Regeling vervallen per 04-04-2017

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Halderberge 2009 (AVOI Halderberge 2009)

Geldend van 30-07-2009 t/m 03-04-2017

Intitulé

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Halderberge 2009 (AVOI Halderberge 2009)

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Halderberge;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 mei 2009;

overwegende:

  • -

    dat de ondergrondse infrastructuur aan kabels en leidingen van onmisbaar belang is;

  • -

    dat met deze kabels en leidingen ook grote andere belangen zijn gemoeid, zoals milieu, veiligheid en (ondergrondse) ordening;

  • -

    dat daarom een specifiek op deze kabels en leidingen gerichte verordening noodzakelijk is;

  • -

    dat deze verordening geldt voor de gehele energie-, water- en telecommunicatiesector.

gelet op de artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet, artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht en de artikelen 5.2 en 5.4 van de Telecommunicatiewet;

B E S L U I T :

Vast te stellen de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Halderberge 2009 (AVOI Halderberge 2009).

Hoofdstuk Een Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente

    Halderberge;

  • b.

    net: samenstel van ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, uitgezonderd de riolering;

  • c.

    kabels en leidingen: kabels en/of leidingen als onderdeel van een net;

  • d.

    (huis)aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding in of op openbare gronden dat een net verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een

    onroerende zaak of met een ander net;

  • e.

    netbeheerder: rechtspersoon die is aangewezen als beheerder van een net;

  • f.

    opdrachtgever: degene die opdracht geeft tot het uitvoeren van werkzaamheden;

  • g.

    grondroerder: degene onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaam-heden worden verricht;

  • h.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1 van de

    Belemmeringenwet Privaatrecht of in artikel 5.2, eerste lid Telecommunicatiewet;

  • i.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren conform artikel 1.1, onder aa Telecommunicatiewet;

  • j.

    werkzaamheden: handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

  • k.

    werkzaamheden van werkzaamheden die qua aard of omvang dusdanig beperkt zijn

    minder ingrijpende aard: dat ter beoordeling door de gemeente, een afwijkend, lichter, meldregime toegepast kan worden;

  • l.

    instemmingsbesluit: besluit van het college op een melding van voorgenomen

    werkzaamheden;

  • m.

    verordening: AVOI Halderberge 2009;

  • o.

    niet-openbare kabels kabels en leidingen die niet gebruikt worden om openbare diensten

    en leidingen: aan te bieden;

  • p.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • q.

    Handboek: door de gemeente vastgestelde regels en voorwaarden betreffende

    de voorbereiding en uitvoering van ontwerp, aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen, instandhouden en opruimen van kabels en leidingen in of op openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Belemmeringenwet Privaatrecht of de Telecommunicatiewet.

Artikel 3 Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

HOOFDSTUK Twee: Melding en instemmingsbesluit

Artikel 4 Instemmingsvereiste

  • 1. Het is verboden zonder, of in afwijking van, een voorafgaand door het college verleend instemmingsbesluit omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en afstemming van werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.

  • 2. Voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard, en voor spoedeisende reparatie- of onderhoudswerkzaamheden, is geen instemming als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk.

Artikel 5 Melding

  • 1. Een grondroerder meldt werkzaamheden uiterlijk acht weken voor aanvang bij de gemeente.

  • 2. Indien de voorgenomen werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding het college schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg met de andere gedoogplichtige(n).

  • 3. Voorgenomen minder ingrijpende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4 lid 2, dienen drie werkdagen voor de uitvoering schriftelijk bij de gemeente te worden gemeld. Op grond van belangen als genoemd in artikel 8 lid 1 kan het college bepalen dat de realisatie later dient plaats te vinden.

  • 4. Spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4 lid 2, ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het betreffende net, waarvan uitstel niet mogelijk is, dienen bij voorkeur voorafgaand te worden gemeld, en uiterlijk binnen één werkdag na de uitvoering gemotiveerd te worden middels het voorgeschreven formulier.

  • 5. Als voorgenomen werkzaamheden worden verricht in nader door het college aan te wijzen gebieden, wordt uiterlijk acht weken voor aanvang van de werkzaamheden melding gedaan als bedoeld in artikel 5 lid 1, en is de uitzondering als bedoeld in artikel 4 lid 2 voor minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing.

Artikel 6 Voorwaarden

  • 1. Voor een melding als bedoeld in artikel 5 eerste lid dient gebruik te worden gemaakt van daartoe door het college vastgestelde formulieren.

  • 2. Bij de melding verstrekt de grondroerder in elk geval de volgende gegevens:

    • a.

      een uittreksel van de inschrijving in het handelsregister bij de eerste melding of wijziging van rechtspersoon;

    • b.

      een machtiging indien het een aanvraag betreft voor of namens een opdrachtgever;

    • c.

      NAW-gegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, alsmede van de grondroerder (dan wel diens te machtigen uitvoerder), zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon;

    • d.

      een opgave van aantal, soort en beoogd gebruik van de kabels en/of leidingen;

    • e.

      een opgave van de belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden;

    • f.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • -

        het gewenste tracé met (digitale) tekeningen van de te verbinden locaties;

      • -

        de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek inzake de beschikbare ruimte;

      • -

        situering van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst;

      • -

        een omschrijving van eventuele opbrekingen van de verhardingen;

      • -

        maatregelen voor de bereikbaarheid van de aanwezige kabels en leidingen;

      • -

        maatregelen voor bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid;

      • -

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

  • 3. Indien de voorgenomen werkzaamheden betrekking hebben op kabels van elektronische communicatienetwerken dienen tevens te worden verstrekt binnen het uitvoeringsplan:

    • -

      een opgave van het aantal kabels dat (niet) direct in gebruik wordt genomen;

    • -

      de doorsnede van de kabel(goot) en lengte en breedte van de kabelsleuf.

  • 4. Bij de melding van voorgenomen minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 5, dient te worden verstrekt:

    • a.

      naam, adres en ondertekening van de grondroerder, naam en adres van de (onder)aannemer(s), alsmede de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon;

    • b.

      de dagtekening van de melding;

    • c.

      de lengte van de sleuf die is of wordt opengebroken;

    • d.

      het oppervlak van het lasgat dat is of wordt opengebroken.

  • 5. Het college kan nadere regels stellen inzake de te verstrekken gegevens alsmede over de wijze waarop die dienen te worden verstrekt. Uitgangspunt is dat gegevens die digitaal voorhanden zijn of dienen te zijn ook in digitale vorm worden verstrekt.

  • 6. Een melding wordt in behandeling genomen indien en zodra deze met gegevens compleet is.

Artikel 7 Termijnen en looptijd

  • 1. Het college beslist binnen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding als bedoeld in artikel 5 lid 1. Betreft het een melding waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen acht weken na ontvangst van de melding èn van alle bijbehorende instemmingen van deze gedoogplichtigen.

  • 2. De termijn bedoeld in het eerste lid kan eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd. Dit wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de grondroerder medegedeeld, met vermelding van de termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

  • 3. Het college houdt de beslissing aan, indien er in verband met de voorgenomen werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of de WABO (Omgevingsvergunning) is vereist.

  • 4. Het instemmingsbesluit heeft een maximale geldigheid van drie maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen drie maanden na aanvang, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 5. Indien binnen vijf jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de netbeheerder.

Artikel 8 Voorschriften, beperkingen en verplichtingen

  • 1. Het college kan aan een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4 lid 1, voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de veiligheid, waaronder de verkeersveiligheid en/of een goede verkeersdoorstroming;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast;

    • d.

      de bruikbaarheid en bereikbaarheid van de openbare gronden of gebouwen;

    • e.

      het veilig en doelmatig gebruik, beheer en onderhoud van de openbare gronden en gebouwen;

    • f.

      de bescherming en het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • g.

      de bescherming van groenvoorzieningen (in de zin van beplanting en gazons);

    • h.

      de ondergrondse ordening.

  • 2. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen. Een grondroerder is verplicht om zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, door andere netbeheerders of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten en -geleidingen die door derden of de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld. Indien de grondroerder een redelijk aanbod wordt gedaan, is deze verplicht ervan gebruik te maken.

  • 3. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit het voorschrift verbinden van zekerheidsstelling voor de nakoming van de voorschriften en beperkingen.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de grondroerder een alternatief tracé te kiezen, of (in geval van elektronische communicatienetwerken) aan andere netbeheerders een verzoek tot medegebruik van kabels en/of leidingen te doen.

  • 5. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen geschiedt conform het in de gemeente Halderberge van toepassing zijnde Handboek als bedoeld in artikel 1.q van deze verordening. In dat kader is het college bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden van de bepalingen van de AVOI en het Handboek hebben de bepalingen van de AVOI voorrang.

  • 6. De grondroerder vergoedt aan de gemeente de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, zijnde de marktconforme kosten van de voorzieningen en van extra onderhoud. Voor de hoogte van de schadevergoeding aan bestrating wordt uitgegaan van de methodiek conform a. de Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her)straatwerkzaamheden (versie 2000); b. de VNG-Richtlijn Tarieven (graaf)werkzaamheden Telecom (2004): vergoedingen voor herstel, onderhoud en beheer volgens principe: “Vergunninghouder verricht straatwerk en gemeente voert onderhoud na 1e jaar uit en c. de VNG-tarieven voor degeneratievergoeding.

  • 7. De gemeente beslist omtrent het herstraten. In geval van herstrating door de grondroerder, dient deze het onderhoud gedurende het eerste jaar te verzorgen. Na het eerste jaar neemt de gemeente via een opleveringsopname het onderhoud over. Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

  • 8. De grondroerder is verplicht zo spoedig mogelijk na constatering van de aanwezigheid van kabels en/of leidingen, waarvan niet bekend is van wie ze zijn, een kopiemelding van de mededeling aan het kadaster, aan de gemeente te verstrekken.

  • 9. De grondroerder is leges verschuldigd conform de Legesverordening.

Artikel 9a Verleggingen van elektronische communicatienetwerken

Op verleggingen van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op verzoek van de gemeente zijn de wettelijke regels (Telecommunicatiewet) van toepassing.

Artikel 9b Verleggingen van netwerken voor nutsvoorzieningen

Op verleggingen van leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden gelden de volgende bepalingen, tenzij daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen:

  • a.

    De netbeheerder is verplicht op verzoek van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen ten dienste van zijn net, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente;

  • b.

    Indien nadeelcompensatie van toepassing is, wordt deze slechts verleend op basis van een gespecificeerd kostenoverzicht;

  • c.

    De gemeente en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

  • d.

    Na een verzoek tot het nemen van maatregelen, gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot uitvoering, doch niet later dan twaalf weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

HOOFDSTUK Drie: Overige bepalingen

Artikel 10 Eigendom

Indien de eigendom, exploitatie of beheer van een net, kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten over op de nieuwe netbeheerder, en stelt de netbeheerder het college onverwijld van deze overdracht in kennis.

Artikel 11 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Bij voorgenomen werkzaamheden voor niet-openbare kabels en leidingen in of op openbare gronden is het bepaalde in deze verordening in procedurele zin van overeenkomstige toepassing, maar houdt het bepaalde geen gedoogplicht voor de gemeente van deze kabels en leidingen in.

  • 2. Bij verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels en leidingen op verzoek van de gemeente, worden deze op kosten van de eigenaar van de kabels en leidingen, uitgevoerd.

Artikel 12 Niet in gebruik zijnde kabels en leidingen

  • 1. De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een net(werk) in of op openbare gronden.

  • 2. De netbeheerder levert op verzoek een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 13 Overleg

  • 1. De gemeente organiseert periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netbeheerders en/of grondroerders worden uitgenodigd.

  • 2. In dit overleg worden de plannen van de gemeente en de voorgenomen werkzaamheden van de netbeheerders en/of grondroerders besproken. Dit mede ter beoordeling van mogelijk medegebruik van voorzieningen en afstemming van gezamenlijk of gelijktijdig uit te voeren werkzaamheden.

HOOFDSTUK Vier: Toezicht en handhaving

Artikel 14 Toezicht en handhaving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.

  • 2. Indien de gemeente vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan de gemeente besluiten handhavend op te treden.

  • 3. Bij grove nalatigheid of recidive kan het college strafrechtelijke handhaving in gang te zetten.

  • 4. Indien de werkzaamheden niet op de overeengekomen data worden gestart of uitgevoerd vervalt de verleende instemming, tenzij er tijdig een gegronde reden wordt medegedeeld, dit met in acht name van de maximale geldigheidsduur van het instemmingsbesluit en ter beoordeling van het college.

  • 5. De toezichthouder is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:

    • a.

      zonder voorafgaande melding, als bedoeld in de artikelen 4 en 5;

    • b.

      in strijd met het in het instemmingsbesluit opgenomen tijdstip van aanvang of voltooiing, de wijze van uitvoering of andere van toepassing verklaarde voorschriften.

HOOFDSTUK Vijf: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15 Verplichte verordening

Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de wettelijke verplichting van artikel 5.4 Telecommunicatiewet. De in dat artikel bedoelde regels zijn geïntegreerd in deze verordening.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Gelijktijdig vervalt de Telecommunicatieverordening Gemeente Halderberge d.d. 23 september 1999.

Artikel 17 Overgangsbepalingen

De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van de Telecommunicatieverordening Gemeente Halderberge en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken, wordt met ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels daarvan.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "AVOI Halderberge 2009".

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad

van de gemeente Halderberge d.d. 16 juli 2009,

de griffier, A. Koenen

de waarnemend voorzitter, A.A.F.M. Wijnen