Verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften

Artikel 3 Samenstelling

• 1. De commissie bestaat uit maximaal acht leden. De raad benoemt de voorzitter en de leden uit zijn midden. De voorzitter is lid van de commissie.

• 2. De leden van het college van burgemeester en wethouders zijn niet benoembaar tot voorzitter en lid van de commissie.

• 3. De commissie wijst uit haar midden één of meer plaatsvervangende voorzitters aan. De plaatsvervangend voorzitter neemt bij afwezigheid van de voorzitter zijn taak waar.

• 4. De raad benoemt ook plaatsvervangende 3 leden.

• 5. De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift waarbij zij anders dan als raadslid betrokken zijn.

Artikel 4 Kamers

• 1. De commissie stelt uit haar midden kamers in die worden belast met de advisering over bepaalde bezwaar- en beroepschriften. Een kamer bestaat uit ten minste drie leden.

• 2. De commissie wijst voor alle kamers de voorzitters, de plaatsvervangende voorzitters, de leden en de plaatsvervangende leden aan.

• 3. Hetgeen in deze verordening over de commissie is bepaald, is ook van toepassing op de door de commissie ingestelde kamers tenzij anders is bepaald.

Artikel 5 Secretariaat

• 1. De secretaris van de commissie is een ambtenaar die door het college van burgemeester en wethouders wordt aangewezen. Zij wijzen ook een of meer plaatsvervangers aan.

• 2. De secretaris is adviseur van de commissie.

Artikel 6 Zittingsduur

• 1. De leden van de commissie treden af op de dag waarop de leden van de gemeenteraad aftreden. Zij kunnen worden herbenoemd.

• 2. Deze leden kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij dienen dit schriftelijk in bij de voorzitter van de commissie.

• 3. Aftredende of ontslagnemende leden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien. Zij zijn nog gedurende dertig dagen nadat in hun opvolging is voorzien bevoegd deel te nemen aan de behandeling van zaken die op het moment van hun aftreden of ontslag niet zijn afgehandeld.

Artikel 7 De indiening van het bezwaar- of beroepschrift

• 1. Het bezwaar- of beroepschrift wordt na ontvangst door het bestuursorgaan zo spoedig mogelijk aan de secretaris doorgezonden.

• 2. Als het bezwaar- of beroepschrift bij de raad is ingediend, zorgt de voorzitter van de raad dat het bezwaar- of beroepschrift ter kennis van de raad wordt gebracht.

Artikel 8 Vooronderzoek

• 1. De secretaris treft alle noodzakelijke handelingen die nodig zijn voor een goede voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift.

• 2. Hij is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen.

Artikel 9 Terinzagelegging

• 1. Minimaal een week worden voor de indiener van het bezwaar- of beroepschrift en andere belanghebbenden ter inzage gelegd:

  • -

    het bezwaar- of beroepschrift;

  • -

    alle andere stukken die van belang zijn of betrekking hebben op de zaak.

• 2. Zij kunnen tegen vergoeding van de kosten kopieën van deze stukken krijgen.

• 3. Hiervan kan worden afgeweken als de secretaris oordeelt dat het belang van de zaak zich verzet tegen het ter inzage leggen van bepaalde stukken.

Artikel 10 Vergaderingen

• 1. De commissie vergadert zo dikwijls de secretaris dit in overleg met de voorzitter nodig acht. De secretaris bepaalt in overleg met de voorzitter de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

• 2. De secretaris zorgt ervoor dat de leden tijdig maar ten minste vijf dagen voor de datum van de vergadering worden opgeroepen onder mededeling van de voor de vergadering vastgestelde agenda. Alle stukken die van belang zijn voor de behandeling van de zaak worden daarbij meegezonden.

• 3. De voorzitter of één van de andere leden van de commissie is bevoegd in spoedeisende gevallen tijdens de vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. De commissie beslist of dit onderwerp in behandeling wordt genomen.

• 4. Voor het houden van een vergadering van de commissie is vereist dat ten minste drie raadsleden aanwezig zijn. Voor het houden van een vergadering van een kamer is vereist dat ten minste één raadslid aanwezig is.

• 5. Wanneer verwacht wordt dat een lid verhinderd zal zijn een vergadering bij te wonen, roept de voorzitter een plaatsvervangend lid op.

Artikel 11 Hoorzitting

• 1. De commissie stelt de indiener van het bezwaar- of beroepschrift en andere belanghebbenden in de gelegenheid tijdens een vergadering het bezwaar- of beroepschrift toe te lichten.

• 2. De secretaris zorgt dat deze personen tijdig maar ten minste vijf dagen voor de datum van de hoorzitting schriftelijk worden uitgenodigd. Met instemming van de genoemde personen kan hiervan worden afgeweken.

• 3. De commissie kan besluiten de hoorzitting achterwege te laten als:

  • a.

    het bezwaarschrift kennelijk niet ontvankelijk is;

  • b.

    het bezwaarschrift kennelijk ongegrond is;

  • c.

    de belanghebbenden hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, of

  • d.

    aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad.

Artikel 13 Behandelend ambtenaar

• 1. De ambtenaar die de beslissing waartegen het bezwaar- of beroepschrift is ingediend, heeft voorbereid, wordt gehoord door de commissie.

• 2. De secretaris zorgt dat deze ambtenaar tijdig maar ten minste vijf dagen voor de datum van de hoorzitting wordt uitgenodigd.

Artikel 16 Raadkamer

• 1. Na afloop van de hoorzitting beraadslaagt de commissie met gesloten deuren over het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen advies. Het advies waarin is opgenomen het verslag als bedoeld in artikel 15 wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

• 2. Alle leden van de commissie hebben stemrecht.

• 3. Als de commissie niet tot een eensluidend advies komt, wordt van de verschillende standpunten in het advies melding gemaakt.

Artikel 17 Beslissing

• 1. Het bestuursorgaan neemt een beslissing op een bezwaar- of beroepschrift binnen de bij de wet gestelde termijn.

• 2. De secretaris zorgt dat de beslissing op het bezwaar- of beroepschrift aan de indiener en andere belanghebbenden wordt bekendgemaakt.

• 3. Met de beslissing wordt het advies van de commissie meegezonden.