Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2006

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2006

De raad van de gemeente Halderberge;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2005;

gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel c en 30 van de Wet werk en bijstand,

overwegende dat:

het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;

B E S L U I T :

De Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2006 vast te stellen.

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de wet;

    • c.

      verzorgingsbehoevende: degene die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in een verpleeg- of verzorgingstehuis.

Artikel 2

  • 1. De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn.

  • 2. De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing artikel 18, eerste lid, van de wet onverlet.

HOOFDSTUK 2. Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Artikel 3 - Toeslagen

  • 1. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

  • 2. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet beschouwd als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

    • a.

      kinderen van 18 jaar of ouder doch jonger dan 21 jaar met een inkomen van ten hoogste de norm als bedoeld in artikel 20, onder a, van de wet vermeerderd met 10 procent van de gehuwdennorm;

    • b.

      meerderjarige kinderen met studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

    • c.

      meerderjarige kinderen met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

    • d.

      verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende worden verzorgd;

HOOFDSTUK 3. Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag

Artikel 4 - Verlaging gehuwden

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 5 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met één of meer anderen.

  • 2. Het derde lid van artikel 3 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 - Verlaging woonsituatie

De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:

  • 1.

    20 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn;

  • 2.

    10 procent van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.

Artikel 6 - Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar

  • 1. 1.De verlaging als bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt:

    • a.

      10 procent van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 21 jaar betreft;

    • b.

      5 procent van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 22 jaar betreft.

HOOFDSTUK 4. Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012.

Artikel 6a Wijziging betekenis begrippen

  • 1. Waar in deze verordening de begrippen 'alleenstaande', 'alleenstaande ouder' en 'gezin' worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

  • 2. Waar in deze verordening wordt gesproken over 'gehuwde(n)' of 'gehuwdennorm' hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als 'gezin', bedoeld in artikel 4, respectievelijk 'gezinsnorm', bedoeld in artikel 21, eerste lid van de wet.

HOOFDSTUK 5. Slotbepalingen

Artikel 7 Overgangsrecht.

  • 1. Indien de belanghebbende op 1 januari 2006 recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand inclusief een toeslag of verlaging op grond van de “Bijstandsverordening gemeente Halderberge 2001”, doch de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2006 leidt tot een lagere uitkering, dan wordt de uitkering, bij een ongewijzigde situatie, gehandhaafd voor de duur dat de belanghebbende uitkering blijft ontvangen, doch uiterlijk tot 1 januari 2008.

  • 2. Na beëindiging van het recht op uitkering op een datum gelegen op of na 1 januari 2006 is het overgangsrecht als bedoeld in artikel 7 lid 1 niet meer van toepassing bij het ontstaan van een nieuw recht op een WWB uitkering na 1 januari 2006.

Artikel 8 - Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 9 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2006.

Artikel 10 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

  • 2.

    De “ Bijstandsverordening gemeente Halderberge 2001” wordt ingetrokken per 1 januari 2006.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad

van de gemeente Halderberge d.d. 8 december 2005,

de loco-griffier, R.C.M. de Beer

de voorzitter, A.F.W. Osterloh