Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening inburgering gemeente Halderberge 2011

Geldend van 10-03-2011 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening inburgering gemeente Halderberge 2011

RAADSBESLUIT

 

De raad van de gemeente Halderberge;

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010;

 

Inzake de uitvoering van de Wet inburgering,

 

Gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 19a, eerste lid, 23, derde lid, 24a, vijfde lid, 24f en 35 van de Wet inburgering en artikel 4.27, derde lid, van het Besluit inburgering;

 

B E S L U I T:

 

  • 1.

    De Verordening inburgering gemeente Halderberge 2011 vast te stellen,

  • 2.

    De Verordening Wet inburgering gemeente Halderberge 2009 in te trekken.

VERORDENING INBURGERING GEMEENTE HALDERBERGE 2011

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge;

    • b.

      instelling: rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf werkzaamheden verricht, gericht op het toeleiden van inburgeringsplichtigen naar het inburgeringsexamen;

    • c.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • d.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • e.

      korte vrijstellingstoets: onder toezicht van de IB-Groep af te leggen toets, waarvan de succesvolle afronding leidt tot een door de IB-Groep af te geven document waaruit blijkt dat de inburgeringsplichtige beschikt over voldoende mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en evidente kennis van de Nederlandse samenleving;

    • f.

      taalkennisvoorziening: een voorziening gericht op de verwerving van de kennis van de Nederlandse taal die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b WEB;

    • g.

      WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs;

    • h.

      wet: Wet inburgering;

    • i.

      Wet GBA: Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

    • j.

      WWB: Wet werk en bijstand;

    • k.

      staatsexamen Nederlands als tweede taal: staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II, bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, WEB.

    • l.

      Voorziening: een (duale) inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop gebaseerde regelgeving zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen en de vrijwillige inburgeraars op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet.

    • a.

      Mondelinge informatievoorziening;

    • b.

      Schriftelijke informatievoorziening;

    • c.

      Centraal informatiepunt gemeente (gemeentehuis & website)

Hoofdstuk 2 Het vaststellen van een voorziening voor inburgeringsplichtigen

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

  • 1. Het college kan een voorziening vaststellen ten behoeve van de inburgeringsplichtige in art. 19A van de wet, eerste lid;

  • 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, kan het college in bijzondere gevallen besluiten geen voorziening vast te stellen bij de inburgeringsplichtige;

  • 3. Het college kan besluiten geen inburgeringsvoorziening vast te stellen, op basis van het beschikbare participatiebudget; dit geldt niet voor de in artikel 19 lid 1 van de Wi genoemde inburgeringsplichtigen.

  • 4. Het college kan bij het vaststellen van een voorziening voorrang aan de inburgeringsplichtige verlenen als bedoeld in artikel 19A, eerste lid, van de wet en inburgeringsplichtingen; met een opvoedingstaak en of degene die een bepaalde uitkering ontvangen.

Artikel 4 De samenstelling van de voorziening

  • 1. Het college stemt de voorziening, met uitzondering van de inburgeringvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden en de persoonlijke omstandigheden van de inburgeringsplichtige;

  • 2. Een taalkennisvoorziening kan worden aangeboden indien de inburgeringsplichtige gelijktijdig met de taalkennisvoorziening een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt.

Artikel 5 De voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget

  • 1. Het college beoordeelt het verzoek van de inburgeringsplichtige om in aanmerking te komen voor een voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget op de volgende aspecten:

    • a.

      de motivatie van de inburgeringsplichtige om geen gebruik te maken van de vaststelling van de gemeente;

    • b.

      de noodzakelijkheid om een persoonlijk inburgeringsbudget toe te kennen;

    • c.

      de kosten van het aangevraagde persoonlijk inburgeringsbudget mag qua kosten niet hoger uitkomen dan de duurste ingekochte voorziening;

    • d.

      de periode waarbinnen het aangevraagde traject zal worden afgerond te weten: binnen de vastgestelde inburgeringsperiode artikel 7, eerste lid;

    • e.

      de mate waarin de inburgeringsvoorziening passend wordt geacht;

    • f.

      het betreffende inburgeringsbedrijf dat de voorziening aanbiedt.

  • 2. Het inburgeringsbedrijf dient onder meer te beschikken over aantoonbare ervaring en deskundigheid op het gebied van onderwijs, het verzorgen van inburgeringsprogramma’s of taalkennisvoorzieningen.

  • 3. Als het college de voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget heeft vastgesteld, sluiten de inburgeringsplichtige en het college een overeenkomst met het inburgeringsbedrijf.

Artikel 6 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste twaalf maandelijkse termijnen betaald.

  • 2. Het college legt in de beschikking tot vaststelling van de voorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de WWB, IOAW, IOAZ, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 7 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    het deelnemen aan de voorziening;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat het college geraden voorkomt;

  • e.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

  • f.

    het deelnemen aan het onderzoek als bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet;

  • g.

    het deelnemen aan intensieve begeleiding als de gemeente dit nodig vindt;

  • h.

    ziekmelden.

Hoofdstuk 3 De bestuurlijke boete

Artikel 8 De hoogte van de bestuurlijke boete voor de verschillende overtredingen

  • 1. Niet op oproep verschijnen of medewerking voor de inburgeringsplichtige aan onderzoek verlenen:

    • a.

      Ter zake van overtreding van artikel 25, vierde lid, van de wet kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 170,00;

    • b.

      Indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige overtreding van artikel 25 lid 4 van de wet opnieuw schuldig maakt aan een dergelijke overtreding, kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 250,00.

  • 2. Geen medewerking verlenen aan uitvoering inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

    • a.

      Ter zake van overtreding van artikel 23, eerste lid, van de wet kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 250,00;

    • b.

      Indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige overtreding van artikel 23, eerste lid, van de wet opnieuw schuldig maakt aan een dergelijke overtreding, kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 350,00.

  • 3. Verzuim vaardigheden en kennis te verwerven en tijdig examen te behalen. Ter zake van het verzuim het inburgeringsexamen te behalen binnen de in artikel 7 lid 1 van de wet bedoelde termijn of de op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a van de wet verlengde termijn kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 350,00.

  • 4. Verzuim examen binnen verlengingtermijn te behalen

    • a.

      Ter zake van het verzuim het inburgeringsexamen te behalen binnen de krachtens artikel 32 van de wet vastgestelde termijn kan het college een boete opleggen van € 500,00;

    • b.

      Zolang de inburgeringsplichtige na het verstrijken van de krachtens artikel 33, eerste lid, van de wet gestelde termijn het inburgeringsexamen nog steeds niet heeft behaald, kan het college iedere twee jaar een bestuurlijke boete opleggen van € 1.000,00.

  • 5. Afstemming van de boete.

    De boete als bedoeld in artikel 8 lid, 1, 2, 3 en 4  van deze verordening wordt afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Hierbij wordt rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd.

Hoofdstuk 4 Het aanbieden van een voorziening voor vrijwillige inburgeraars

Artikel 9 Aanwijzen van de doelgroepen

Het college kan een voorziening aanbieden ten behoeve van de vrijwillige inburgeraar.

Artikel 10 De samenstelling van de voorziening

  • 1. Het college bepaalt in overleg met de vrijwillige inburgeraar de samenstelling van de voorziening. De voorziening wordt afgestemd op het startniveau en de vaardigheden en de persoonlijke omstandigheden van de vrijwillige inburgeraar.

  • 2. Een taalkennisvoorziening kan worden aangeboden indien de vrijwillige inburgeraar gelijktijdig met de taalkennisvoorziening een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt.

Artikel 11 De voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget

  • 1. Het college beoordeelt het verzoek van de inburgeringsbehoeftige om in aanmerking te komen voor een voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget op de volgende aspecten:

    • a.

      De motivatie van de inburgeringsbehoeftige om geen gebruik te maken van het aanbod van de gemeente;

    • b.

      de noodzakelijkheid om een persoonlijk inburgeringsbudget toe te kennen;

    • c.

      de kosten van het aangevraagde persoonlijk inburgeringsbudget mag qua kosten niet hoger uitkomen dan de duurste ingekochte voorziening;

    • d.

      de periode waarbinnen het aangevraagde traject zal worden afgerond in relatie tot de looptijd van vergelijkbare ingekochte trajecten;

    • e.

      de mate waarin de inburgeringsvoorziening passend wordt geacht;

    • f.

      het betreffende inburgeringsbedrijf dat de voorziening aanbiedt.

  • 2. Het inburgeringsbedrijf dient onder meer te beschikken over aantoonbare ervaring en deskundigheid op het gebied van onderwijs, het verzorgen van inburgeringsprogramma’s of taalkennisvoorzieningen.

  • 3. ls het college de voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget heeft vastgesteld, sluit de inburgeringsbehoeftige en het college een overeenkomst met het inburgeringsbedrijf.

Artikel 12 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste twaalf maandelijkse termijnen betaald;

  • 2. Het college legt in de overeenkomst de termijnen van betaling vast. Indien overeen gekomen is dat het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de overeenkomst, bedoeld in artikel 16 vastgelegd;

  • 3. Vrijwillige inburgeraars zijn vrijgesteld van een eigen bijdrage als sprake is van een gecombineerde voorziening, zoals vastgelegd in art. 24E, derde lid, WI.

Artikel 13 Opleggen van verplichtingen

Het college kan in de overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, bedoeld in artikel 24D, tweede lid, van de wet een of meer van de volgende verplichtingen opnemen:

  • a.

    het deelnemen aan de voorziening;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat in de overeenkomst wordt neergelegd;

  • e.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de overeenkomst kan worden voldaan;

  • f.

    het deelnemen aan intensieve begeleiding als de gemeente dit aanbiedt;

  • g.

    Ziekmelden.

Artikel 14 De inhoud van de overeenkomst

De overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, bedoeld in artikel 24D, tweede lid, van wet bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de voorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de vrijwillige inburgeraar;

  • c.

    de datum waarop aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn deelgenomen;

  • d.

    de sancties die kunnen worden toegepast wanneer de verplichtingen niet worden nagekomen, en indien van toepassing:

  • e.

    de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage.

Artikel 15 Sancties bij niet-nakoming van de overeenkomst

Indien de vrijwillige inburgeraar de verplichtingen die zijn neergelegd in de overeenkomst niet of in onvoldoende nakomt, kan het college hem de volgende sanctie opleggen: een maximale boete, waarbij het bedrag van de boete vergelijkbaar is met of lager dan de bestuurlijke boetes die het college kan opleggen als een inburgeringsplichtige de verschillende verplichtingen niet nakomt;

Artikel 16 Het vaststellen van de identiteit van de vrijwillige inburgeraar

Het college stelt de identiteit van de vrijwillige inburgeraar vast aan de hand van een document zoals is vastgelegd in artikel 1 wet op de identificatieplicht.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt met ingang van 3 maart 2011 in werking.

  • 2. Op dezelfde datum vervalt de Verordening Wet Inburgering Halderberge 2009, zoals vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 10 december 2009.

Artikel 19 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening inburgering gemeente Halderberge 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad
Van de gemeente Halderberge d.d. 24 februari 2011,
 
De griffier,                                                           de (wnd.) voorzitter,
 
 
A. Koenen                                                           P. Neeb