Regeling vervallen per 01-01-2012

Reïntegratieverordening Haarlemmermeer 2006

Geldend van 31-12-2010 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2010

Intitulé

Reïntegratieverordening Haarlemmermeer 2006

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

  • 2.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • 3.

    IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • 4.

    IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • 5.

    uitkeringsgerechtigde: een persoon, jonger dan 65 jaar, die een uitkering heeft in het kader van de wet, de IOAW of de IOAZ;

  • 6.

    niet-uitkeringsgerechtigde: een persoon die ouder is dan 27 en jonger dan 65 jaar, die als werkloze werkzoekende staat geregistreerd bij de Centrale organisatie voor Werk en Inkomen en die geen recht heeft op een uitkering op grond van de wet of de Werkloosheidswet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Toeslagenwet, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, dan wel op grond van een regeling, die met deze wetten naar aard en strekking overeenstemt;

  • 7.

    rechthebbende: de in sub e en f genoemde persoon en diegene, die een uitkering in het kader van de Algemene nabestaandenwet ontvangt en personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet;

  • 8.

    reïntegratietraject: het geheel aan begeleiding en voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling van een belanghebbende;

  • 9.

    voorziening: een instrument binnen een reïntegratietraject dat ingezet wordt om belemmeringen bij aanvaarding van algemeen geaccepteerde arbeid weg te nemen als bedoeld in artikel 7 eerste lid onder a van de wet;

  • 10.

    jaarlijks: de periode van een kalenderjaar

Hoofdstuk 2 - Beleid en financiën

Artikel 2 - Opdracht college

  • 1. Het college biedt rechthebbenden ondersteuning aan bij de arbeidsinschakeling.

  • 2. Voorzover het college dat noodzakelijk acht wordt een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling aangeboden. Artikel 40 van de wet is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij beoordeeld wordt of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van rechthebbenden, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.

  • 4. Het college draagt zorg voor voldoende diversiteit in het aanbod van ondersteuning en voorzieningen.

Artikel 3 - Het beleidsplan

  • 1. De gemeenteraad stelt ter nadere uitvoering van deze verordening jaarlijks een beleidsplan vast, waarin beleidsprioriteiten en de hoogte en wijze van financiering worden aangegeven.

  • 2. Het college zendt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het beleid. Dit verslag wordt vormgegeven conform het verslag als bedoeld in artikel 77 van de wet.

  • 3. Het beleidsplan als bedoeld in het eerste lid en het verslag als bedoeld in het tweede lid bevatten het oordeel van de cliëntenraad.

Artikel 4 - Verplichtingen van belanghebbenden

  • 1.

    Een rechthebbende is verplicht gebruik te maken van een voorziening die door het college wordt aangeboden.

  • 2.

    De rechthebbende die deelneemt aan een voorziening, is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen, deze verordening en aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • 3.

    Indien een uitkeringsgerechtigde niet voldoet aan het gestelde in het eerste of tweede lid, kan het college de uitkering verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in de afstemmingsverordening.

  • 4.

    Indien de niet-uitkeringsgerechtigde niet voldoet aan het gestelde in het eerste of tweede lid, kan het college de kosten van de voorziening geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Hoofdstuk 3 - Voorzieningen

Artikel 5 - Algemene bepalingen over voorzieningen

  • 1. In het beleidsplan als bedoeld in artikel 3 wordt vastgelegd welke voorzieningen het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden.

  • 2. Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze verordening aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden.

  • 3. Het college kan een voorziening beëindigen indien:

    • a.

      de rechthebbende die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in artikel 9 van de wet niet nakomt;

    • b.

      de rechthebbende die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet;

    • c.

      de rechthebbende algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

    • d.

      naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling.

  • 4. Het college kan beleidsregels opstellen ten aanzien van de voorzieningen, met inachtneming van hetgeen daarover in het beleidsplan is bepaald. Deze regels kunnen in ieder geval betrekking hebben op:

    • a.

      de voorwaarden waaronder een voorziening wordt aangeboden;

    • b.

      de weigeringsgronden bij het aanbieden van voorzieningen;

    • c.

      de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of –vaststelling;

    • d.

      de aanvraag van en de besluitvorming over subsidies en premies;

    • e.

      de betaling van subsidies en het verlenen van voorschotten;

    • f.

      het vragen van een eigen bijdrage;

    • g.

      overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en het verstrekken van subsidies.

Artikel 6 - Budget- en subsidieplafonds voor voorzieningen

  • 1. Het college kan een of meer budget- of subsidieplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen. Een door het college ingesteld budget- of subsidieplafond vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.

  • 2. Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

Artikel 7 - Premie gericht op arbeidsinschakeling

  • 1. Het college kan, met inachtneming van het gestelde in artikel 31 lid 2 sub j van de WWB, een stimuleringspremie verstrekken met het oog op het bevorderen van positief gedrag gericht op uitstroom naar betaalde arbeid.

  • 2. De premie wordt eenmaal per kalenderjaar verstrekt en in één bedrag uitgekeerd.

  • 3. Het college stelt nadere regels op met betrekking tot de uitvoering.

Artikel 8 - Uitstroompremie

  • 1.

    Het college kan een premie verstrekken vanwege het vervullen van betaalde arbeid.

  • 2.

    Het college stelt nadere regels op met betrekking tot de uitvoering.

Hoofdstuk 4 - Slotbepalingen

Artikel 9 - Bevoegdheid

Het college is belast met de uitvoering van deze verordening.

Artikel 10 - Onvoorziene omstandigheden

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Reïntegratieverordening Haarlemmermeer .

Artikel 12 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.