Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordening van leges 2010

Geldend van 06-01-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Legesverordening 2010

De raad van de gemeente Harderwijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 november 2009, raadsbesluitnummer 98;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2010

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "leges" worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en in de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    bouw- en aanlegkosten in hoofd- de aanneemsom als bedoeld in par. 1, lid 1, van de

    stuk 7 van de tabel "Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken", "UAV", voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

  • 2.

    Entiteiten in hoofdstuk 9 van het aantal elementen (lijnstukken, symbolen en

    de tabel teksten), waarmee een tekeningbestand is samengesteld.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

  • 3. De leges worden vermeerderd met portokosten indien er stukken per post moeten worden toegezonden dan wel wanneer er per post bescheiden van derden moeten worden opgevraagd. De portokosten worden berekend naar de tarieven opgenomen in onderdeel 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of een andere schriftuur.

  • 2. Indien het bedrag dat vermoedelijk gevorderd zal worden zulks rechtvaardigt, kan een voorlopig bedrag gevorderd worden.

Artikel 6 Tijdstippen van verschuldigdheid en betaling

  • 1. De leges zijn verschuldigd bij de aanvang van het verlenen van de gevraagde dienst.

  • 2. De leges moeten worden betaald op het tijdstip waarop de kennisgeving als bedoeld in artikel 5 wordt gedaan en ingeval die kennisgeving wordt uitgereikt op het moment van uitreiken er van.

  • 3. De leges moeten worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5 wordt toegezonden binnen 8 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Leges bij abonnement over gedeelten van een kalenderjaar

Indien voor een dienst een abonnement wordt afgesloten in de loop van een kalenderjaar, wordt het tarief voor het resterende gedeelte van het kalenderjaar vastgesteld op zoveel twaalfde gedeelten van het jaartarief als er na de datum van de aanvraag nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een verzoek als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Persoonlijke vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor stukken genoemd in de onderdelen 2.2, 2.3 en 2.4 van de tarieventabel verstrekt aan de eerste plaatsvervanger van elke raadsfractie dan wel van elke politieke en/of plaatselijke groepering waaruit de raadsfractie is samengesteld, alsmede aan de secretariaten van de plaatselijke afdelingen van volgens de kieswet geregistreerde politieke partijen en van de plaatselijke politieke groeperingen.

Artikel 10 Zakelijke vrijstellingen

Leges worden, voor zover daarvoor niet reeds krachtens wettelijke bepalingen vrijstelling bestaat, niet geheven voor:

  • a.

    het afgeven van stukken nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging en andere periodieke uitkeringen ten laste van de staat, provinciën, gemeenten, waterschappen of andere publiekrechtelijke lichamen;

  • b.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van gemeentelijke belastingen;

  • c.

    de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betreffende enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • d.

    het afgeven van stukken en legalisatie van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken;

  • e.

    de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas.

  • f.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

Artikel 11 Verlenen van kwijtschelding

Van de in artikel 1 genoemde rechten wordt geen kwijtschelding, als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990, verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.

Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1. De “Legesverordening 2009” vastgesteld op 18 december 2008, nummer 125 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid vervallen hoofdstuk 7 (bouwgerelateerde leges, met uitzondering van de onderdelen 7.10, 7.11, 7.12, 7.15, 7.19, 7.20 en 7.21), onderdeel 6.2 (kapvergunning als bedoeld in artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening), hoofdstuk 10 (gebruiksvergunning brandveiligheid, met uitzondering van onderdeel 10.3), onderdeel 6.4 (in/uitritvergunning als bedoeld in artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening) van de tarieventabel behorende bij de in het zesde lid genoemde verordening (Legesverordening 2010, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 10 december 2009), vervallen op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden, met dien verstande dat: a.dit hoofdstuk en deze onderdelen van toepassing blijven op de belastbare feiten: 1.die zich hebben voorgedaan voor bedoeld tijdstip; 2.waarop de wettelijke voorschriften zoals deze luidden voor inwerkingtreding van deze wetten, nog moet worden toegepast.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 4. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode

    plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.

  • 5. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 6. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Legesverordening 2010’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Harderwijk in zijn openbare vergadering van
10 december 2009, onder nummer 98.
de heer J.C.G.M. Berends, voorzitter
de heer H.R. Lanning, raadsgriffier

Tarieventabel

Tarieventabel behorende bij de legesverordening 2010, vastgesteld door de gemeenteraad op 10 december 2009, raadsbesluitnummer 98.