Verordening op het raadplegend referendum

Geldend van 30-07-2009 t/m heden

Intitulé

Verordening op het raadplegend referendum

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Halderberge;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 juni 2009;

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet

B E S L U I T :

vast te stellen de Verordening op het raadplegend referendum.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de raad van de gemeente Halderberge;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge;

  • c.

    raadplegend referendum: een op initiatief van de raad gehouden volksstemming over een mogelijk door de raad te nemen besluit of over meerdere door de raad geformuleerde alternatieven voor een eventueel te nemen besluit;

  • d.

    besluit: een schriftelijke beslissing van de raad;

  • e.

    kiesgerechtigden: diegenen die op de drieënveertigste dag voorafgaande aan de dag waarop het referendum wordt gehouden overeenkomstig artikel B3 jo. J1 van de Kieswet kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Halderberge en op de dag waarop het referendum plaatsvindt de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt;

  • f.

    vakantieperiode: de periode waarin in Halderberge of delen daar van geen onderwijs wordt gegeven.

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1. Een raadplegend referendum over een door de raad te nemen besluit vindt plaats op initiatief van de raad en wordt gehouden indien de raad daartoe heeft besloten.

  • 2. De uitkomst van het referendum is niet bindend. De uitkomst van het referendum wordt aangemerkt als een advies aan de raad dat kan worden overgenomen of verworpen.

  • 3. Indien de aanleiding tot het houden van een referendum vervalt, kan de raad besluiten het referendum niet te laten plaatsvinden.

Artikel 3 Toepassing

  • 1. Een referendum wordt alleen gehouden over een te nemen besluit dat naar het oordeel van de raad ingrijpende gevolgen kan hebben voor de bevolking.

  • 2. De raad kan bij het nemen van een besluit bepalen dat over dat besluit geen referendum kan worden gehouden.

  • 3. Een referendum wordt in ieder geval niet gehouden over voorgenomen besluiten:

    • a.

      inzake beslissingen op bezwaar;

    • b.

      in individuele kwesties;

    • c.

      over arbeidsrechtelijke of ambtenaarrechtelijke zaken;

    • d.

      over de vaststelling of wijziging van de begroting en de jaarrekening;

    • e.

      voorgenomen besluiten over de gemeentelijke tarieven en belastingen;

    • f.

      in het kader van deze verordening;

    • g.

      ter uitvoering van een gebonden bevoegdheid;

    • h.

      die naar het oordeel van de raad zijn grondslag vinden in een eerder genomen beslissing, waarover een referendum is gehouden of kon worden gehouden;

    • i.

      waar van de inwerkingtreding of uitvoering naar het oordeel van de raad niet kan worden uitgesteld vanwege een daarmee gemoeid spoedeisend gemeentelijk belang.

  • 4. Een referendum wordt gehouden onder de kiesgerechtigden van het hele grondgebied van de gemeente.

Artikel 4 Datum, vraagstelling en procedure

  • 1. De raad stelt de dag vast waarop het referendum wordt gehouden. Het referendum vindt niet later plaats dan drie maanden na de dag waarop de raad overeenkomstig artikel 2 heeft besloten tot het houden van het referendum. De raad kan besluiten deze termijn te verlengen, onder meer om het referendum te kunnen combineren met algemene verkiezingen.

  • 2. De raad stelt tenminste vier weken voor het te houden referendum de vraagstelling van het referendum vast.

  • 3. In het raadplegend referendum wordt aan de stemgerechtigden gevraagd of zij voor of tegen een mogelijk door de raad te nemen besluit zijn, dan wel wordt aan hen de keuze uit een aantal alternatieven voorgelegd. Bij de keuze uit meerdere alternatieven wordt duidelijk aangegeven hoe de uitslag wordt vastgesteld.

  • 4. Het college is verantwoordelijk voor de organisatie van en de communicatie over het referendum

  • 5. Het referendum kan gecombineerd worden met Europese, landelijke, provinciale of gemeentelijke verkiezingen. Het referendum vindt niet plaats op een zaterdag, een zondag, een algemeen erkende feestdag of in een vakantieperiode.

  • 6. Er kunnen meerdere referenda op één dag worden gehouden.

  • 7. De raad kan bepalen op welke wijze wordt gestemd.

  • 8. Uiterlijk drie weken voor de datum waarop het referendum wordt gehouden worden alle relevante stukken ter inzage gelegd op een aantal door het college te bepalen plaatsen.

  • 9. Een gemachtigde kan gebruik maken van ten hoogste twee machtigingen.

Artikel 5 De stemming en de uitslag

  • 1. Kiesgerechtigd zijn degenen die op de drieënveertigste dag voordat het referendum wordt gehouden ingezetene zijn van de gemeente Halderberge en op de dag waarop het referendum wordt gehouden de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. De bepalingen van de Kieswet zijn voor wat betreft de raadsverkiezingen voor zover nodig van overeenkomstige toepassing.

  • 2. In afwijking van het voorgaande lid is de raad bevoegd om op basis van nader vast te stellen regels de stemming op een door hem te bepalen wijze te organiseren, mits verzekerd is dat het referendum het karakter behoudt van een volksstemming onder alle kiesgerechtigden.

  • 3. Het referendum wordt als geldig beschouwd als tenminste 30% van de kies-gerechtigden een stem heeft uitgebracht.

  • 4. De uitslag van het referendum wordt berekend op basis van de gewone meerderheid van het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen.

Artikel 6 Besluit naar aanleiding van de referendumuitslag

De raad neemt zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering na het houden van het referendum, maar uiterlijk in de daarop volgende vergadering, een definitief besluit.

Artikel 7 Financiën

De raad stelt een budget beschikbaar voor de organisatie van een referendum.

Artikel 8 Strafbepalingen

Met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie wordt gestraft hij die bij de stemming:

  • a.

    oproepingskaarten of volmachtbewijzen namaakt of vervalst met het oogmerk deze onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    oproepingskaarten of volmachtbewijzen die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft;

  • c.

    oproepingskaarten of volmachtbewijzen voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • d.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Referendumverordening.

Artikel 10 Inwerkingtreding

De referendumverordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad
van de gemeente Halderberge d.d. 16 juli 2009,
de griffier, A. Koenen
de waarnemend voorzitter, A.A.F.M. Wijnen