Reglement van Orde raadscommissies Halderberge

Geldend van 01-06-2013 t/m heden

Intitulé

Reglement van Orde raadscommissies Halderberge

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Halderberge;

gelezen het voorstel van de voorzitter van de raad;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen het Reglement van Orde raadscommissies Halderberge.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

  • f.

    Informatiepodium: geplande bijeenkomst met als doel informatie-uitwisseling tussen commissie en college en commissie en burgers.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      commissie samenleving, middelen & veiligheid (SM&V)

    • b.

      commissie beheer & ontwikkeling (B&O);

  • 2. De raadscommissie samenleving, middelen & veiligheid adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen: openbare orde/veiligheid; regionale samenwerking; in- en externe betrekkingen; communicatie: breed naar buiten; leefbaarheid; brandweer; crisisbeheersing; representatie; coördinatie van bestuur; bestuurlijke en algemene juridische zaken; dienstverlening en publiekszaken; financiën; planning en control; facilitaire aangelegenheden inclusief inkoop en aanbestedingen; informatisering en automatisering; personeel en organisatie; grondbedrijf; welzijn, sociale zaken en inburgering; zorg; onderwijs; jeugd- en ouderenbeleid; armoedebeleid; volksgezondheid; volwasseneneducatie; minimabeleid; sociale werkvoorziening; sport; coördinatie integratiebeleid; kunst en cultuur.

  • 3. De raadscommissie beheer & ontwikkeling adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen: ruimtelijk beleid; volkshuisvesting; milieu; afvalverwijdering; nutsbedrijven; bouwen en wonen; monumenten; verkeer en vervoer; wegen; groen; reiniging en riolering; waterwegen; parkeren; natuurbescherming; lijkbezorging; arbeidsmarktbeleid; toerisme en recreatie inclusief markten en kermissen; economische zaken; onderhoud gebouwen.

Artikel 3 Taken

  • 1. Een commissie is belast met het voorbereiden van de besluitvorming door de gemeenteraad.

  • 2. Een commissie kan namens de gemeenteraad overleggen met de leden van het college en met de burgemeester.

Artikel 4 Samenstelling

De raadscommissies bestaan uit alle raadsleden.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De (duo) voorzitter van de commissie worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De (duo) voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De (duo) voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van het Reglement van orde;

    • d.

      hetgeen dit reglement hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De zittingsperiode van de leden en de (duo) voorzitter eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid houdt op lid te zijn van de raadscommissies indien hij niet meer voldoet aan de in de Gemeentewet gestelde eisen.

  • 3. De raad kan de (duo) voorzitter ontslaan.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

De raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een medewerker van de griffie of een daartoe door de raad aangewezen ambtenaar als commissiegriffier.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

De commissieagenda geldt als uitnodiging aan (de leden van) het college om bij de commissievergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1. Een commissie vergadert in het gemeentehuis, conform de door de raad vastgestelde werkwijze, volgens een jaarlijks door het seniorenconvent vastgesteld schema en verder zo vaak als de voorzitter dat noodzakelijk acht of het door ten minste twee fracties schriftelijk, met opgave van redenen, wordt gevraagd.

  • 2. De vergaderingen vangen in de regel aan om 19.30 uur en eindigen in beginsel om 22.30 uur, doch uiterlijk om 23.00 uur. Indien alsdan niet alle agendapunten zijn behandeld wordt de vergadering geschorst en voortgezet op de eerstvolgende maandag van 20.00 uur tot uiterlijk 22.30 uur, tenzij de raad anders beslist.

  • 3. Het seniorenconvent kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.

Artikel 10 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11 tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 11 De agenda

  • 1. Het seniorenconvent stelt de concept-agenda’s van de commissievergaderingen vast en het onderwerp en de planning van het Informatiepodium op.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter, na het verzenden van de schriftelijke oproep, tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt, met de daarbij behorende stukken aan de leden van de raad toegezonden en openbaar gemaakt.

  • 3. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie besluiten de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder in het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien digitaal beschikbaar, worden de stukken op de internetsite van de gemeente geplaatst. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden deze stukken in afwijking van het eerste lid, in de leeskamer ter inzage gelegd.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt door aankondiging in een huis-aan-huisblad, en door plaatsing op de gemeentelijke internetsite, openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 15.

Paragraaf 2 Orde van vergaderingen

Artikel 14 Opening vergadering en quorum

De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien tenminste de meerderheid van het in de raad vertegenwoordigd aantal fracties aanwezig is.

Artikel 15 Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers hebben het recht het woord te voeren over geagendeerde en niet geagendeerde onderwerpen de commissie aangaande.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden:

    • a.

      over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit minimaal een half uur voor aanvang van de vergadering aan de griffier of de voorzitter van de commissie. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt in beginsel maximaal vijf minuten het woord, een en ander ter beoordeling aan de voorzitter.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De leden van de commissie kunnen de inspreker een korte verhelderende vraag stellen waarna de inspreker de gelegenheid krijgt deze vraag in het kort te beantwoorden. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en een deelnemer aan de vergadering.

Artikel 16 Besluitenlijst

  • 1. De besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt, nadat de voorzitter van de betreffende vergadering de besluitenlijst heeft geaccordeerd, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De besluitenlijst wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2. Bij het begin van de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging aan de raadscommissie te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft wat gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4. De besluitenlijst moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de (commissie)griffier, de burgemeester, de wethouders, en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld;

    • b.

      welke fracties niet vertegenwoordigd waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 22 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5. De besluitenlijst wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

Artikel 17 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke fractie heeft per vergadering maximaal twee woordvoerders aan tafel, waarbij in principe één woordvoerder per onderwerp per termijn het woord voert.

  • 3. Niemand voert het woord dan na het aan de voorzitter verzocht en van deze verkregen te hebben.

  • 4. Een spreker mag in de rede worden onderbroken, echter alleen via tussenkomst van de voorzitter.

  • 5. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

Artikel 18 Spreektijd

Een lid en de voorzitter kunnen een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 19 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde wordt niet beraadslaagd; de raadscommissie beslist terstond.

Artikel 20 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog kan afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbehoorlijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het in bespreking zijnde onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid, dat door zijn gedrag de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5. Over dit voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 21 Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 22 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 23 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. Onderdeel van het advies kan een verzoek aan het college zijn een aanvulling op het raadsvoorstel (novelle) te doen.

  • 5. In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 24 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 25 Beslotenheid

  • 1. Een commissievergadering zal in beslotenheid plaatsvinden wanneer ten minste een vijfde van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter dat noodzakelijk acht.

  • 2. De beraadslagingen in een besloten commissievergadering zijn vertrouwelijk.

  • 3. Indien een raadslid als toehoorder een besloten vergadering van een commissie bijwoont gelden dezelfde bepalingen als voor degene die aan de beraadslagingen deelnemen.

Artikel 26 Besluitenlijst

Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt vertrouwelijk ter inzage in de leeskamer.

Artikel 27 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.

Artikel 28 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 29 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 30 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 31 Verbod hinderlijk gebruik apparatuur

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan. De voorzitter is belast met het handhaven van deze regel, en aanwezigen moeten zich gedragen naar zijn aanwijzing.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 32 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van dit reglement, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 33 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op de dag na die van vaststelling daarvan

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de Verordening raadscommissies van de gemeente Halderberge, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 oktober 2007.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad

van de gemeente Halderberge d.d. 30 mei 2013,

de plv. griffier, de voorzitter,

W.J.A.M. Wilde G.A.A.J. Janssen