Regeling vervallen per 01-01-2020

Kleding- en uniformreglement

Geldend van 04-06-2013 t/m 31-12-2019

Intitulé

Kleding- en uniformreglement

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a

    ambtenaar:hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan;

  • b

    leidinggevende: de ambtenaar die hiërarchisch leidinggeeft aan een organisatieonderdeel. Dit kan een directeur, afdelingshoofd of teamleider zijn;

  • c

    uniformkleding: kleding met inbegrip van schoeisel en toebehoren die voor de vervulling van de functie is vereist in verband met de herkenbaarheid, de representativiteit en/of de preventieve werking en voorzien is van het gemeentewapen/gemeentelijke logo;

  • d

    voorgeschreven kleding: kleding met inbegrip van schoeisel die bedoeld is voor de medewerkers als werkkleding en die is voorgeschreven vanwege herkenning door uniformiteit en voorzien is van het gemeentelijk logo;

  • e

    beschermende kleding en/of PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen):kleding en/of uitrusting die bij bepaalde activiteiten noodzakelijk en voorgeschreven is. Dit ter bescherming tegen één of meer gevaren die een bedreiging voor de veiligheid of gezondheid kunnen vormen. Deze beschermende kleding voldoet aan de wettelijke eisen (Warenwetbesluit) en zijn voorzien van een CE-markering.

Uniformkleding wordt verstrekt aan de ambtenaar die een representatieve en/of herkenbare functie vervult.

Voorgeschreven en/of beschermende kleding wordt verstrekt aan de ambtenaar die dit in zijn functie nodig heeft.

Uniformkleding, voorgeschreven en/of beschermende kleding blijft eigendom van de gemeente Harderwijk. Bij ontslag dient de verstrekte kleding binnen twee weken ingeleverd te worden bij de leidinggevende.

De leidinggevende draagt zorg voor de verstrekking van de uniform-, voorgeschreven en/of beschermende kleding.

De ambtenaar neemt het door de leidinggevende aangegeven aantal, minimum draagtijd en overige afspraken in dit reglement in acht.

Vervanging van uniform-, voorgeschreven en/of beschermende kleding vindt plaats, als de leidinggevende verklaart, dat de kleding voor werkgebruik ongeschikt is geworden, met inachtneming van lid 2.

Door of in naam van het leidinggevende wordt aantekening gemaakt van de tijdstippen, aard en aanschaffingswaarde van de verstrekkingen om gevolg te geven aan de bepalingen van dit reglement.

De minimum draagtijd wordt verlengd met de tijd gedurende de ambtenaar als gevolg van ziekte of andere omstandigheden zijn functie niet heeft kunnen vervullen. Hiervoor geldt tenminste een aaneengesloten periode van 13 weken.

De herstelwerkzaamheden van uniform-, voorgeschreven en/of beschermende kleding komen voor rekening van het afdelingsbudget. Dit is niet het geval als deze herstellingen noodzakelijk zijn geworden door onvoldoende onderhoud of grote onachtzaamheid van de ambtenaar. De leidinggevende beoordeelt of de zorg van herstellingen geheel of ten dele voor rekening van de ambtenaar geschieden.

De ambtenaar aan wie overeenkomstig dit reglement uniform-, voorgeschreven en/of beschermende kleding ter beschikking is gesteld, is verplicht deze tijdens de dienstuitoefening te dragen.

De ambtenaar is verplicht de uniform-, voorgeschreven en/of beschermende kleding in goede staat te houden en er representatief (verzorgd) uit te zien.

De ambtenaar draagt zorg voor het gewone onderhoud (verzorging en wassen).

Het chemisch reinigen van de uniformkleding gebeurt incidenteel en/of naar behoefte op kosten van het afdelingsbudget.

Uniform-, voorgeschreven en/of beschermende kleding mag na werktijd (m.u.v. reistijd) niet gedragen worden

Gedragen kleding kan ingeleverd worden bij het ophalen van de nieuwe kleding (mag niet naar recycling/goede doelen).

Het is de ambtenaar niet toegestaan de op het uniform aangebrachte gemeentelogo, initialen of andere kenmerken van de afdeling/gemeente te beschadigen of te verwijderen.

Het deelnemen aan betogingen en optochten in de ter beschikking gestelde uniform-, voorgeschreven en/of beschermende kleding is slechts toegestaan indien daarvoor door of namens het college van burgemeester en wethouders toestemming is verleend.

Het is verboden om bij het dragen van de uniform-, voorgeschreven en/of beschermende kleding ter behoeven van de dienstuitoefening insignes of andere onderscheidingstekens of afwijkende uniformkledingstukken te dragen, die niet van gemeentewege zijn verstrekt of voorgeschreven.

Ambtenaren in de functie van medewerker Beheer A t/m E van de afdeling BOR, die extra vervuilende werkzaamheden verrichten, hebben recht op een kledingtoelage. De kledingtoelage bedraagt 6% onbelast van het maximum maandsalaris van schaal 4. De kledingtoelage wordt jaarlijks in april uitgekeerd. Wanneer de ambtenaar als gevolg van ziekte of andere omstandigheden zijn functie niet heeft kunnen vervullen, hiervoor geldt tenminste een aaneengesloten periode van 13 weken, dan zal de kledingtoelage worden verlaagd met het aantal ziektedagen naar rato.

Voor ambtenaren die voor 1 juli 2010 in dienst zijn getreden en recht hadden op een kledingtoelage van maximaal € 125 per jaar is de volgende overgangsregeling van toepassing:

  • -

    in 2010 wordt 100% van de toelage uitgekeerd;

  • -

    in 2011 wordt 50% van de toelage wordt uitgekeerd.

  • -

    Per 1 januari 2012 vervalt het recht op de kledingtoelage.

Ambtenaren die na 1 juli 2010 in dienst zijn gekomen hebben geen recht op de kledingtoelage.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

In gevallen, waarin dit hoofdstuk niet, of niet naar redelijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders de nodige maatregelen.

Kleding- en uniformreglement m.i.v. 1-7-2010

Artikel 1 Algemene bepalingen

Artikel 2 Uniform-, voorgeschreven- en beschermende kleding

Artikel 3 Verstrekking en vervanging

Artikel 4 Verplichtingen ambtenaar

Artikel 5 Kledingtoelage

Artikel 6 Overgangsbepalingen

Artikel 7 Slotbepallingen