Regeling vervallen per 04-01-2024

Besluit tot vaststelling nadere regels Parkeerverordening 2018

Geldend van 04-09-2018 t/m 03-01-2024

Intitulé

Besluit tot vaststelling nadere regels Parkeerverordening 2018

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,

gelet op artikel 17 van de Parkeerverordening 2018,

besluit:

een nadere uitwerking te geven van het bepaalde in artikel 1 en 4 van de Parkeerverordening 2018.

Paragraaf 1: Kampeerwagen als bedoeld in artikel 1, onder p, Parkeerverordening 2018

Artikel 1

Bij de aanvraag voor een vergunning wordt een voertuig aangemerkt als een kampeerauto, indien dit als zodanig is geregistreerd bij de Dienst Wegverkeer (RDW), tenzij aanvrager aantoont, dat met betrekking tot dit voertuig geen gebruik is gemaakt van de zogenaamde vrijstellingsregeling motorrijtuigenbelasting.

Paragraaf 2: Nadere bepaling Hulpverlenersvergunning als bedoeld in artikel 4, lid 3, onder e, Parkeerverordening 2018

Artikel 1

Voor de Hulpverlenersvergunning komen de volgende doelgroepen in aanmerking:

  • huisartsen die een praktijk hebben in Haarlem;

    bewijsstuk: aanvraagformulier en schriftelijk aantonen dat de huisarts verbonden is aan een in Haarlem gevestigde huisartsenpraktijk;

  • wijkverpleegkundigen die een praktijk hebben in Haarlem;

    bewijsstuk: aanvraagformulier en schriftelijk aantonen dat de wijkverpleegkundige verbonden is aan een in Haarlem gevestigde praktijk;

  • verloskundigen die een praktijk hebben in Haarlem;

    bewijsstuk: aanvraagformulier en schriftelijk aantonen dat de verloskundige verbonden is aan een in Haarlem gevestigde praktijk;

  • fysiotherapeuten die een praktijk hebben in Haarlem. (bewijsstuk: aanvraagformulier en schriftelijk aantonen dat de fysiotherapeut verbonden is aan een fysiotherapie praktijk in Haarlem);

  • noodhulpdiensten (bewijsstuk: aanvraagformulier en brief van de organisatie);

  • organisatie van Unie van Vrijwilligers (bewijsstuk: aanvraagformulier en brief van de organisatie);

  • welzijnsorganisaties (bewijsstuk: aanvraagformulier en brief van de organisatie);

  • uitvaartondernemingen voor een lijkauto (bewijsstuk: aanvraagformulier en brief van de organisatie).

Artikel 2

  • 1. Voor zone A worden geen bezoekersregelingen uitgegeven.

  • 2. Als een aanvrager van een vergunning voor zone A bewoner is van een vergunningengebied kan hij op grond hiervan een bezoekersregeling aanvragen voor de betreffend parkeerzone.

Paragraaf 3: Nadere bepaling Maatschappelijke vergunning als bedoeld in artikel 4, lid 3, onder h, Parkeerverordening 2018

Artikel 1

  • 1. Voor de vergunning voor maatschappelijke instellingen (afgekort “Maatschappelijke vergunning”) komen de volgende instellingen in parkeerzone C in aanmerking (op basis van aantoonbare KvK-registratie):

    • Dienstverlening voor het onderwijs, SBI code 8560;

    • Huizen en dagverblijven voor verstandelijk gehandicapten en psychiatrische cliënten, SBI code 8720;

    • Sociale werkvoorziening, SBI code 32991;

    • Jeugdzorg met overnachting en dagverblijven voor jeugdzorg, SBI code 87901;

    • Maatschappelijk opvang met overnachting, SBI code 87902;

    • Welzijnswerk voor ouderen, SBI code 88102;

    • Maatschappelijk werk, SBI code 88992;

    • Lokaal welzijnswerk, SBI code 88993;

    • Overig maatschappelijk advies, gemeenschapshuizen en samenwerkingsorganen op het gebied van welzijn, SBI code 88999;

    • Religieuze organisaties, SBI code 94911;

    • Musea, SBI code 91021.

  • 2. De Maatschappelijke vergunning wordt verstrekt op naam van de betreffende instelling.

  • 3. De Maatschappelijke vergunning wordt verstrekt voor het vergunningengebied in parkeerzone C waar de betreffende instelling in gevestigd is.

  • 4. Per maatschappelijke instelling worden maximaal 4 Maatschappelijke vergunningen verstrekt.

  • 5. Per parkeervergunning zoals bedoeld in het eerste lid mag 1 kenteken tegelijk worden aangemeld door de houder van de Maatschappelijke vergunning.

  • 6. De parkeervergunning voor maatschappelijke instellingen wordt niet verleend als reeds een bewonersvergunning en/of bezoekersregeling is verstrekt op het adres van de betreffende instelling.

Paragraaf 4: Nadere bepaling Mantelzorgvergunning als bedoeld in artikel 5, lid 2, Parkeerverordening 2018

Het college kan op aanvraag een Mantelzorgvergunning verlenen aan degene die mantelzorg ontvangt conform een op zijn/haar naam gestelde indicatie in het kader van de Zorgverzekeringswet.

Paragraaf 5: Verplichte bewijsstukken bij een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 4, lid 3 Parkeerverordening 2018

Artikel 1

Om voor een in artikel 4, lid 3 Parkeerverordening 2018 genoemde vergunning in aanmerking te komen is het overleggen van de volgende bewijsstukken verplicht (in aanvulling op de gebruikelijke NAW-gegevens):

Aanleiding

Te overleggen bewijsstuk

nieuwe aanvraag of wijziging kenteken

kopie van kenteken II op naam van aanvrager worden overlegd;

aanvraag parkeervergunning lease auto

lease contract, als het lease contract niet staat op naam van de aanvrager tevens een verklaring werkgever;

aanvraag parkeervergunning auto waarvan het kenteken staat op naam eigen bedrijf

kopie kenteken II en uittreksel Kamer van Koophandel van het bedrijf;

aanvraag bedrijfsauto waarvan kenteken staat op naam bedrijf werkgever

kopie kenteken II en werkgeversverklaring.

aanvraag Maatschappelijke vergunning

werkgeversverklaring.

aanvraag Mantelzorgvergunning (zonder WMO-indicatie)

Op naam gestelde indicatie in het kader van de Wet Langdurige Zorg (WLZ–indicatie) van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) of Zorgverzekeringswet.

Paragraaf 6: Dienstauto’s gemeente Haarlem

Artikel 1

  • 1. Herkenbare dienstauto’s van de gemeente Haarlem kunnen op basis van art. 12 van de Parkeerverordening 2018 vergunning krijgen voor het parkeren in vergunninggebieden.

Artikel 2

  • 1. De herkenbaarheid van de dienstauto’s geven een helder en inzichtelijk criterium voor de toekenning.

  • 2. Het gebruik van de vergunning is een bedrijfsmiddel, waarvan het gebruik middels integriteitregels is gereguleerd.

Paragraaf 7: Vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 6, Parkeerverordening 2018

Artikel 1

  • 1. Het college kan op aanvraag voor een periode van maximaal drie maanden een digitale vergunning verlenen voor het “oppassen” op een woning tijdens een vakantie van de bewoners.

  • 2. Om voor de vergunning in het vorige lid in aanmerking te komen is het noodzakelijk dat de bewoner beschikt over een geldige parkeervergunning.

Paragraaf 8: Diefstal / vermissing parkeervergunning als bedoeld in artikel 4, Parkeerverordening 2018

Artikel 1

Bij vermissing van de parkeervergunning kan een duplicaat parkeervergunning worden aangevraagd. Bij deze aanvraag moet worden overgelegd een aangifte van verlies of diefstal van deze vergunning bij de politie.

Artikel 2

Vergunningen, waarvan de burger binnen vier weken nadat de betaling is ontvangen, meldt dat de vergunning niet is ontvangen, zullen een gratis duplicaat krijgen.

Paragraaf 9: Slotbepalingen

Artikel 1

  • 1. Ingaande de datum waarop het Besluit nadere regels Parkeerverordening 2018 inwerking treedt, wordt het b&w-besluit “Besluit tot vaststelling van nadere regels Parkeerverordening 2012”, zoals vastgesteld op 9 oktober 2012, besluitnr. 2012/301192, ingetrokken.

  • 2. Vergunningen verleend op grond van het Besluit tot vaststelling van nadere regels Parkeerverordening 2012 blijven van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 3

Dit besluit kan worden aangehaald onder de titel Besluit nadere regels Parkeerverordening 2018.