Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Halderberge

Geldend van 17-04-1999 t/m heden

Intitulé

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Halderberge.

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN.

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs, school voor speciaal voortgezet onderwijs, voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs, die gelegen is op het grondgebied van de gemeente;

  • b.

    advies: het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de wet op het voortgezet onderwijs;

  • c.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders.

HOOFDSTUK 2 OVERLEG

Paragraaf 2.1. Overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid

Artikel 2. Functie overlegorgaan

  • 1. Er is een overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid waarin burgemeester en wethouders met de vertegenwoordiging van alle schoolbesturen overleg voeren over de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid.

  • 2. In het overlegorgaan komen aan de orde:

    • a.

      de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

    • b.

      overige onderwerpen van overleg aangaande het lokaal onderwijsbeleid.

  • 3. Op de overige onderwerpen, als genoemd in het tweede lid onder b, is artikel 9 niet van toepassing.

Artikel 3. Samenstelling overlegorgaan.

  • 1. De schoolbesturen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan. Een schoolbestuur mandateert daartoe twee vertegenwoordigers, die namens dat schoolbestuur het overleg voeren.

  • 2. Schoolbesturen kunnen zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan. Ze mandateren daartoe twee vertegenwoordigers.

  • 3. De portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt burgemeester en wethouders in het overlegorgaan. De portefeuillehouder onderwijs fungeert als voorzitter van het overleg-orgaan.

Artikel 4. Derden.

Derden kunnen, indien de voorzitter van het overlegorgaan dit wenst, of vijf of meer vertegenwoordigers van schoolbesturen, genoemd in artikel 3, dit wensen, deelnemen aan een overleg.

Artikel 5. Frequentie.

  • 1. Het in artikel 2 onder 2.a. bedoelde overleg wordt zo vaak gevoerd als wettelijk is bepaald.

  • 2. De voorzitter kan daarnaast op andere momenten het overlegorgaan bijeenroepen ter bespreking van onderwerpen het lokaal onderwijsbeleid betreffende.

  • 3. Tevens kunnen extra vergaderingen worden uitgeschreven indien tenminste twee vertegen-woordigers van de schoolbesturen onder opgaaf van redenen daartoe een verzoek bij de voorzitter hebben ingediend.

Paragraaf 2.2. Voorbereiding overleg.

Artikel 6. Uitnodiging.

  • 1. Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de gemeenteraad doen over een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a., zenden zij de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inventarisatie als bedoeld in artikel 7, toe aan alle schoolbesturen.

  • 2. De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het overleg hierover zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en datum van het overleg liggen ten minste twee weken.

  • 3. De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg kunnen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan dit overleg hiervan in kennis.

Artikel 7. Secretariaat.

Burgemeester en wethouders voeren het secretariaat van het overlegorgaan.

Artikel 8. Voorbereiding.

Burgemeester en wethouders kunnen een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders instellen dat voorafgaat aan het overleg in het overlegorgaan. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aange-geven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a.

Artikel 9. Agendaoverleg.

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een agendaoverleg instellen. Hierin wordt nagegaan welke onderwerpen op welk tijdstip in het overlegorgaan aan de orde kunnen komen. Op grond hiervan stellen burgemeester en wethouders de agenda op.

  • 2. Aan het agendaoverleg nemen de portefeuillehouder onderwijs en vier vertegenwoordigers van schoolbesturen deel.

Paragraaf 2.3. Uitvoering overleg.

Artikel 10. Advies Onderwijsraad.

  • 1. Indien een of meer vertegenwoordigers in het bestuurlijk overleg een advies van de Onderwijsraad wensen over het voorstel tot vaststelling of wijzigingen van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Halderberge in relatie tot de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting, dan wordt dit tijdens het bestuurlijk overleg door de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers kenbaar gemaakt. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van de onderwerpen waarover het advies van de Onderwijsraad wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen deze onderwerpen en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting.

  • 2. Alle vertegenwoordigers worden in het bestuurlijk overleg in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om advies van de Onderwijsraad.

  • 3. Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek bij de Onderwijsraad. Daarbij wordt de Onderwijsraad tevens geïnformeerd over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen voor zover deze afwijken van de inhoud van het verzoek.

  • 4. Een afschrift van het door de Onderwijsraad uitgebrachte advies wordt zo spoedig mogelijk door burgemeester en wethouders toegezonden aan alle bevoegde gezagsorganen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies van de Onderwijsraad zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over de vaststelling of wijziging van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Halderberge zoals dat aan de orde is geweest in het bestuurlijk overleg als bedoeld in het eerste en tweede lid, dan wor-den de bevoegde gezagsorganen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgeno-digd voor een nader bestuurlijk overleg. In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader bestuurlijk overleg over het advies van de Onderwijsraad noodzakelijk is. Burgemeester en wethouders geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies aan de Onderwijsraad.

  • 5. Het overleg als bedoeld in het vorige lid vindt binnen twee weken plaats nadat de Onderwijsraad zijn advies heeft uitgebracht. Burgemeester en wethouders informeren de gemeenteraad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10.

Artikel 11. Verslaglegging; informeren gemeenteraad.

  • 1. Burgemeester en wethouders maken een verslag van het overleg.

  • 2. Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:

    • a.

      of het bepaalde in artikel 2, tweede lid onder a. of b. van toepassing is;

    • b.

      of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;

    • c.

      de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en - indien van toepassing - de zienswijzen als bedoeld in artikel 5, derde lid;

    • d.

      de door de portefeuillehouder onderwijs in het overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke voorstel.

    Indien artikel 9, eerste lid van toepassing is, wordt hiervan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.

  • 3. Burgemeester en wethouders zenden het concept van het verslag ter commentaar toe aan de vertegenwoordigers van de schoolbesturen die hebben deelgenomen aan het overleg. De schoolbesturen die niet hebben deelgenomen aan het overleg ontvangen het concept van het verslag ter kennisname. Binnen tien dagen na de dag waarop het concept van het eindverslag is toegezonden, maken de schoolbesturen die deel hebben genomen aan het overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Vervolgens stellen burgemeester en wethouders, met inachtneming van de opmerkingen, het verslag definitief vast.

  • 4. Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de gemeenteraad. Voorzover burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de gemeenteraad. Daarbij geven zij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.

Artikel 12. Heropening van het overleg.

  • 1. Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a., waarover overeenstemming in het overlegorgaan was bereikt.

  • 2. Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij het overleg-orgaan zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk voor het moment waarop de raad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te geven op het oordeel van de raadscommissie. Burgemeester en wethouder informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN.

Artikel 13. Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet.

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de vertegenwoordiging van de schoolbesturen in het overleg.

Artikel 14. Citeertitel; inwerkingtreding.

  • 1. De verordening kan worden aangehaald als: Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Halderberge.