Uitvoeringsregeling subsidiëring Funderingsonderzoek gemeente Haarlem 2018

Geldend van 08-10-2018 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidiëring Funderingsonderzoek gemeente Haarlem 2018

Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem;

Gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Haarlem (ASV)

besluit

vast te stellen de Uitvoeringsregeling subsidiëring Funderingsonderzoek gemeente Haarlem 2018

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Bouwkundige eenheid: de woningen in een bouwblok, die constructief onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn en/of een gezamenlijke fundering hebben

  • b.

    Commerciële verhuur: een eigenaar die niet de bewoner is van de woning, niet ingeschreven is in de gemeentelijke basisadministratie op dit adres, of een deel van de bouwkundige eenheid, en één of meer woningen verhuurt. Een woningcorporatie wordt hier niet onder verstaan.

  • c.

    Eigenaar: in deze regeling wordt, naast degene met het meest omvattende zakelijk recht op een particuliere woning, mede verstaan degene die het recht van erfpacht heeft en de houder van het recht van opstal.

  • d.

    Eigenaar-bewoner: een natuurlijk persoon, zijnde volgens het kadaster eigenaar én bewoner van een woning, gelegen op het grondgebied van gemeente Haarlem

  • e.

    Funderingsonderzoek: een onderzoek naar de staat van de fundering van de woning, welke is uitgevoerd conform de van toepassing zijnde richtlijnen (zie art. 1g.).

  • f.

    Inspectieput: een gat gegraven bij de fundering van een woning met houten paalfundering waardoor minimaal drie funderingspalen zichtbaar worden gemaakt voor inspectie en voor het nemen van houtmonsters. Bij een woning op staal een gat gegraven zodanig dat daardoor inzicht ontstaat op de opbouw en dimensionering van de fundering.

  • g.

    F3O richtlijnen: dit betreffen de meest recent vastgestelde richtlijnen over het uitvoeren van funderingsonderzoek en het beoordelen van de staat van de fundering. Op moment van schrijven betreft dit de volgende richtlijnen:

    • Richtlijn Houten Paalfunderingen onder gebouwen – Onderzoek en beoordeling – 3e herziene editie – F3O/SBRCURnet, Delft oktober 2016;

    • Onderzoek en beoordeling van funderingen op staal ( ondiepe funderingen) – SBRCURNET/F3O, Rotterdam februari 2014.

  • h.

    F3O: Brancheorganisatie; Organisatie Onafhankelijk Onderzoek Funderingen, welke eind 2017 zal opgaan in KCAF (Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek) als KCAF Platform Funderingsonderzoek. De richtlijnen zoals genoemd in artikel 1g. blijven wel van kracht.

  • i.

    Onderzoeksrapport: het rapport met bevindingen en conclusies van het funderingsonderzoek

  • j.

    Particuliere woning: een woning die in eigendom is van de bewoner

  • k.

    Subsidie: financiële steun in de vorm van een bijdrage in de kosten van funderingsonderzoek

  • l.

    Subsidieplafond: het budget dat gedurende de looptijd van de regeling door de gemeente Haarlem beschikbaar wordt gesteld voor funderingsonderzoek.

  • m.

    Verordening: de vigerende Algemene Subsidieverordening gemeente Haarlem

Artikel 2. Doelstelling

De regeling is van toepassing op de door het college aan eigenaar-bewoners te verstrekken incidentele subsidies voor onderzoek van de fundering, van woningen gebouwd vóór 1970 en gelegen in de gemeente Haarlem.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie komen in aanmerking de kosten voor het funderingsonderzoek.

Artikel 4. Subsidieplafond

Het totale subsidieplafond voor 2018 bedraagt € 100.000,-.

Artikel 5. Doelgroep/Aanvrager

  • 1. De subsidie kan worden aangevraagd door de eigenaar-bewoner(s) van de woning(en) waar het funderingsonderzoek betrekking op heeft.

  • 2. Bij een gezamenlijk uit te voeren funderingsonderzoek mag bij één of meer woningen waar het onderzoek betrekking op heeft sprake zijn van commerciële verhuur mits

    • a.

      de hoofdaanvrager een eigenaar-bewoner is en

    • b.

      de woning waarbij sprake is van commerciële verhuur onderdeel uitmaakt van dezelfde bouwkundige eenheid als waar de woning van de hoofdaanvrager toe behoort.

Artikel 6. Aanvraagprocedure

  • 1. De subsidieaanvraag dient voorafgaand aan de start van het onderzoek te worden ingediend met het daarvoor bedoelde aanvraagformulier en de voor de beoordeling van de aanvraag relevante bijlagen zoals vermeld op het aanvraagformulier.

  • 2. De onderzoeksopzet moet voldoen aan de F3O richtlijnen. Bij de beoordeling van de aanvraag wordt hierop gecontroleerd. De offerte moet daarnaast in elk geval een uitspraak doen over de omvang van de bouwkundige eenheid waar de woning van de aanvrager onderdeel van is, en het aantal inspectieputten dat nodig is om deze bouwkundige eenheid te kunnen beoordelen.

  • 3. Indien bij de aanvraag een verzamelofferte wordt toegevoegd, dient de offerte gespecificeerd te zijn naar uitwerking van de totale kosten per inspectieput en worden de betreffende panden die met deze put worden onderzocht vermeld.

  • 4. De aanvraag bij een gezamenlijk uit te voeren funderingsonderzoek wordt door of namens de eigenaren van de te onderzoeken woningen ingediend in de situatie dat de te onderzoeken woningen niet behoren tot een bouwkundige eenheid maar waarbij meerdere woningen conform de richtlijn kunnen worden onderzocht met één inspectieput. Daarbij moet de hoofdaanvrager een eigenaar-bewoner zijn.

  • 5. Alleen aanvragen die ontvangen zijn vóór 1 januari 2019 worden in behandeling genomen.

  • 6. De subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Is een ingediende aanvraag onvolledig, dan is het mogelijk de ontbrekende stukken alsnog aan te leveren. De datum waarop de aanvraag volledig is, is de datum van binnenkomst. Andere volledige aanvragen die voor deze datum zijn ingediend gaan dus voor. U kunt alleen aanvragen indienen in de indieningsperiode. Komen er meer aanvragen op een dag binnen, dan volgt een loting voor de volgorde van binnenkomst. Dit geldt alleen als er onvoldoende budget is.

  • 7. Zo snel mogelijk, doch uiterlijk zes weken na de datum van binnenkomst besluit het college over subsidieverlening.

Artikel 7. Subsidie funderingsonderzoek

Voor funderingsonderzoek is een breed palet aan onderzoeksmethoden beschikbaar, variërend van alleen een gevelschouw tot funderingsopgravingen met proefbelastingen. Het funderingsonderzoek komt alleen in aanmerking voor subsidiëring op basis van deze verordening wanner deze uitgevoerd wordt door een bureau dat voorkomt op de KCAF erkenningslijst. Deze lijst is sinds 23 november 2017 beschikbaar op www.kcaf.nl.

  • 1.

    Het onderzoek omvat onderzoek van de fundering en inspectie van de woning op schade veroorzaakt door funderingsproblematiek.

  • 2.

    Het subsidiebedrag bedraagt 80% van de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van € 3.300,- per benodigde inspectieput indien er sprake is van individueel onderzoek.

  • 3.

    Het subsidiebedrag bedraagt 80% van de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van € 3.500,- per benodigde inspectieput indien eigenaren van meerdere woningen in een bouwkundig eenheid gezamenlijk onderzoek laten uitvoeren

  • 4.

    Het subsidiebedrag bedraagt 80% van de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van € 3.500,- per benodigde inspectieput indien eigenaren van meerdere woningen die niet tot een bouwkundige eenheid behoren met een inspectieput gezamenlijk funderingsonderzoek conform de richtlijn kunnen uitvoeren.

  • 5.

    Het aantal benodigde inspectieputten wordt getoetst aan de F3O richtlijnen.

Artikel 8. Subsidievoorwaarden

De subsidie wordt verleend onder de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Het funderingsonderzoek wordt uitgevoerd conform de F3O richtlijnen.

  • 2.

    Binnen 9 maanden na het besluit tot het verlenen van de subsidie moet het funderingsonderzoek zijn afgerond.

  • 3.

    Het onderzoeksrapport dient te voldoen aan de F3O richtlijnen.

  • 4.

    In het onderzoeksrapport dient een integrale beoordeling van de funderingsconstructies te zijn opgenomen conform artikel 3.2 van de F3O richtlijnen.

  • 5.

    Het onderzoeksrapport komt ter beschikking van de gemeente ten behoeve van de door haar uit te voeren wettelijke taken.

  • 6.

    Aan de met controle belaste ambtenaren dient, op door die ambtenaren te bepalen tijdstippen, toegang te worden verleend tot de plaats van het onderzoek.

Artikel 9. Weigeringsgronden

In aanvulling op het bepaalde in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt subsidie geweigerd indien:

  • 1.

    Niet voldaan is aan het bepaalde in deze regeling.

  • 2.

    Het subsidieplafond bereikt is of met voorliggende subsidieaanvragen bereikt zal worden.

  • 3.

    De woning in eigendom is van een woningcorporatie.

  • 4.

    Bij de woning(en) waar het onderzoek betrekking op heeft uitsluitend sprake is van commerciële verhuur.

  • 5.

    Met het funderingsonderzoek is begonnen voordat de subsidieaanvraag is ontvangen.

  • 6.

    Voor het funderingsonderzoek van de woning al eerder subsidie is verstrekt door het college op grond van deze regeling of de regeling van 2017.

  • 7.

    De woning onderdeel uitmaakt van een bouwkundige eenheid waarvoor al voldoende funderingsgegevens beschikbaar zijn.

Artikel 10. Verantwoording

  • 1. De subsidieontvanger verzoekt binnen 9 maanden na subsidieverlening aan het college om subsidievaststelling en dient hiertoe de volgende stukken in:

    • Het onderzoeksrapport met de bevindingen en conclusies van het funderingsonderzoek

    • Alle rekeningen met betrekking tot het funderingsonderzoek

    • De betaalbewijzen van de rekeningen met betrekking tot het funderingsonderzoek

    • Het college kan van de subsidieontvanger nadere gegevens verlangen wanneer dat nodig is voor de beoordeling van het uitgevoerde onderzoek

  • 2. Het college kan op verzoek van de subsidieontvanger de termijn zoals genoemd in lid 1 voor het indienen van de verantwoording verlengen indien hier gegronde redenen voor zijn.

Artikel 11. Vaststelling en uitbetaling subsidie

  • 1. Het college beslist over de vaststelling van de subsidie binnen zes weken na ontvangst van de in artikel 10 bedoelde gegevens.

  • 2. De subsidie wordt uitbetaald binnen 6 weken na vaststelling.

Artikel 12. Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van het bepaald in deze regeling, indien eens strikte toepassing daarvan zal leiden tot een onevenredige benadeling van de subsidieaanvrager.

Artikel 13. Inwerkingtreding en looptijd

  • 1. Deze regeling wordt na vaststelling door het college bekendgemaakt via de Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dag van bekendmaking.

  • 3. Deze regeling vervalt op 31 december 2018 van rechtswege.

  • 4. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling Funderingsonderzoek gemeente Haarlem 2018.

Ondertekening