Regeling vervallen per 10-03-2011

Verordening Wet inburgering gemeente Halderberge 2009

Geldend van 25-12-2009 t/m 09-03-2011

Intitulé

Verordening Wet inburgering gemeente Halderberge 2009

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Halderberge;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 2009;

gelet op de artikelen 8, 19 lid 4, 19A lid 1, 23 lid 3, en 35 van de Wet inburgering,

overwegende,

• dat de raad bij verordening regels dient te stellen over informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, alsmede over inburgeringsvoorzieningen en taalkennis

voorzieningen en over rechten en plichten vanwege een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening,

• dat de raad bij verordening kan bepalen dat het college een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening kan vaststellen, en

• dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd,

B E S L U I T :

Vast te stellen de Verordening Wet inburgering gemeente Halderberge 2009.

HOOFDSTUK 1 - Algemeen

Artikel 1.1 - Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge;

    • b.

      instelling: rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf werkzaamheden verricht, gericht op het toeleiden van inburgeringsplichtigen naar het inburgeringsexamen;

    • c.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • d.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • e.

      korte vrijstellingstoets: onder toezicht van de IB-Groep af te leggen toets, waarvan de succesvolle afronding leidt tot een door de IB-Groep af te geven document waaruit blijkt dat de inburgeringsplichtige beschikt over voldoende mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en evidente kennis van de Nederlandse samenleving;

    • f.

      taalkennisvoorziening: een voorziening gericht op de verwerving van de kennis van de Nederlandse taal die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2 lid 1 onderdelen a en b WEB;

    • g.

      WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs;

    • h.

      wet: Wet inburgering;

    • i.

      Wet GBA: Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

    • j.

      WWB: Wet werk en bijstand;

    • k.

      staatsexamen Nederlands als tweede taal: staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II, bedoeld in artikel 7.3.1 lid 1 WEB.

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop gebaseerde regelgeving zijn van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 2 - Informatieverstrekking

Paragraaf 1 - Rechten en plichten uit hoofde van de wet

Artikel 2.1 - Moment informatieverstrekking

  • 1. Het college verstrekt oudkomers informatie terzake van hun belangrijkste rechten en plichten uit hoofde van de wet wanneer zij, na daartoe te zijn opgeroepen, verschijnen, doch uiterlijk op de dag waarop zij een handhavingsbeschikking of een beschikking ter vaststelling van een inburgeringsvoorziening ontvangen.

  • 2. Het college verstrekt overige inburgeringsplichtigen informatie terzake van hun belangrijk ste rechten en plichten uit hoofde van de wet

    • a.

      indien zij in een opvangcentrum verblijven: bij de eerste aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet GBA na hun vertrek uit het opvangcentrum, doch uiterlijk wanneer zij, na daartoe te zijn opgeroepen, verschijnen;

    • b.

      indien zij niet in een opvangcentrum verblijven: bij het ontstaan van de grond waarop de inburgeringsplichtige inburgeringsplichtig is geworden, doch uiterlijk wanneer zij, na daartoe te zijn opgeroepen, verschijnen.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 en lid 2 kan het college inburgeringsplichtigen informatie terzake van hun in hoofdstuk 5 bedoelde rechten en plichten verstrekken uiterlijk bij het vaststellen van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.

Artikel 2.2 - Vorm informatieverstrekking

  • 1. De in artikel 2.1 bedoelde informatieverstrekking geschiedt in ieder geval schriftelijk.

  • 2. De schriftelijke informatieverstrekking geschiedt onder vermelding van de mogelijkheid om nadere informatie in te winnen bij een gemeentelijk informatieloket.

  • 3. Het college draagt zorg voor de totstandkoming van een gemeentelijk informatieloket waarvan de medewerkers inburgeringsplichtigen informeren terzake van hun rechten en plichten uit hoofde van de wet.

Paragraaf 2 - Aanbod van en toegang tot inburgeringsvoorzieningen

Artikel 2.3 - Moment informatieverstrekking

Het bepaalde in artikel 2.1 lid 1 en lid 2 is van overeenkomstige toepassing op informatieverstrekking terzake van het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

Artikel 2.4 - Vorm informatieverstrekking

Het bepaalde in artikel 2.2 is van overeenkomstige toepassing op informatieverstrekking terzake van het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

HOOFDSTUK 3 - Vaststellen inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 3.1 - Vaststellen inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Het college kan een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening vaststellen.

HOOFDSTUK 4 - Inburgeringsvoorzieningen en taalkennisvoorzieningen

PARAGRAAF 1 - Procedure voor het doen van een aanbod

Artikel 4.1 - Criteria en prioritering

  • 1. Houders van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of 33 van de Vreemdelingenwet 2000 wordt een inburgeringsvoorziening dan wel een taalkennisvoorziening aangeboden. Geestelijke bedienaren wordt een inburgeringsvoorziening aangeboden.

  • 2. Aan inburgeringsplichtigen kan een inburgeringsvoorziening dan wel een taalkennisvoorziening worden aangeboden, waarbij bij voorrang een aanbod kan worden gedaan aan:

    • -

      uitkeringsgerechtigden;

    • -

      ouders met inwonende kinderen jonger dan 18 jaar;

    • -

      mensen die een verzoek tot inburgering indienen in verband met naturalisatie.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 wordt geen inburgeringsvoorziening dan wel taalkennisvoorziening aangeboden indien:

    • a.

      de IB-Groep de inburgeringsplichtige een lening heeft verstrekt op grond van de wet dan wel een persoonsvolgend budget heeft verstrekt, dan wel

    • b.

      de inburgeringsplichtige een opleiding volgt waarvan de afronding zonder inburgeringsfaciliteit binnen de termijn, waarbinnen het inburgeringsexamen moet zijn behaald, leidt tot uitreiking van een in bijlage 2 bij artikel 2.2 Regeling inburgering genoemd diploma, certificaat of ander document.

PARAGRAAF 2 - Vaststelling van een passende inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 4.2 - Samenstelling en totstandkoming

  • 1. Bij de samenstelling van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening houdt het college rekening met het startniveau van de inburgeringsplichtige op het gebied van de kennis van de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving, diens leercapaciteit, en diens persoonlijke situatie. De vorige zin geldt niet ten aanzien van een geestelijke bedienaar.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 19 lid 5 van de wet, maakt begeleiding van de inburgeringsplichtige door de gemeente deel uit van de voorziening indien dit het college geraden voorkomt.

  • 3. Het college stelt een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening samen in samenspraak met de inburgeringsplichtige.

  • 4. Indien dit het college geraden voorkomt, stelt het de inburgeringsplichtige in de gelegenheid een korte vrijstellingstoets af te leggen vóór de totstandkoming van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.

  • 5. Bij de totstandkoming van een gecombineerde inburgeringsvoorziening houdt het college er rekening mee dat eventueel volgtijdelijk inzetten van onderdelen daarvan zodanig geschiedt dat de inburgeringsplichtige er redelijkerwijs voor kan zorgdragen dat hij het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal behaalt binnen de in artikel 7 lid 1 van de wet bedoelde termijn.

  • 6. Bij de beoordeling of de inburgeringsplichtige in staat is het inburgeringsexamen te halen kan een haalbaarheidsonderzoek worden aangevraagd bij het ROC VA te Amsterdam. Indien het college ambtshalve ontheffing verleent op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel b van de Wet inburgering kan het college de kosten van een haalbaarheidsonderzoek van het Regionaal Opleidingen Centrum van Amsterdam te Amsterdam vergoeden.

HOOFDSTUK 5 - Rechten en plichten vanwege een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

PARAGRAAF 1 - Regels over de eigen bijdrage

Artikel 5.1 - Eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23 lid 2 van de wet, wordt in ten hoogste 12 maandtermijnen betaald.

  • 2. 2 Het college bepaalt in de beschikking ter vaststelling van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening:

    • a.

      de termijnen van betaling;

    • b.

      in hoeverre de betaling van de termijnen geschiedt door verrekening met een uitkering op grond van de WWB, de IOAW, of de IOAZ;

    • c.

      of het college het UWV of de eigenrisicodrager verzoekt het bedrag van de eigen bijdrage aan het college te betalen indien degene die de eigen bijdrage verschuldigd is een uitkering ontvangt op grond van één van de in artikel 4.23 Besluit inburgering aangewezen socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen, die wordt uitgevoerd door het UWV of de eigenrisicodrager.

PARAGRAAF 2 - Overige regels over rechten en plichten van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.

Artikel 5.2 Examengeld IB-Groep

  • 1. Indien de inburgeringsplichtige voor wie het college een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, het centrale deel of het praktijkdeel van het inburgeringsexamen dan wel het staatsexamen Nederlands als tweede taal voor de eerste maal heeft afgelegd en zelf heeft betaald, legt hij het college binnen acht weken na het afleggen, indien de IB-Groep hem terzake daarvan een acceptgiro heeft toegezonden, de volgende bescheiden over:

    • a.

      een schriftelijk bewijs van betaling van die acceptgiro;

    • b.

      een afschrift van de examenuitslag;

    • c.

      een kopie van een afschrift van zijn bank- of girorekening.

  • 2. Het college betaalt de inburgeringsplichtige binnen acht weken na ontvangst van de in lid 1 genoemde bescheiden het bedrag van de in lid 1 bedoelde acceptgiro.

Artikel 5.3 Examengeld exameninstellingen

  • 1. Indien de inburgeringsplichtige voor wie het college een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, het praktijkdeel van het inburgeringsexamen voor de eerste maal heeft afgelegd en zelf heeft betaald, legt hij het college binnen acht weken na het afleggen, indien een aangewezen exameninstelling hem terzake daarvan kosten in rekening heeft gebracht, de volgende bescheiden over:

    • a.

      een schriftelijk bewijs van betaling van die kosten;

    • b.

      een afschrift van de examenuitslag;

    • c.

      een kopie van een afschrift van zijn bank- of girorekening.

  • 2. Het college betaalt de inburgeringsplichtige binnen acht weken na ontvangst van de in lid 1 genoemde bescheiden het bedrag van de in lid 1 bedoelde kosten.

Artikel 5.4 Overige verplichtingen

Naast de ingevolge de overige bepalingen van hoofdstuk 5 op te leggen verplichtingen, kan het college de inburgeringsplichtige bij de vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    de verplichting actief deel te nemen aan de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening en het reglement van de instelling in acht te nemen;

  • b.

    de verplichting gehoor te geven aan een oproep om te verschijnen voor een voortgangscontrole;

  • c.

    de verplichting zich desverzocht in te schrijven voor het afleggen van het centrale deel of het praktijkdeel van het inburgeringexamen wanneer het college dat geraden voorkomt;

  • d.

    de verplichting het college onverwijld op de hoogte te stellen van ziekte of andere gewichtige omstandigheden die de nakoming van de verplichtingen in de beschikking in de weg staan.

Artikel 5.5 Inhoud beschikking

In de beschikking ter vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening worden in ieder geval vermeld:

  • a.

    hetgeen daarin ingevolge artikel 5.1 lid 2 moet worden vermeld;

  • b.

    een omschrijving van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • c.

    de rechten en plichten vanwege de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, alsmede de gevolgen van het niet nakomen van deze plichten;

  • d.

    de voor de inburgeringsplichtige ingevolge artikel 7 lid 1 van de wet geldende termijn, alsmede de dag waarop de in de artikelen 7 lid 1 onderdeel b en 18 lid 1 van de wet bedoelde termijnen aanvangen of zijn aangevangen.

  • e.

    de verplichting mee te werken aan intensieve begeleiding.

HOOFDSTUK 6 - Bedrag bestuurlijke boete

Artikel 6.1 - Niet op oproep verschijnen of medewerking aan onderzoek verlenen

  • 1. Ter zake van overtreding van artikel 25 lid 4 van de wet kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 170,00.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige overtreding van artikel 25 lid 4 van de wet opnieuw schuldig maakt aan een dergelijke overtreding, kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 250,00.

Artikel 6.2 - Geen medewerking verlenen aan uitvoering inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

  • 1. Ter zake van overtreding van artikel 23 lid 1 van de wet kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 250,00.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige overtreding van artikel 23 lid 1 van de wet opnieuw schuldig maakt aan een dergelijke overtreding, kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 350,00.

  • 3. Lid 1 en lid 2 blijven buiten toepassing indien de daarin bedoelde overtreding tevens een overtreding als bedoeld in artikel 6.3 oplevert.

Artikel 6.3 - Overtreding van regels uit hoofdstuk 5

  • 1. Ter zake van overtreding van de krachtens artikel 23 lid 3 van de wet gestelde regels kanhet college een bestuurlijke boete opleggen van:

    • a.

      € 250,00 bij overtreding van de in artikel 5.2 lid 1 bedoelde verplichting;

    • b.

      € 250,00 bij overtreding van de in artikel 5.3 lid 1 bedoelde verplichting;

    • c.

      € 250,00 bij overtreding van de in artikel 5.4 onderdeel a bedoelde verplichting;

    • d.

      € 250,00 bij overtreding van de in artikel 5.4 onderdeel b bedoelde verplichting;

    • e.

      € 250,00 bij overtreding van de in artikel 5.4 onderdeel c bedoelde verplichting;

    • f.

      € 250,00 bij overtreding van de in artikel 5.4 onderdeel d bedoelde verplichting.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige overtreding van de in artikel 5.4 onderdeel a bedoelde verplichting opnieuw schuldig maakt aan een dergelijke overtreding, kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 500,00.

  • 3. Indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige overtreding van de in artikel 5.4 onderdeel b bedoelde verplichting opnieuw schuldig maakt aan een dergelijke overtreding, kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 500,00.

  • 4. Indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige overtreding van de in artikel 5.4 onderdeel c bedoelde verplichting opnieuw schuldig maakt aan een dergelijke overtreding, kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 500,00.

  • 5. Indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige overtreding van de in artikel 5.4 onderdeel d bedoelde verplichting opnieuw schuldig maakt aan een dergelijke overtreding, kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 500,00.

Artikel 6.4 - Verzuim vaardigheden en kennis te verwerven en tijdig examen te behalen

Ter zake van het verzuim het inburgeringsexamen te behalen binnen de in artikel 7 lid 1 van de wet bedoelde termijn of de op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel a van de wet verlengde termijn kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 350,00.

Artikel 6.5 - Verzuim examen binnen verlengingtermijn te behalen

  • 1. Ter zake van het verzuim het inburgeringsexamen te behalen binnen de krachtens artikel 32 van de wet vastgestelde termijn kan het college een boete opleggen van € 500,00.

  • 2. Zolang de inburgeringsplichtige na het verstrijken van de krachtens artikel 33 lid 1 van de wet gestelde termijn het inburgeringsexamen nog steeds niet heeft behaald, kan het college iedere twee jaar een bestuurlijke boete opleggen van € 1.000,00.

Artikel 6.6 Afstemming van de boete

De boete als bedoeld in artikel 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, en 6.5 van deze verordening wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 38 2e lid van de wet afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Hierbij wordt rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd.

Artikel 6.7 Anti cumulatie

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 37 van de wet wordt geen bestuurlijke boete opgelegd indien voor dezelfde gedraging de bijstand kan worden verlaagd op grond van artikel 18, tweede lid, van de wet werk en bijstand, dan wel indien voor dezelfde gedraging een boete of maatregel kan of moet worden opgelegd op grond van een bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, aan te wijzen sociale zekerheidswet of sociale zekerheidsregeling.

HOOFDSTUK 7 - Slotbepalingen

Artikel 7.1 - Citeertitel

Deze Verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering gemeente Halderberge 2009.

Artikel 7.2 – Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking een dag na de bekendmaking.

Artikel 7.3 - Intrekking

De Verordening Wet inburgering gemeente Halderberge 2007 wordt ingetrokken een dag na de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Halderberge op 10 december 2009.
De griffier, drs. A. Koenen
De voorzitter, A.F.W. Osterloh