Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2002

Geldend van 04-01-2002 t/m heden

Intitulé

Verordening Brandweerrechten 2002

De gemeente stelt de verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2002 vast.

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "brandweerrechten" worden geheven :

    • a.

      rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;

    • b.

      rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

  • 2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van :

    • a.

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

    • b.

      het beperken van brandgevaar;

    • c.

      het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

    • d.

      al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;

    • e.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • f.

      de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.

Artikel 2 Belastingplicht

De rechten worden geheven van de aanvrager dan wel degene te wiens behoeve de dienst wordt verleend.

Artikel 3 Tarieven

De in artikel 1 bedoelde rechten bedragen voor het verrichten van:

  • a.

    wacht- en waakdiensten, per persoon, per uur € 6,40

  • b.

    overige diensten, per persoon, per uur € 14,30

Boven het onder a. en b. vermelde wordt geheven voor het inzetten of ter beschikking stellen van materieel:

  • c.

    per voertuig, per uur € 46,20

Artikel 4 Ontstaan van de belastingschuld

De brandweerrechten zijn verschuldigd bij de aanvang van het verlenen van de dienst.

Artikel 5 Wijze van heffing

De brandweerrechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder te verstaan een nota of ander schriftuur.

Artikel 6 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de brandweerrechten worden voldaan binnen één maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 7 Verlenen van kwijtschelding

Van de in artikel 1 genoemde rechten wordt geen kwijtschelding, als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221), verleend.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “verordening brandweerrechten 2001” van 21 december 2000, nummer 73g, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Brandweerrechten 2002".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Harderwijk in zijn openbare vergadering d.d. 21 december 2001, onder nummer 73g en
20 december 2001, onder nummer 80c.