Regeling vervallen per 29-10-2016

Verordening Winkeltijden Halderberge 2013

Geldend van 03-07-2013 t/m 28-10-2016

Intitulé

Verordening Winkeltijden Halderberge 2013

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Halderberge;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 juni 2013;

gelet op de Winkeltijdenwet, zoals die luidt na vaststelling van het initiatiefvoorstel Verhoeven – Van Tongeren Kamerstuk 32414;

overwegende dat de Commissie Beheer & Ontwikkeling op 5 juni 2013 heeft besloten het raadsvoorstel rechtstreeks, en dus zonder voorafgaand advies, ter besluitvorming voor te leggen aan de raad;

B E S L U I T :

  • 1.

    de Verordening winkeltijden Halderberge 2012, zoals vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 15 december 2011, in te trekken;

  • 2.

    de Verordening winkeltijden Halderberge 2013 vast te stellen.

Verordening Winkeltijden Halderberge 2013.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Winkeltijdenwet;

b. winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

c. feestdag: Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag na 19.00 uur, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, 4 mei na 19.00 uur, tweede Pinksterdag, 24 december na 19.00 uur en eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

d. werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

e. college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Zon- en feestdagen (koopzondagen)

  • 1.

    De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden voor zover deze betrekking hebben op de zondagen en de feestdagen, niet:

    • a.

      op zondagen, met uitzondering van Eerste Paasdag en eerste Pinksterdag;

    • b.

      op de volgende feestdagen: tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en tweede Pinksterdag.

  • 2.

    Op de zondagen en feestdagen bedoeld in het eerste lid is het verboden de winkel voor het publiek geopend te hebben voor 08.00 uur en na 18.30 uur.

Artikel 3 Algemene vrijstellingen

Artikel 3a Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • c.

    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 3b Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

    • a.

      winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

    • b.

      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 3c Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 3d Begraafplaatsen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 3e Culturele evenementen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 3f Sportcomplexen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Artikel 3g Bejaardenoorden

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 3h E.H. Communie

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk fotoartikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 3i Allerheiligen en Allerzielen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

Artikel 3j Ramadan

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

Artikel 3k Bedevaartplaats

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels die zijn gelegen in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, indien in die winkel op die dagen en gedurende die tijd geen andere goederen worden verkocht dan:

    • a.

      voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

    • b.

      religieuze artikelen en souvenirs;

    • c.

      bloemen en planten.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van:

    • a.

      voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

    • b.

      religieuze artikelen en souvenirs;

    • c.

      bloemen en planten.

Artikel 3l Carnaval

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen.

Artikel 3m Kermis

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

Artikel 4 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur en zon- en feestdagen voor 08.00 uur en na 18.30 uur (nachtwinkels)

  • 1.

    Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet.

  • 2.

    Het bepaalde in lid 1 geldt niet voor Goede vrijdag na 19.00 uur en 4 mei na 19.00 uur.

  • 3.

    De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

  • 4.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

Artikel 5 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen acht weken.

  • 2.

    Het college kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen.

Artikel 6 Overdracht van de ontheffing

  • 1.

    Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2.

    In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffing doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 7 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

c.het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

d.de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

e.van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

f.de houder dit aanvraagt.

Artikel 8 Intrekking voorgaande regeling

De Verordening winkeltijden gemeente Halderberge 2012, zoals vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 15 december 2011 in te trekken.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 3 juli 2013.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Halderberge 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad
van de gemeente Halderberge d.d. 20 juni 2013,
de griffier, de voorzitter,
A.Koenen G.A.A.J. Janssen