Regeling vervallen per 28-03-2019

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN, HARDERWIJK 2014

Geldend van 01-01-2015 t/m 27-03-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2014

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden, Harderwijk 2014

De raad van de gemeente Harderwijk,

gelet op de artikelen 96, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Besluit vast te stellen:

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN, HARDERWIJK 2014

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Commissie: als een door de raad ingestelde adviescommissie;

  • b.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • c.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • d.

    Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • e.

    Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;

  • f.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

  • g.

    Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;

  • h.

    Raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • i.

    Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • j.

    Gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan de maximale vergoeding zoals door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de voor Harderwijk geldende grootteklasse is vastgesteld.

Artikel 2a Vergoeding voor fractievoorzitters

Naast de vergoeding voor de werkzaamheden, ontvangen fractievoorzitters voor de duur van hun voorzitterschap per jaar een toelage gelijk aan 1,2% van de vergoeding in artikel 2 op jaarbasis en een toelage gelijk aan 0,4% van de vergoeding in artikel 2 op jaarbasis voor elk lid dat de fractie buiten de fractievoorzitter telt. De toelagen tezamen bedragen ten hoogste 6,4% van de vergoeding in artikel 2 op jaarbasis. Voor de toepassing stelt de burgemeester vast:

  • a.

    hoeveel leden een fractie telt;

  • b.

    de duur van het fractievoorzitterschap.

Artikel 2b Vergoeding voor raadsleden die deel uitmaken van een onderzoekscommissie

Ten aanzien van een lid van de raad dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet, voor de duur van het lidmaatschap van de commissie dan wel de duur van de activiteiten per jaar een toelage ontvangt van 5% van de vergoeding in artikel 2 voor de werkzaamheden op jaarbasis.

Voor de toepassing stelt de burgemeester de duur van het lidmaatschap van de commissie dan wel de duur van de activiteiten vast.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten, is gelijk aan de maximale vergoeding zoals door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de voor Harderwijk geldende grootteklasse is vastgesteld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan de maximale vergoeding zoals door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de voor Harderwijk geldende grootteklasse is vastgesteld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1. Aan het raadslid worden de, ten behoeve van de gemeente gemaakte reis- en verblijfkosten, in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2. De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    • c.

      De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente.

Artikel 6 Buitenlandse excursie of reis

  • 1. De gemeenteraad kan leden of een delegatie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of voor de gemeente wordt georganiseerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Voor deelname aan een cursus, congres, seminar, of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, wordt jaarlijks het beschikbare bedrag voor het volgen van cursussen of congressen overgemaakt aan de desbetreffende fracties. (Verordening fractie-ondersteuning.)

Artikel 8 Tabletvoorziening

  • 1. Aan alle raadsleden, (+ per fractie 1) wordt een tablet in bruikleen ter beschikking ten laste van de gemeente voor de uitoefening van raadswerkzaamheden.

  • 2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing vanwege de ter beschikking gestelde tablet neemt de gemeente deze belasting voor zijn rekening.

  • 3. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente, waarbij uitgangspunt is dat de tablet voor 90% wordt gebruikt voor het raadswerk.

  • 4. Elke fractievoorzitter ondertekent voor de bruikleen ten behoeve van de fractie een bruikleenovereenkomst met de gemeente, waarbij uitgangspunt is dat de tablet voor 90% wordt gebruikt voor het raadswerk.

  • 5 De gemeente stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 9 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 10 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 11 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Artikel 12 Ziektekostenvoorziening

  • 1. De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt het door de minister van Binnenlandse Zaken voor een kalenderjaar vastgesteld bedrag.

  • 2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 13 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1. De artikelen 2 tot en met 4, 9 en 10 tot en met 13 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.

  • 2. De artikelen 1 tot en met 7, 9, en 11 tot en met 13 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 14 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan de maximale vergoeding zoals door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de voor Harderwijk geldende grootteklasse is vastgesteld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer

De wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 16 Zakelijke reiskosten

  • 1. Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 15 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt. De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    • c.

      een vergoeding van noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten.

  • 2. Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.

Artikel 17 Buitenlandse dienstreis

  • 1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 18 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Voor deelname aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd kan een wethouder de kosten via het Opleidingsbudget declareren.

  • 3. De afdeling Financiën en Control zorgt ervoor dat het beschikbare bedrag per wethouder, voor het volgen van cursussen en congressen, wordt toegevoegd aan het Opleidingsbudget. Het beschikbare budget wordt jaarlijks conform de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande jaar herzien.

Artikel 19 Tabletvoorziening

  • 1. Aan de wethouder wordt een tablet in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing vanwege de ter beschikking gestelde tablet neemt de gemeente deze belasting voor zijn rekening.

  • 3. De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente, waarbij uitgangspunt is dat de tablet voor 90% wordt gebruikt voor het raadswerk.

  • 5 De gemeente stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 20 Mobiele telefoon

  • 1. Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld die uitsluitend bestemd is voor zakelijk gebruik.

  • 2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst.

Artikel 21 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming.

  • 1. De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

    • a.

      reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de ministeriele regeling als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders;

    • b.

      verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2. Indien de raad de ontheffing van het ingezetenenschap van de wethouder verlengt, zoals bedoeld in artikel 36a, tweede lid van de Gemeentewet, kan de wethouder anderhalf jaar na zijn benoeming geen aanspraak meer maken op de onder het eerste lid genoemde vergoedingen.

Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden, niet raadslid zijnde

Artikel 22 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1. De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de voor Harderwijk geldende grootteklasse vastgestelde maximum.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    • a.

      als raadslid of wethouder; uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • b.

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

  • 4. De Raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen ten aanzien van

    • a.

      een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en

    • b.

      een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Hoofdstuk V De procedure van declaratie

Artikel 23 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 24 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 7,16, 18 en 23 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij een daartoe aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 25 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 16, 18 en 23 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door een begeleidingsformulier/brief, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient een begeleidingsformulier/brief en de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 26 Intrekking oude regeling

De verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 18 december 2014 en werkt terug tot en met 1 juli 2014.

Artikel 28 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

‘Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden, Harderwijk 2014’

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Harderwijk in zijn openbare vergadering van
18 december 2014, onder nummer B14.003999.
de heer H.J. van Schaik de heer H.R. Lanning
voorzitter raadsgriffier

Toelichting

Toelichting behorende bij de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden, Harderwijk 2014