Regeling vervallen per 30-12-2018

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 29-12-2018

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015

De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 september 2014

gelet op artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze wernemers en artikel 35, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,

Gezien het advies van de Raadsvoorbereidingscommissie van 7 oktober 2014

besluit vast te stellen de:

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. belanghebbende: de persoon met een uitkering krachtens de Participatiewet, de IOAW of de IOAZ.

  • b. bijstandsnorm:

    • 1.

      toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, aanhef en onder c, van de Participatiewet, of

    • 2.

      grondslag van de uitkering als bedoeld in artikel 5 van de IOAW of artikel 5 van de IOAZ voor zover er sprake is van een inkomensvoorziening op grond van de IOAW of de IOAZ;

  • c. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

  • d. IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • e. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • f. uitkering: algemene bijstand op grond van de Participatiewet of een uitkering op grond van de IOAW of de IOAZ;

  • g. wet: Participatiewet;

Artikel 2 Opdracht aan het college

  • 1. Het college zorgt voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude en van misbruik en oneigenlijk gebruik. Het college maakt zoveel mogelijk gebruik van de middelen die de wet biedt om misbruik en oneigenlijk gebruik van deze wetten tegen te gaan.

  • 2. Het college informeert de raad periodiek over de in het eerste lid bedoelde uitvoering.

Artikel 3 Terugvordering

  • 1. Het college vordert de kosten van bijstand dan wel inkomensvoorziening terug in de gevallen die in artikel 58, tweede lid en 59 van de Participatiewet en de artikelen 25 tot en met 31 van de IOAW en de IOAZ zijn aangegeven, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2. Het college stelt beleidsregels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 4 Verhaal

  • 1. Het college verhaalt de kosten van bijstand overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 61 en 62 van de Participatiewet, voor zover zich hier geen andere wettelijke regel tegen verzet.

  • 2. Van verhaal wordt afgezien, als daarvoor zeer dringende redenen aanwezig zijn.

  • 3. Het college stelt beleidsregels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 5 Afstemming

Als de belanghebbende zijn verplichtingen niet of onvoldoende nakomt dan wel anderszins blijk geeft van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, verlaagt het college de uitkering of de inkomensvoorziening conform de Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Haarlemmerliede en Spaarnwoude onverminderd de plicht van het college om een boete op te leggen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht en onverminderd de terugvordering van ten onrechte verstrekte bijstand of ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening.

Artikel 6 Aangifte Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van de belanghebbende leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de verplichting de ten onrechte verstrekte bijstand of inkomensvoorziening terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door de wetgever en het Openbaar Ministerie hiervoor gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening een bijzondere hardheid zou betekenen voor de belanghebbende.

Artikel 8 Intrekken oude verordening

De verordening Handhaving WWB, IOAW en IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2012 wordt ingetrokken per 1 januari 2015.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad op 28 oktober 2014.

Toelichting Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015

Algemeen

De wet schrijft voor dat de gemeente een verordening moet opstellen die de handhaving regelt. De letterlijke tekst van het artikel 8b Participatiewet luidt:

“De gemeenteraad stelt in het kader van het financiële beheer bij verordening regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.”

Er worden geen eisen gesteld aan de inhoud van het beleid. Het doel is voor te schrijven dat regels worden gesteld voor de bestrijding van ten onrechte ontvangen bijstand en van misbruik en oneigenlijk gebruik. Het stellen van regels is verplicht.

Ook de IOAW en de IOAZ schrijven voor dat de gemeenteraad regels vaststelt met betrekking tot de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een uitkering alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet in het kader van het financiële beheer. Gezien de verwantschap tussen deze wetten en uit een oogpunt van deregulering en efficiency is gekozen voor een combiverordening.

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.

Onder uitkeringsgerechtigden met een uitkering ingevolge de wet worden mede verstaan mensen met een uitkering krachtens het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

Artikel 2

Dit artikel legt de verantwoordelijkheid voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet en de IOAW/IOAZ neer bij het college. Het college krijgt de opdracht om de gemeenteraad periodiek te informeren over de uitvoering en de resultaten op het gebied van handhaving, bijvoorbeeld in de MARAP of het bedrijfsplan.

Met het tweede lid wordt tot uitdrukking gebracht dat de bijstand en de inkomensvoorziening alleen bestemd zijn voor hen die daar recht op hebben. Het college heeft de plicht alle mogelijke middelen in te zetten om de rechtmatigheid van de uitkeringen te waarborgen.

Artikel 3

Terugvordering is deels een bevoegdheid van de gemeente. Zoals in het algemene deel van deze toelichting al is vermeld, is terugvordering van teveel betaalde bijstand als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht echter een verplichting van het college geworden. Met dit artikel spreekt de gemeenteraad uit dat van de bevoegdheid tot terugvordering in de overige gevallen gebruik wordt gemaakt. De regels omtrent de terugvordering worden vastgelegd in de door het college vast te stellen Beleidsregels terug- en invordering en verhaal Participatiewet. Deze zijn ook van toepassing op de IOAW en IOAZ.

Artikel 4

Ook verhaal (op derden zoals de onderhoudsplichtige) is een bevoegdheid. Met dit artikel spreekt de gemeenteraad uit dat van die bevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Ook dit onderdeel is nader uitgewerkt in de bij de toelichting van artikel 3 genoemde beleidsregels.

Artikel 5

Wanneer de cliënt onvolledige of onjuiste informatie verstrekt, waardoor teveel bijstand is betaald, wordt deze bijstand teruggevorderd en wordt een boete opgelegd. Bij het niet nakomen van andere verplichtingen, zoals het niet nakomen van de arbeidsvoorwaarden, de medewerkingsplicht en andere opgelegde verplichtingen, kan de uitkering of de inkomensvoorziening (tijdelijk) worden verlaagd conform de Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015. Dat kan ook als de belanghebbende blijk geeft van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Deze verlaging is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de uitkering op elkaar af te stemmen en heeft daarmee het karakter van gedragscorrectie.

Artikel 6

Het aanwenden van strafvorderlijke bevoegdheden kan slechts aan de orde zijn bij het redelijk vermoeden dat het nadeel € 50.000,00 of meer bedraagt.