Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van de rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats ‘De Harenerhof’ te Haren 2010

Geldend van 04-12-2014 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats ‘De Harenerhof’ te Haren 2010

DE RAAD DER GEMEENTE HAREN,

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2009; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van de rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats ‘De Harenerhof’ te Haren 2010

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a.

begraafplaats

:

de begraafplaats ‘De Harenerhof’;

b.

grafruimten

:

een ruimte waarvoor het uitsluitend recht is verleend tot:- het doen begraven van lijken;- het doen bijzetten van urnen;- het verstrooien van as.

c.

urnenruimten

:

een ruimte waarin uitsluitend urnen kunnen worden bijgezet;

d.

bijzetten van urnen

:

het plaatsen van urnen in de sub a en b bedoelde ruimten conform de voorschriften van deze verordening;

e.

urn

:

een asbus ter berging van as van een overledene;

f.

verstrooiingsplaats

:

een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

g.

grafbedekking

:

een gedenkteken op een graf;

h.

beheerder

:

de ambtenaar die is belast met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

i.

asbus

:

een bus ter berging van as van een overledene.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats ‘De Harenerhof’ en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De in dit artikel bedoelde rechten worden niet geheven wegens:

  • a.

    het begraven van het stoffelijk overschot (de stoffelijke overschotten) van één of meer als levenloos aangegeven kind(eren) of binnen zeven dagen na de geboorte overleden kind(eren), mits dat (die) tegelijk in dezelfde grafruimte wordt (worden) begraven met de bij of binnen zeven dagen na de bevalling overleden moeder;

  • b.

    het begraven van een doodgeboren of als levenloos aangegeven kind in een daarvoor door de gemeente bestemde grafruimte.

Artikel 5 Maatstaf van heffingen en belastingtarief

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de schuld voor de overige rechten

De rechten als bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De Verordening lijkbezorgingsrechten De Harenerhof 2000 van 23 november 1999, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 24 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van het vierde lid genoemde datum van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4 De datum van de heffing is 1 januari 2010, met dien verstande dat bij iedere verordening tot wijziging van deze verordening wordt bepaald met ingang van welke datum de in die verordening aangewezen wijzigingen bij de heffing moeten worden toegepast.

  • 5 Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten De Harenerhof 2010’.

     

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november 2009.
De raad voornoemd,
 
R. Bosma,
griffier
 
mr. M. Boumans MPM,
voorzitter
 

Tarieventabel 2015

 

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

 

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

 

 

 

1.1.1 voor een periode van 20 jaar 

3.105,70

 

1.1.2 voor een periode van 40 jaar

6.210,63

 

1.1.3 voor onbepaalde tijd

€  

7.862,44

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:

 

 

 

voor een periode van 10 jaar

1.769,15

1.3

Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven:

 

 

 

voor een periode van 10 jaar

1.769,15

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf, wordt voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar geheven:

 

 

 

1.4.1 voor een periode van 20 jaar

€ 

786,24

 

1.4.2 voor een periode van 40 jaar

1.572,47

 

1.4.3 voor onbepaalde tijd

4.717,52

1.5

Voor het verlenen van het recht op een verstrooiingsplaats wordt geheven:

78,60

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1, 1.1.2, met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het in 1.1.1 genoemde bedrag

 

 

1.7

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4.1, 1.4.2, met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het in 1.4.1 genoemde bedrag

 

 

1.8

Voor het verlengen van de rechten als bedoeld in 1.2 en 1.3 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van die rechten.

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Begraven

 

 

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:

393,12

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven:

196,56

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven:

98,29

2.4

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met: Op een werkdag voor 09.00 uur en na 16.00 uur en op een zaterdag, zondag, de Nieuwjaarsdag, Paasmaandag, Pinkstermaandag, Hemel-vaartsdag, de beide Kerstdagen en de dag van de viering van de verjaar-dag van H.M. de Koningin tenzij het begraven of de bijzetting op één dezer dagen in het geval er drie zon- en feestdagen onmiddellijk op elkaar volgen niet anders mogelijk is 100%

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

 

 

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven  

€ 

98,29

 

3.1.1 in een urnennis

98,29

 

3.1.2 in een urnengraf

98,29

 

3.1.3 in een algemeen graf

98,29

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

 

 

4.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 9 van de Beheersverordening begraafplaatsen Haren 1997 wordt geheven:

 

 

 

4.1.1 voor de aanleg van een grafkelder:

 

 

 

- voor een persoon

 €

 196,56

 

- voor twee personen

 €

 314,53

 

4.1.2 voor het plaatsen van een gedenkteken en kruisen, per gedenkteken of kruis

 €

 158,69

 

4.1.3 voor het plaatsen van een zerk

 €

 158,69

 

4.1.4 voor het aanleggen van een graftuin

 €  

 158,69

 

4.1.5 voor het planten van heesters en andere gewassen

 €

 158,69

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Lijkschouwing

 

 

 5.1

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven:

 €

 39,39

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

 

 

 6.1

Voor het inschrijven en overboeken van graven in een daartoe bestemd register wordt geheven:

 €

 4,37

 6.2

Voor het inschrijven en overboeken van urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven:

 €

 4,37

 6.3

Voor het inschrijven en overboeken van urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven:

 €

 4,37

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Opgraven, ruimen en verstrooien

 

 

 7.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven:

 €

 235,92

 7.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven:

 €

 314,53

 7.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven:

 €

 628,92

 7.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

 

 

 

7.4.1 uit een urnennis

 €

 98,29

 

7.4.2 uit een algemeen graf

 €

 98,29

 

7.4.3 uit een algemeen urnengraf

 €

 98,29

 

7.4.4 bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven:

 €

 196,56

 7.5

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven: 

 €

 314,53

 7.6

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

 

 

 

7.6.1 in een algemeen graf

 €

 393,12

 

7.6.2 in een algemeen urnengraf

 €

 98,29

 

Toelichting 1

Verordening op de heffing en invordering van de rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats ‘De Harenerhof’ te Haren 2010.

Gewijzigd artikel 1, lid f. De omschrijving is aangepast aan de modelverordening van de VNG. Dit was “een plaats waarop as wordt verstrooid” en is gewijzigd in “een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien”.

Toegevoegd artikel 1, lid i het begrip asbus. Een en ander conform omschrijving modelverordening.

Gewijzigd artikel 2 “Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats ‘De Harenerhof’ en voor het doen of, vanwege de gemeente, verlenen van diensten daarmede.”

in

“Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats ‘De Harenerhof’ en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.”

Gewijzigd artikel 6 “De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende kennisgeving, waarmede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.”

in

“De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.”

Gewijzigd artikel 8 “De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.”

in

1. “In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.”

Aangepast artikel 11 inwerkingtreding en citeertitel conform het VNG-modelverordening.