Regeling vervallen per 29-07-2020

Verordening van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk houdende regels omtrent subsidie beschermd wonen en maatschappelijke opvang maatschappelijke ondersteuning (Deelverordening subsidie Beschermd Wonen en maatschappelijke opvang maatschappelijke ondersteuning gemeente Harderwijk)

Geldend van 13-08-2020 t/m 28-07-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Verordening van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk houdende regels omtrent subsidie beschermd wonen en maatschappelijke opvang maatschappelijke ondersteuning (Deelverordening subsidie Beschermd Wonen en maatschappelijke opvang maatschappelijke ondersteuning gemeente Harderwijk)

Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Algemene subsidieverordening gemeente Harderwijk

1 Begripsbepalingen

In deze subsidiedeelverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    aanbieder: rechtspersoon die jegens het college gehouden is een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening te leveren op grond van de wet;

  • -

    beschermd wonen: wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving; - centrumgemeente: gemeente als bedoeld in artikel 1 onder f van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid.

  • -

    centrumgemeenteregio Noord Veluwe: de regio van gemeenten waarvoor de gemeente Harderwijk als centrumgemeente fungeert en die bestaat uit de regiogemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten.

  • -

    maatschappelijke opvang: onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;

  • -

    regiogemeente: een gemeente in de centrumgemeenteregio Harderwijk.

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die hierboven niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Harderwijk, de algemene subsidieverordening Harderwijk en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Subsidiedoel

Het verstrekken van subsidie op basis van deze verordening heeft als doel aanbieders in staat te stellen beschermd wonen en maatschappelijke opvang te bieden in de centrumgemeenteregio Harderwijk ten behoeve van cliënten in de centrumgemeenteregio Harderwijk met een door de regiogemeenten geconstateerde behoefte aan beschermd wonen of maatschappelijke opvang in de centrumgemeenteregio Harderwijk overeenkomstig het door de gemeente Harderwijk vastgestelde beleid op het terrein van beschermd wonen en maatschappelijke opvang.

Artikel 3 Subsidieaanvrager

  • 1. Subsidie kan worden aangevraagd door een aanbieder die activiteiten aanbiedt die bijdragen aan het in artikel 2 genoemde subsidiedoel.

  • 2. De aanbieder voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de wet.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de vereisten om voor subsidiering maatschappelijke opvang en beschermd wonen in aanmerking te komen.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang wordt jaarlijks vastgesteld door het college.

  • 2. Indien het totaal van de subsidieaanvragen - zoals genoemd in artikel 28.6 lid 2 -het subsidieplafond overschrijdt wordt bij de subsidieverlening allereerst voorrang verleend aan dat deel van de aanvragen dat invulling geeft aan het bieden van continuïteit van beschermd wonen en maatschappelijke opvang aan cliënten in de centrumgemeenteregio Harderwijk die deze voorzieningen benutten en waarvoor door de centrumgemeente Harderwijk ook subsidie verleend is in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. Indien, na toepassing van artikel 4 lid 2 van deze verordening, het totaal van de subsidieaanvragen zoals omschreven in artikel 4 lid 2 het subsidieplafond overschrijdt, wordt het beschikbare subsidiebudget evenredig onder de aanvragen verdeeld. Indien, na toepassing van artikel 4 lid 2 van deze verordening, het subsidieplafond nog niet overschreden is, wordt voorrang gegeven aan die aanvragen die het meeste bijdragen aan het subsidiedoel.

  • 4. Voor de aanvragen tot subsidieverlening die gedurende het lopende kalenderjaar kunnen worden ingediend (zoals bedoeld in artikel 6 lid 4) kan een afzonderlijk subsidieplafond worden vastgesteld door het college.

  • 5. De verdeling van het beschikbare subsidiebudget ten behoeve van de in artikel 6 lid 4 omschreven aanvragen vindt plaats op volgorde van datum van ontvangst van de subsidieaanvragen.

Artikel 5 Subsidiemethodiek

  • 1. De subsidie voor aanvragen zoals bedoeld in artikel 6 lid 2 wordt bepaald door vermenigvuldiging van:

    • a.

      het aantal cliënten dat naar verwachting een voorziening beschermd wonen en/of maatschappelijke opvang wordt geboden op 1 januari van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waarbij onderscheid kan worden gemaakt in aard en zwaarte van de te bieden voorziening met:

    • b.

      de, door het college, vastgestelde maximale kosten van de voorzieningen voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang waarbij onderscheid kan worden gemaakt in aard en zwaarte van de te bieden voorziening.

  • 2. De subsidie voor aanvragen zoals bedoeld in artikel 6 lid 4 wordt bepaald door vermenigvuldiging van: a. het aantal cliënten dat naar verwachting een voorziening beschermd wonen en/of maatschappelijke opvang wordt geboden voor het tijdvak binnen het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waarbij onderscheid kan worden gemaakt in aard en zwaarte van de te bieden voorziening met: b. de, door het college, vastgestelde maximale kosten van de voorzieningen voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang waarbij onderscheid kan worden gemaakt in aard en zwaarte van de te bieden voorziening.

  • 3. De in artikel 5 lid 1 en 2 genoemde subsidiemethodiek is ten aanzien van de voorzieningen maatschappelijke opvang niet eerder van toepassing dan ten behoeve van subsidiering van voorzieningen ter uitvoering in het kalenderjaar 2017.

  • 4. Subsidie wordt geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de subsidieaanvrager zelf in de kosten van de voor subsidie in aanmerking komende voorzieningen kan voorzien.

Artikel 6 Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1. De aanvrager maakt bij de aanvraag tot subsidieverlening gebruik van een door het College vastgesteld aanvraagformulier alsmede voorgeschreven bijlagen.

  • 2. Tenzij het College anders bepaalt, dienen aanvragen om subsidieverlening ten behoeve van activiteiten gedurende het gehele kalenderjaar op grond van deze verordening voor 1 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, te zijn ingediend.

  • 3. Bij de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening zoals bedoeld in artikel 6 lid 2 wordt een prognose ingediend van het te verwachten aantal cliënten dat een voorziening beschermd wonen en/of maatschappelijke opvang wordt geboden op 1 januari van het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd en de daarbij te verwachten kosten.

  • 4. In afwijking van artikel 6 lid 2 kan een aanbieder een aanvraag tot subsidieverlening indienen gedurende het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft indien:

    • a.

      de aanvrager gedurende dat jaar geconfronteerd wordt kosten als gevolg van noodzakelijke omzetting van bekostiging van cliënten en/of het met spoed bieden van voorzieningen van beschermd wonen en maatschappelijke opvang aan cliënten na een besluit van de gemeente en/of een door de regiogemeenten gemandateerd toegangsorgaan en;

    • b.

      er zonder (aanvullende) subsidiering in redelijkheid geen continuïteit van beschermd wonen en/of maatschappelijke opvang aan de betreffende cliënt(en) door de aanvrager kan worden geboden en;

    • c.

      deze continuïteit van beschermd wonen en/of maatschappelijke opvang wel in het belang is van het herstel van de betreffende cliënt(en) en ook de wens is van de betreffende cliënt(en);

  • 5. Bij de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening zoals bedoeld in artikel 6 lid 4 wordt een prognose ingediend van het te verwachten aantal cliënten dat een voorziening beschermd wonen en/of maatschappelijke opvang wordt geboden gedurende het tijdvak binnen het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd en de daarbij te verwachten kosten.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt op de eerste dag na bekendmaking in werking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2016.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als Deelverordening subsidie Beschermd Wonen en maatschappelijke opvang maatschappelijke ondersteuning gemeente Harderwijk.

  • 3. Op aanvragen tot subsidieverstrekking die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze verordening is deze verordening van toepassing (met uitzondering van artikel 6 lid 2).

Ondertekening

TOELICHTING

Algemeen

Gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van taken op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Onderdeel hiervan is het bieden van voorzieningen op het gebied van beschermd wonen en maatschappelijk opvang. De basis voor deze subsidiering dient in een subsidieverordening te liggen omdat voor subsidiering een wettelijke grondslag vereist is. De uitvoering van de subsidieverordening ligt bij het college van burgemeester en wethouders. Een subsidieverordening bevat de procedurele eisen en criteria die in het kader van de subsidiëring worden gesteld. Hierin is bijvoorbeeld opgenomen waar een aanvraag aan moet voldoen, welke kosten subsidiabel zijn, welke termijnen van toepassing zijn, en dergelijke.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Subsidiedoel

De gemeente Zwolle is aangewezen als centrumgemeente. Besloten is vooruitlopend op een landelijke wijziging per 1 januari 2020 per 1 januari 2018 dat Harderwijk voor de Noord Veluwe de rol van de gemeente Zwolle overneemt.

Hiervoor ontwikkelt gemeente Harderwijk in samenwerking met regiogemeenten, aanbieders en cliënten beleid. Deze subsidieverordening is bedoeld om transparant te zijn over de wijze waarop de beschikbare subsidie voor het realiseren van de beleidsdoelen wordt verdeeld.

Artikel 3 Subsidieaanvrager

In artikel 3 wordt aangegeven wie subsidie kan aanvragen. In lid 2 wordt daarin aangegeven dat de aanbieder dient te voldoen aan de vereisten zoals opgenomen in de wet i.c. de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Dit is van belang omdat in de Wmo 2015 alle artikelen zijn opgenomen die vereist zijn bij het bieden van voorzieningen in het kader van de Wmo 2015. Meer in het bijzonder gaat het daarbij onder meer om: - Dat de aanbieder aantoont zorg te dragen voor een goede kwaliteit van de maatschappelijke opvang- en de beschermd wonen-voorzieningen. Dat wil zeggen dat de voorziening in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt geboden, is afgestemd op de reële behoefte en de persoonlijke situatie van de cliënt en op andere vormen van zorg of hulp die de cliënt ontvangt, verstrekt wordt in overeenstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de professionele standaard en verstrekt wordt met respect voor en inachtneming van de rechten van de cliënt. - Dat de aanbieder een zo integraal mogelijke dienstverlening biedt door het aanbod maatschappelijke opvang en beschermd wonen voor de cliënt in samenhang te bieden met onder meer andere vormen van maatschappelijke ondersteuning alsmede voorzieningen van publieke gezondheid, preventie, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen; - Dat de aanbieder zorgdraagt voor een regeling voor medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de aanbieder die voor de cliënten van belang zijn. - Dat de aanbieder zorgdraagt voor een vastgestelde regeling voor de afhandeling van klachten van cliënten. - Dat de aanbieder een meldcode heeft vastgesteld en hanteert waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan en die er redelijkerwijs aan bijdraagt dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden, waarbij de aanbieder aantoont op welke wijze de kennis en het gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling binnen de aanbieder wordt bevorderd. Naast de wettelijke vereisten kan het College zelf nadere regels stellen (bijvoorbeeld ten aanzien van de vereiste kwaliteit en deskundigheid) om voor subsidiering maatschappelijke opvang en beschermd wonen in aanmerking te komen.

Artikel 4 Subsidieplafond

Jaarlijks wordt door het college een subsidieplafond voor beschermd wonen en maatschappelijk opvang vastgesteld. Bij het toekennen van subsidie is het waarborgen van de continuïteit van maatschappelijke ondersteuning van cliënten die reeds beschermd wonen en maatschappelijke ondersteuning wordt geboden prioriteit. De volgende werkwijze wordt bij de toekenning van subsidie gehanteerd:

  • 1.

    Eerst wordt dat deel van de aanvragen gehonoreerd waarmee invulling wordt gegeven aan de continuïteit van beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Mocht het subsidieplafond dan worden overschreden dan wordt elke aanbieder evenredig gekort.

  • 2.

    Eventueel overgebleven middelen na toepassing van stap 1 worden beschikbaar gesteld aan het overige deel van de aanvragen waarbij die aanvragen voorrang krijgen die het meest bijdragen aan het subsidiedoel.

Artikel 5 Subsidiemethodiek

Jaarlijks wordt een subsidiemethodiek door het college vastgesteld. De subsidiemethodiek wordt voor de aanvragen voor maatschappelijke opvang voor het eerst in 2017 toegepast. De reden hiervoor is dat de subsidie ten aanzien van maatschappelijke opvang momenteel in overwegende mate historisch verdeeld is en een overgangstermijn in acht moet worden genomen. Volgens de Algemene subsidieverordening is het college bevoegd subsidie geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de subsidieaanvrager zelf in de kosten van de voor subsidie in aanmerking komende voorzieningen kan voorzien. Het college kan hiervoor nadere regels opstellen.

Artikel 6 Aanvraag tot subsidieverlening

In artikel 6 wordt, in aanvulling op en in afwijking van de algemene subsidieverordening Harderwijk, het proces beschreven als het gaat om de aanvraag tot subsidieverlening. Hierbij is in afwijking van de algemene subsidieverordening, die 1 juli als indieningstermijn hanteert, hier gekozen voor 1 september. Dit is bij deze verordening gedaan omdat het daarmee mogelijk wordt voor het College op bij de vaststelling (en bekendmaking) van de maximale kosten van voorzieningen beschermd wonen en maatschappelijke opvang, de hoogte van de rijksuitkeringen beschermd wonen en maatschappelijke opvang (artikel 5 lid 1b) te betrekken zoals deze jaarlijks worden vastgesteld in de meicirculaire van de rijksoverheid. Besluitvorming van de maximale kosten kan dan door het College – na overleg met de regiogemeenten - plaatsvinden in de maand juni, zodat aanbieders de periode tussen 1 juli – 1 september beschikbaar hebben om hun aanvraag tot subsidieverlening in te dienen. Met het kiezen voor 1 september sluiten wij ook aan bij de gekozen datum qua indieningstermijn zoals opgenomen in de subsidieverordening Jeugdhulp. Uitgangspunt voor de subsidie beschermd wonen is dat binnen het budget voldoende ruimte is om nieuwe instroom op te vangen. Gedurende het jaar stromen immers ook cliënten uit. Soms kan redelijkerwijs niet worden verwacht dat de aanbieder de kosten voor nieuwe instroom kan opvangen. Zo kunnen aanbieders die tevens jeugdzorg aanbieden geconfronteerd worden met cliënten die 18 jaar worden en waarvan het noodzakelijk is dat zij ook na het bereiken van het 18e levensjaar beschermd wonen. Door middel van het bieden van de mogelijkheid van een aanvullende aanvraag kan ook in die situaties continuïteit van ondersteuning worden geboden door dezelfde aanbieder, indien dit in het belang van de cliënt is en er ook een wens is van de cliënt. Ook kunnen er situaties ontstaan waarbij het noodzakelijk is de aanbieder voor een bepaald tijdvak te kunnen subsidiëren, zodat de continuïteit van maatschappelijke ondersteuning kan worden geboden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de aanbieder beschermd wonen biedt aan een cliënt op basis van een andere bekostiging (bijv. Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg, forensische zorg, Jeugdzorg) in een accommodatie van de betreffende instelling in de centrumgemeenteregio Harderwijk en de bekostiging van de cliënt dient te veranderen lopende het kalenderjaar. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als na afloop van een verblijf op forensische titel er bij de cliënt een zorg- en ondersteuningsbehoefte blijft voor beschermd wonen. Als er subsidie is verleend aan de aanbieder is het daarbij belangrijk dat de aanbieder aantoont redelijkerwijs onvoldoende mogelijkheden te hebben om deze wijziging van bekostigingsvorm op te vangen in het geheel van de beschikbaar gestelde subsidie (jaarbudget/plaatsen) aan deze aanbieder. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als er sprake is van een geen of (te) weinig sprake van (verwachtte) uitstroom lopende het jaar (en daarmee vrijvallend budget) om de kosten die samenhangen met de instroom van de betreffende cliënt mee te kunnen compenseren. In die omstandigheid kan de aanbieder een aanvullende subsidie-aanvraag bij de centrumgemeente Harderwijk indienen voor maximaal het budget dat nodig is om de cliënt beschermd wonen te kunnen bieden voor het (resterende) deel van het kalenderjaar, waarbij ook de bovenstaande aspecten gemotiveerd worden. Hiermee voorkomen we dat niet aanvullend subsidiëren van deze aanbieder voor deze cliënt ertoe kan leiden dat de cliënt noodgedwongen dient te verhuizen, enkel omdat de bekostigingsvorm verandert, terwijl dit niet in het belang is van het herstel van de cliënt.