Regeling vervallen per 01-06-2017

Financiële verordening Halderberge 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-05-2017

Intitulé

Financiële verordening Halderberge 2015

De raad van de gemeente Halderberge;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

besluit :

vast te stellen:

de Financiële verordening Halderberge 2015:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college;

  • b.

    audit commissie: adviescommissie van de raad die adviezen uitbrengt over financieel gerelateerde onderwerpen

  • c.

    inkomsten: totaal van de baten voor onttrekking reserves;

  • d.

    netto schuld: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa;

  • e.

    overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programma-indeling

  • 1. De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode een programma-indeling voor die raadsperiode vast.

  • 2. De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode vast over welke onderwerpen hij in extra paragrafen naast de verplichte paragrafen in de begroting en rekening kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting worden onder elk van de programma’s de verwachte lasten en baten weergegeven en bij de jaarstukken worden onder elk van de programma’s de gerealiseerde lasten en baten weergegeven.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven

  • 3. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.

  • 4. In de jaarrekening wordt van de investeringen en meerjarige projecten de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 4. Kaders begroting

  • 1. Het college biedt de raad vóór 1 juli van het begrotingsjaar een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming met daarin minimaal twee op het begrotingsjaar volgende jaren (kadernota). De raad stelt deze nota vóór 1 augustus van het begrotingsjaar vast.

  • 2. In de begroting wordt een post onvoorziene uitgaven van tenminste 50.000 euro opgenomen. Na vaststelling van de begroting door de gemeenteraad wordt het resterende begrotingssaldo toegevoegd aan de post onvoorziene uitgaven.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de begroting geautoriseerd. De raad kan bij de begrotingsbehandeling aangeven van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen of nader over geïnformeerd wil worden.

  • 3. Het college informeert de raad vooraf als ze verwacht dat de lasten de geautoriseerde lasten of de investeringsuitgaven de geautoriseerde investeringskredieten dreigen te overschrijden of de baten de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden.

  • 4. Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in de raad doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde budgetten en de investeringskredieten.

  • 5. Het college is bevoegd verwachte overschrijdingen van de geautoriseerde lasten en onderschrijdingen van de geautoriseerde baten te dekken uit de post onvoorziene uitgaven, voor zover het geen beleidswijziging betreft.

  • 6. Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van een voorjaarsrapportage, een najaarsrapportage en een slotwijziging over de realisatie van de begroting van de gemeente:

  • 2.

    De voorjaarsrapportage en de slotwijziging bevat een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a.

      de baten en lasten per programma;

    • b.

      het overzicht van algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      het totale saldo van de baten en lasten, volgende uit de onderdelen a en b;

    • d.

      de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingenaan reserves per programma; en

    • e.

      het resultaat, volgend uit de onderdelen c en d.

  • 3.

    De najaarsrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a.

      de baten en de lasten per programma;

    • b.

      het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      het totale saldo van de baten en de lasten volgend uit de onderdelen a en b;

    • d.

      de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma; en

    • e.

      het resultaat, volgend uit de onderdelen c en d,

alsmede de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.

4.De slotwijziging gaat - voor zover hiervan sprake is - vergezeld met een voorstel van het college aan de raad om (geautoriseerde) uitgaven die het jaar geheel of ten dele overschrijden te reserveren in de reserve jaaroverschrijdende uitgaven.

Artikel 7. Informatieplicht

Het college besluit niet over:

  • a.

    de aan- en verkoop van goederen, werken en diensten groter dan 100.000 euro, voor zover deze niet zijn opgenomen in de door de raad vastgestelde begroting;

  • b.

    het verstrekken van geldleningen groter dan 50.000 euro, anders dan uit hoofde van de treasury functie; en

  • c.

    het verstrekken van waarborgen en garanties, groter dan 50.000 euro,

  • d.

    het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen,

dan nadat de raad is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

Artikel 8. EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Hoofdstuk 3. Financieel beleid

Artikel 9.Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Het gemeentelijk beleid op het gebied van het waarderen en afschrijven van vaste activa ligt vast in een afzonderlijke beleidsnota: de nota waarderen en afschrijven vaste activa. De raad stelt de nota waarderen en afschrijven vaste activa vast, nadat de raad advies heeft ingewonnen van de audit commissie.

  • 2.

    Het college stemt jaarlijks met de audit commissie af of er in het geval van beleidswijzigingen een nieuwe nota waarderen en afschrijven vaste activa aan de raad moet worden aangeboden of dat kan volstaan met een wijziging en/of aanvulling via een raadsvoorstel.

Artikel 10. Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van de ouderdom en/of status van de openstaande vorderingen.

Artikel 11. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het gemeentelijk beleid op het gebied van reserves en voorzieningen ligt vast in een afzonderlijke beleidsnota: de nota reserves en voorzieningen. De raad stelt de nota reserves en voorzieningen vast, nadat de raad advies heeft ingewonnen van de audit commissie.

  • 2. De nota reserves en voorzieningen behandelt in ieder geval:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding van voorzieningen;

    • c.

      de rentetoerekening aan reserves en voorzieningen; en

    • d.

      de vrijval van de reserves;

  • 3. Het college stemt jaarlijks met de audit commissie af of er in het geval van beleidswijzigingen een nieuwe nota reserves en voorzieningen aan de raad moet worden aangeboden of dat kan volstaan met een wijziging en/of aanvulling via een raadsvoorstel.

Artikel 12.Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente Halderberge, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van integrale kostentoerekening gehanteerd. Bij de integrale kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de kosten verbonden aan kwijtschelding.

  • 3.

    Voor de inzet van materiële activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de behandeling van de begroting vastgesteld.

Artikel 13. Prijzen economische activiteiten

  • 1. Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.

  • 2. Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.

  • 3. Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.

  • 4. Raadbesluiten met de motivering van het publiekbelang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:

    • a.

      leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid;

    • b.

      een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;

    • c.

      een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;

    • d.

      een bevoordeling van sociale werkplaatsen;

    • e.

      een bevoordeling van onderwijsinstellingen;

    • f.

      een bevoordeling van publieke media-instellingen; en

    • g.

      een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.

Artikel 14. Vaststelling hoogte belastingen, rechten en heffingen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, de rioolheffing, de afvalstoffenheffing, de marktgelden, de lijkbezorgingsrechten en de leges.

Artikel 15. Financieringsfunctie

  • 1. Het gemeentelijk financieringsbeleid ligt vast in het treasurystatuut. De raad stelt het treasurystatuut vast, nadat de raad advies heeft ingewonnen van de audit commissie.

  • 2. Het college stemt jaarlijks met de audit commissie af of er in het geval van beleidswijzigingen een nieuw treasurystatuut aan de raad moet worden aangeboden of dat kan volstaan met een wijziging en/of aanvulling via een raadsvoorstel.

Hoofdstuk 4. Paragrafen

Artikel 16. Lokale heffingen

Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op de gemiddelde lastendruk voor een- en meerpersoonshuishoudens in de gemeente op.

Artikel 17. Financiering

In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    de schulden met een looptijd korter dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;

  • b.

    de schulden met een looptijd langer dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;

  • c.

    de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor in ieder geval het komende begrotingsjaar op;

Artikel 18. Weerstandsvermogen & risicobeheersing

1.In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    de schuldratio;

  • b.

    de ontwikkeling van de netto schuld per inwoner;

  • c.

    de ontwikkeling van de netto schuld als percentage van de gemeentelijke inkomsten;

  • d.

    de ontwikkeling van de som van de voorraden bouwgrond, de voorraden onderhanden werk en overige voorraden als percentage van de gemeentelijke inkomsten.

Artikel 19. Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 12 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op de voortgang van het geplande onderhoud.

  • 2. Het college biedt de raad eens in de 5 jaar een onderhoudsplan openbare ruimte aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair. De raad stelt het plan vast.

  • 3. Het college biedt de raad eens in de 5 jaar een rioleringsplan aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen. De raad stelt het plan vast.

  • 4. Het college biedt de raad eens in de 5 jaar een onderhoudsplan gebouwen aan. Het plan bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen. De raad stelt het plan vast.

Artikel 20. Bedrijfsvoering

In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten;

  • b.

    de kosten van inhuur derden;

  • c.

    de huisvestingskosten;

  • d.

    de automatiseringskosten.

Artikel 21. Verbonden partijen

Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf verbonden partijen de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

Artikel 22. Grondbeleid

1.In de paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel van 16 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    het verloop van de grondvoorraad;

  • b.

    een overzicht van de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen gronden.

  • 2.

    Het grondbeleid wordt vastgelegd in een afzonderlijke beleidsnota: de nota grondbeleid. De raad stelt de nota grondbeleid vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:

  • a.

    het doel en de strategische visie op het grondbeleid van de gemeente en de hierbij gewenste samenwerkingsvormen;

  • b.

    de vormen van grondbeleid en het wettelijk kader;

  • c.

    de uitgangspunten voor de uitgifte van gronden en voor het grondprijzenbeleid;

  • d.

    de wijze van planning en verantwoording binnen de grondexploitaties

  • 3.

    Het college stemt jaarlijks met de audit commissie af of er in het geval van beleidswijzigingen een nieuwe nota grondbeleid aan de raad moet worden aangeboden of dat kan volstaan met een wijziging en/of aanvulling via een raadsvoorstel.

  • 4.

    Het college biedt de raad jaarlijks een indicatieve meerjarenberekening grondexploitatie aan. De raad stelt de indicatieve meerjarenberekening grondexploitatie vast.

Hoofdstuk 5. Financiele organisatie en financieel beheer

Artikel 23. Administratie

  • 1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen en schulden;

    • c.

      het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving; en

    • e.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

  • 2. Onder administratie wordt verstaan het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

Artikel 24. Financiële organisatie

Het college draagt zorgt voor:

  • -

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • -

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;

  • -

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • -

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • -

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productenraming en de productenrealisatie;

  • -

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten (oud artikel 26);

  • -

    naleving van de regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen; en

  • -

    voldoende maatregelen binnen gemeentelijke regelingen en werkprocedures worden getroffen om misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen en eigendommen te voorkomen (oud artikel 24),

opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 25. Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 26.Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De Financiële verordening zoals deze is vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 14 februari 2008 (kortweg: Financiële verordening gemeente Halderberge 2008) wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

Artikel 27.Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening Halderberge 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad
van de gemeente Halderberge d.d. 30 oktober 2014,
de griffier, de voorzitter,
A.Koenen G.A.A.J. Janssen