Regeling vervallen per 05-05-2017

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Hardinxveld-Giessendam

Geldend van 30-04-2015 t/m 04-05-2017

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Hardinxveld-Giessendam

De raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;

gezien het voorstel van het college van 24 maart 2015, nr. 0523-2300

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet

b e s l u i t

vast te stellen de

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Hardinxveld-Giessendam.

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

b. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Hardinxveld-Giessendam en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

c. overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

De begroting is ingedeeld naar programma’s. De raad stelt de programma-indeling vast. Op verzoek van de raad kan de programma-indeling worden gewijzigd.

Artikel 3 Planning en controlcyclus

Voorafgaand aan het begrotingsjaar wordt door het presidium de planning van de raadsbijeenkomsten vastgesteld. Onderdeel van deze planning vormen de planning- en controlproducten; te weten de jaarstukken, de najaarsnota, de perspectiefnota, inclusief Voorjaarsnota en de begroting met de meerjarenraming. 

Artikel 4 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1 Bij de begroting worden de lasten en baten per programma opgenomen en bij de jaarstukken worden de gerealiseerde lasten en baten per programma opgenomen.

  • 2 Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3 In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1 De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2 Bij de begrotingsbehandeling kan de raad aangeven van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3 Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college in ieder geval in de eerstvolgende tussentijdse rapportage aan de raad gemeld. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.

  • 4 Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

  • 5 In afwijking van lid 4 staat de raad het college toe voor strategische aankopen van onroerend goed kleiner dan € 750.000 achteraf een investeringsvoorstel aan de raad voor te leggen.

Artikel 6 Tussentijdse rapportage

  • 1 Het college informeert de raad minimaal eenmaal per jaar door middel van een tussentijdse rapportage over de voortgang van de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2 De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    a. de baten en lasten per programma;

    b. het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    c. het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a en b;

    d. de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

    e. het resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen c en d, alsmede de uitputting van de investeringskredieten.

  • 3 In de tussenrapportage worden in elk geval afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting groter dan € 10.000,- toegelicht.

Artikel 7 EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 8 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1 Het college biedt om de vier jaar een (bijgestelde) nota Activabeleid op basis van de begrotingsvoorschriften aan. De raad stelt deze nota vast.

  • 2 De nota Activabeleid biedt regels voor de waardering en afschrijving van activa.

Artikel 9 Verbonden partijen

  • 1 Het college biedt om de vier jaar een (bijgestelde) nota Verbonden Partijen aan. De raad stelt deze nota vast.

  • 2 De nota Verbonden Partijen bevat in ieder geval de beleidskaders ten aanzien van de wijze waarop en de frequentie waarmee het college de raad informeert over nieuwe en bestaande participaties.

Artikel 10 Reserves en voorzieningen

  • 1 Het college biedt om de vier jaar een (bijgestelde) nota Reserves en Voorzieningen aan. De raad stelt deze nota vast.

  • 2 De nota Reserves en Voorziening bevat nadere regels ten aanzien van de reserves en voorzieningen.

Artikel 11 Financieringsvisie en rentebeleid

  • 1 Het college biedt om de vier jaar een (bijgestelde) nota Financieringsvisie en rentebeleid aan. De raad stelt deze nota vast.

  • 2 Het geldende treasurystatuut is van toepassing voor de financieringsfunctie.

Artikel 12 Grondbeleid

Het college biedt om de vier jaar een (bijgestelde) nota Grondbeleid aan. De raad stelt deze nota vast.

Artikel 13 Kostprijsberekening

  • 1 Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2 Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.

  • 3 De rentetoerekening aan de activagroepen riolering, afvalverwijdering en bouwgrondexploitatie geschiedt volgens een bij de Perspectiefnota te bepalen vast rentepercentage.

Artikel 14 Prijzen economische activiteiten

  • 1 Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.

  • 2 Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.

  • 3 Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.

  • 4 Raadbesluiten met de motivering van het publiekbelang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:

    a. leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid;

    b. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;

    c. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;

    d. een bevoordeling van sociale werkplaatsen;

    e. een bevoordeling van onderwijsinstellingen;

    f.  een bevoordeling van publieke media-instellingen;

    g. een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het   Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.

Artikel 15 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1 Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolrechten, afvalstoffenheffing, haven- en kadegelden, marktgelden, leges et cetera.

  • 2 De besluiten voor het vaststellen van nieuwe prijzen en het wijzigen van prijzen worden ter kennisneming aan de raad aangeboden.

Hoofdstuk 4 Paragrafen

Artikel 16 Paragrafen in de begroting en jaarstukken

Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragrafen tenminste op de verplichte onderdelen op grond van de artikelen 9 tot en met 16 van het Besluit Begroting en Verantwoording

Daarnaast kunnen er aanvullende onderdelen worden voorgeschreven in de nota’s zoals genoemd in de artikelen 8 tot en met 12 van deze verordening.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 17 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten en de reserves en voorzieningen;

c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

d. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

e. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 18 Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

d. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

e. de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie;

f. het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

g. het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen en

h. het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 19 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie onder gelijktijdige intrekking van zowel de “Financiële verordening gemeente Hardinxveld-Giessendam”, vastgesteld op 22 maart 2012 als van de “Financiële verordening gemeente Hardinxveld-Giessendam”, vastgesteld op 19 februari 2015.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Financiële verordening gemeente Hardinxveld-Giessendam”, vastgesteld op 23 april 2015