belanghebbende en aan de Programmaraad meegedeeld.

Artikel 9

De leden van de Programmaraad mogen middellijk noch onmiddellijk deelnemen aan levering, verrichten van diensten, betalingen - met uitzondering van het betalen van abonnementsgelden - of aannemingen ten behoeve van de CAI.

Artikel 10

  • 1. Burgemeester en wethouders voorzien in ambtelijke ondersteuning van de Programmaraad. Dit geschiedt na overleg met de voorzitter van de Programmaraad. De ambtelijke ondersteuning is geen lid van de Programmaraad.

  • 2. Op dezelfde wijze als bepaald in lid 1, wordt voorzien in een plaatsvervanger.

  • 3. Het secretariaat wordt gevoerd door de aanbieder.

Artikel 11

Hetgeen bij verordening is geregeld omtrent vergoedingen voor commissieleden voor het bijwonen van vergaderingen alsmede reis- en verblijfkosten is van toepassing op de leden van de Programmaraad.

Artikel 12

De Programmaraad vergadert tenminste 2 maal per jaar danwel zo vaak als de aanbieder een adviesaanvraag voorlegt of zo dikwijls haar voorzitter het nodig oordeelt of tenminste 3 leden aan de voorzitter onder opgaaf van redenen, het verlangen daartoe schriftelijk kenbaar maken.

Artikel 13

De oproeping ter vergadering geschiedt door de secretaris namens de voorzitter met opgave van de te behandelen onderwerpen en tenminste 2 weken van tevoren. In spoedeisende gevallen kan van dit laatste worden afgeweken.

Artikel 14

  • 1. De Programmaraad mag niet beraadslagen en besluiten omtrent een uit te brengen advies, indien niet tenminste 5 leden, waaronder de voorzitter, aanwezig zijn.

  • 2. Besluiten omtrent een uit te brengen advies worden genomen bij meerderheid van stemmen.

Artikel 15

  • 1. De adviezen van de Programmaraad worden schriftelijk gegeven en bevatten alleen het standpunt van de meerderheid, als bedoeld in artikel 14, lid 2, tenzij de minderheid verlangt dat ook haar standpunt wordt vermeld.

  • 2. Na ontvangst van een adviesaanvraag brengt de Programmaraad zo spoedig mogelijk advies uit maar in ieder geval binnen een periode van vier weken.

Artikel 16

  • 1. Alle stukken die van de Programmaraad uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 2. In nader door de voorzitter en de secretaris te bepalen gevallen kan van het gestelde in lid 1 worden afgeweken. Volstaan kan dan worden met ondertekening door de secretaris.

Artikel 17

  • 1. De secretariële ondersteuning is onder toezicht van het dagelijks bestuur belast met de dagelijkse werkzaamheden, die uit de taak van de Programmaraad voortvloeien.

  • 2. De ambtelijke- en secretariële ondersteuning hebben in vergaderingen van de Programmaraad een adviserende stem.

Artikel 18

De voorzitter is bevoegd uit eigen beweging of op verzoek van één of meer leden van de Programmaraad personen uit te nodigen om als adviseur in de vergadering van de Programmaraad te verschijnen.

Artikel 19

De aanbieder voorziet in voldoende faciliteiten van de Programmaraad.

Artikel 20

  • 1. De vergaderingen van de Programmaraad worden in het openbaar gehouden.

  • 2. De deuren worden slechts gesloten, indien de belangen die met het sluiten van de deuren worden gediend zwaarder wegen dan het beginsel van de openbaarheid van de vergadering en wanneer tenminste drie van de aanwezige leden daarom verzoeken.

  • 3. De Programmaraad beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd.

  • 4. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de Programmaraad anders beslist.

Artikel 21

De Programmaraad kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de Programmaraad worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd.

De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en alleen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de Programmaraad haar opheft.

Artikel 22

De Programmaraad zendt jaarlijks een verslag van haar werkzaamheden ter kennisneming aan de gemeenteraad alsmede aan de aanbieder.

Artikel 23

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Programmaraad Kabel Haarlem.

  • 2. Zij treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van haar bekendmaking.