Machtigingen en mandaten Huisvestingsverordening Haarlemmermeer 2018

Geldend van 29-05-2018 t/m heden

Intitulé

Machtigingen en mandaten Huisvestingsverordening Haarlemmermeer 2018

Betreft: Machtigingen en mandaten Huisvestingsverordening Haarlemmermeer 2018

Vastgesteld: 29 mei 2018 door het college van B&W

Wettelijke basis: Paragraaf 2.5 van de huisvestingsverordening 2018, artikelen 10.3 en 10.4 van Algemene wet bestuursrecht

Uitvoering Huisvestingsverordening

Bij gelegenheid van de invoering van de Huisvestingsverordening Haarlemmermeer 2016 (2015.0051592) op 10 november 2015 hebben wij besluiten (nr. 2015.0026738) genomen waarbij Ymere en Woonzorg gemandateerd werden om de huisvestingsvergunningen af te geven en waarbij Woonservice en Ymere gemandateerd werden voor het afhandelen van de verschillende urgentieaanvragen. Deze werkwijze willen wij voortzetten bij de nieuwe Huisvestingsverordening Haarlemmermeer 2018 (hierna: de Verordening) die per 22 maart 2018 van kracht is.

Juridische aspecten

Op grond van de artikelen 2.1.2 en 2.2.6 lid 1 van de Verordening zijn wij bevoegd om te beslissen op aanvragen om een huisvestingsvergunning. Deze bevoegdheid impliceert ook de bevoegdheid tot het verrichten van handelingen ter voorbereiding van deze beslissingen en ter uitvoering van deze beslissingen, zoals het bekendmaken van beslissingen. Dergelijke handelingen zijn onder meer de aanvrager te verzoeken om aanvulling van de door hem ingediende aanvraag en het met toepassing van artikel 4:5 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) buiten behandeling laten van een onvolledige aanvraag, het toepassen van de in de Verordening opgenomen voorrangsregeling. Handelingen kunnen ook betrekking hebben op het toepassen van eveneens in de Verordening opgenomen voorrangsregelingen voor woningzoekenden met lokale of regionale binding.

Artikel 10:3 lid 1 van de Awb bepaalt dat bestuursorganen mandaat kunnen verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet.

Het inzake het mandaat in onder meer artikel 10:3 lid 1 van de Awb bepaalde is van overeenkomstige toepassing, indien een bestuursorgaan aan een ander, werkend onder zijn verantwoordelijkheid, machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Dit betreft dan de handelingen ter voorbereiding van de beslissing op een aanvraag om een huisvestingsvergunning.

Ingevolge artikel 10:9 lid 1 van de Awb kan het bestuursorgaan toestaan dat ondermandaat wordt verleend. Ingevolge het tweede lid van dit artikel zijn op ondermandaat de overige artikelen van afdeling 10.1 van de Awb van toepassing.

Besluit

Op grond van het voorgaande hebben wij besloten:

  • 1.

    de regiomanager Haarlemmermeer, in dienst bij woningcorporatie Ymere (hierna: regiomanager) mandaat te verlenen voor het besluiten op een aanvraag om huisvestingsvergunning (de bevoegdheid als bedoeld in artikel 2.1.2 en 2.2.6 lid 1 van de Huisvestingsverordening Haarlemmermeer 2018);

  • 2.

    dat de onder 1. bedoelde regiomanager bevoegd is om medewerkers van de corporatie ondermandaat te verlenen voor het besluiten op een aanvraag om een huisvestingsvergunning;

  • 3.

    de onder 1. bedoelde regiomanager een machtiging als bedoeld in artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht te verlenen voor het verrichten van alle handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover deze handelingen nodig zijn ter voorbereiding van of ter uitvoering van de onder 1. bedoelde besluiten;

  • 4.

    dat de onder 1. bedoelde regiomanager bevoegd is om woonmakelaars, in dienst van woningcorporatie Ymere (hierna: woonmakelaars) met overeenkomstige toepassing van de regels over ondermandaat een machtiging te verlenen voor het verrichten van alle handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover deze handelingen nodig zijn ter voorbereiding van of ter uitvoering van de onder 1. bedoelde besluiten;

  • 5.

    de onder 1. bedoelde regiomanager mandaat te verlenen voor het verlenen van een urgentieverklaring aan vergunninghouders, uitstromers uit instellingen en stadsvernieuwingsurgenten (de bevoegdheid als bedoeld in artikel 2.5.6 lid 2 en 2.5.7 lid 1 en 2.5.8 lid 1, sub c van de verordening);

  • 6.

    dat de onder 5. bedoelde regiomanager bevoegd is om woonmakelaars ondermandaat te verlenen voor het besluiten op een aanvraag om een huisvestingsvergunning;

  • 7.

    de onder 5. bedoelde woonmakelaars een machtiging als bedoeld in artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht te verlenen voor het verrichten van alle handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover deze handelingen nodig zijn ter voorbereiding van of ter uitvoering van de onder 5. bedoelde besluiten;

  • 8.

    dat de onder 1. bedoelde regiomanager bevoegd is om woonmakelaars met overeenkomstige toepassing van de regels over ondermandaat een machtiging te verlenen voor het verrichten van alle handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover deze handelingen nodig zijn ter voorbereiding van of ter uitvoering van de onder 5. bedoelde besluiten;

  • 9.

    de manager, in dienst bij Woonservice, mandaat te verlenen voor het besluiten op een aanvraag om een urgentieverklaring van urgenten uit een Blijf-van-mijn-lijfhuis, mantelzorgverleners/-ontvangers, calamiteitsurgenten en sociaal-medische urgenten (de bevoegdheid als bedoeld in artikel 2.5.6 lid 1, sub a en b. en 2.5.8 lid 1, sub a en b van de verordening);

  • 10.

    dat de onder 9. bedoelde manager, in dienst bij Woonservice, bevoegd is om juridisch medewerkers van Woonservice ondermandaat te verlenen voor het besluiten op een aanvraag om een urgentieverklaring;

  • 11.

    de onder 9. bedoelde manager, in dienst bij Woonservice een machtiging als bedoeld in artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht te verlenen voor het verrichten van alle handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover deze handelingen nodig zijn ter voorbereiding van of ter uitvoering van de onder 9. bedoelde besluiten;

  • 12.

    dat de onder 9. bedoelde manager, in dienst bij Woonservice, bevoegd is om juridisch medewerkers van Woonservice met overeenkomstige toepassing van de regels over ondermandaat een machtiging te verlenen voor het verrichten van alle handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover deze handelingen nodig zijn ter voorbereiding van of ter uitvoering van de onder 9. bedoelde besluiten;

  • 13.

    de manager, in dienst van Woonservice, te machtigen ons te vertegenwoordigen:

    • bij de Vaste commissie van Advies voor de bezwaarschriften bij de behandeling van bezwaarschriften;

    • bij de rechtbank bij behandeling van beroepschriften;

    • bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State bij behandeling van hoger beroepschriften;

    • in zaken waar Woonservice op grond van het aan haar verleende mandaat toe besloten heeft;

  • 14.

    dat de onder 13. bedoelde manager, in dienst van Woonservice, bevoegd is om juridisch medewerkers van Woonservice te machtigen ons te vertegenwoordigen in zaken als bedoeld onder 13;

  • 15.

    het besluiten op verzoeken als bedoeld in artikel 2.5.4 lid 3 van de Verordening te mandateren aan de gemeentesecretaris, en daarbij ondermandaat te verlenen aan de clustermanager Samenleving, Sport en Cultuur.

Ondertekening