Regeling vervallen per 12-07-2012

Verordening Commissie Bezwaarschriften gemeente Hardenberg

Geldend van 01-01-2008 t/m 11-07-2012

Intitulé

Verordening Commissie Bezwaarschriften gemeente Hardenberg

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Hardenberg, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 december 2002, no. 2002/MDRU/45974;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

besluiten

vast te stellen de volgende

VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN HARDENBERG

Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Hardenberg

HOOFDSTUK I BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      commissie: commissie van advies voor de bezwaarschriften;

    • d.

      wet: de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Waar in deze verordening wordt gesproken over belanghebbenden, worden daarmee - voor zover van belang - bedoeld de bezwaarmaker en eventuele derde belanghebbenden en/of gemachtigden.

HOOFDSTUK II BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN

Paragraaf 1 De Commissie

Artikel 2 Inleidende bepalingen commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester, genaamd de Commissie Bezwaarschriften.

  • 2. De commissie bestaat uit drie kamers (Kamer I, Kamer II en Kamer III).

  • 3. Elke kamer bestaat uit een voorzitter en twee leden.

  • 4. De voorzitter van Kamer I is tevens voorzitter van de commissie.

  • 5. De commissie stelt voor elke kamer vast welke (categorieën van) bezwaarschriften daarin worden behandeld. De commissie is niet bevoegd als het bezwaarschriften betreft die zijn ingediend tegen besluiten over gemeentelijke belastingen en leges.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De voorzitters en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 2. Het college benoemt een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3. De voorzitters en de leden maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Hardenberg.

  • 4. De commissie regelt de onderlinge vervanging van de voorzitters en de leden, ingeval van verhindering of ontstentenis.

Artikel 4 Het secretariaat

  • 1. Het college zorgt voor een ambtelijk secretariaat voor de commissie en haar kamers, bestaande uit twee secretarissen en een notulist.

  • 2. De secretarissen en de notulist regelen hun vervanging.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitters en de leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2. In afwijking van het in het eerste lid bepaalde worden de leden voor de eerste keer benoemd voor perioden van respectievelijk een, twee, drie en vier jaar. Zij zijn hierna ieder maximaal twee keer voor een periode van vier jaar herbenoembaar.

  • 3. De voorzitters en de leden kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 4. De voorzitter en de leden kunnen door het college bij een met redenen omkleed besluit en tegen een daarin te bepalen datum van hun functie worden ontheven, indien zij zodanige daden of gedragingen hebben verricht, dat redelijkerwijs niet verlangd kan worden, dat hun voorzitter- respectievelijk lidmaatschap voortduurt, of indien de vereiste bekwaamheid of geschiktheid wordt gemist om de taak als voorzitter of lid naar behoren uit te voeren.

  • 5. De aftredende voorzitters en de aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien. Dit geldt niet voor de voorzitters en leden die op grond van het bepaalde in het derde lid aftreden of uit hun functie zijn ontheven.

Paragraaf 2 De procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. De commissie stuurt een bericht van ontvangst aan de indiener, het verwerend orgaan en eventuele andere belanghebbenden. Daarbij wordt de te volgen procedure en de vermoedelijke datum van de hoorzitting meegedeeld.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden voorzitter

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;artikel 7:4, tweede lid;

  • d.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 8 Bemiddeling

De secretaris kan, in overleg met de voorzitter en na overleg met het verwerend orgaan, onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden bijgelegd en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Stukken en verweerschrift

  • 1. De commissie nodigt het verwerend orgaan uit de op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken over te leggen en een verweerschrift in te dienen.

  • 2. De stukken en het verweerschrift worden uiterlijk drie weken voor het horen in handen van de commissie gesteld.

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 4. De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 12 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 14 Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren bij een openbare zitting kunnen worden gesloten indien de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag van het horen als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 7:9 en 7:23 van de wet.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 3. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

HOOFDSTUK III SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na haar bekendmaking.

  • 2. Op die datum vervalt de Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften, vastgesteld op 2 januari 2001, zoals sindsdien gewijzigd.

Artikel 20 Overgangsbepaling

  • 1. De voorzitters en de leden van de commissie die waren benoemd voor de inwerkingtreding van deze verordening, worden geacht te zijn benoemd overeenkomstig deze verordening.

  • 2. Bezwaarschriften die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend worden behandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Commissie Bezwaarschriften Hardenberg.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Hardenberg van 30 januari 2003

De raad voornoemd,

De voorzitter, Wnd. griffier,

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg van 17 december 2002

De burgemeester, De secretaris,

De burgemeester,