Regeling vervallen per 04-05-2012

Verordening op de markten

Geldend van 14-01-1994 t/m 03-05-2012

Intitulé

Verordening op de markten

DE RAAD DER GEMEENTE HAREN,

overwegende, dat het door de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht (Stb. 1992, 315) noodzakelijk is de "Verordening op de markten" aan te passen aan deze wet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 november 1993, nr. 150;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t :

I. de Verordening op de markten zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 19 mei 1969 in te trekken;

II. vast te stellen de:

Verordening op de markten

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Markt: de wekelijkse warenmarkt, welke gehouden wordt op een nader door burgemeester en wethouders te bepalen plaats in het dorp Haren, op vrijdagen van 15.30 tot 21.00 uur;

  • b.

    Standplaats: een standplaats op het marktterrein gedurende de uren, dat aldaar de markt gehouden wordt;

  • c.

    Losse standplaats: een standplaats, welke voor één marktdag wordt toegewezen;

  • d.

    Vaste standplaats: een standplaats, welke voor onbepaalde tijd wordt toegewezen.

Artikel 2

Wanneer een algemeen erkende Christelijke feestdag of Nieuwjaarsdag op een vrijdag valt, kunnen burgemeester en wethouders een andere dag aanwijzen waarop de markt doorgang zal vinden.

Artikel 3

Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen.

Artikel 4

Burgemeester en wethouders bepalen het aantal standplaatsen, dat op de markt uitgegeven wordt. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat per branche een nader vast te stellen aantal standplaatsen op de markt uitgegeven wordt.

Artikel 5

  • 1 De toewijzing van een vaste standplaats geschiedt door burgemeester en wethouders. Het toewijzen van andere dan vaste standplaatsen geschiedt door burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders zijn belast met het aanwijzen van de toegewezen standplaatsen. Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan door burgemeester en wethouders is aangewezen.

  • 2 Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 6

Degene die een vaste standplaats is toegewezen, dient deze plaats uiterlijk om 17.30 uur bezet te hebben, bij gebreke waarvan burgemeester en wethouders de desbetreffende plaats voor die dag aan een ander toewijzen, tenzij de rechthebbende burgemeester en wethouders voor dit uur onder opgave van de redenen, welke hem beletten tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Artikel 7

Om voor een vaste standplaats in aanmerking te komen moet de aanvrager aan en ten genoegen van burgemeester en wethouders aantonen dat hij:

  • a.

    handelingsbekwaam is;

  • b.

    voldaan heeft aan alle door de overheid voorgeschreven verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie;

  • c.

    zich bij burgemeester en wethouders heeft doen inschrijven op de wachtlijst.

Artikel 8

Om voor een losse standplaats in aanmerking te komen, dient aanvrager aan en ten genoegen van burgemeester en wethouders aangetoond te hebben, dat hij aan de in artikel 7 sub a en b gestelde eisen voldoet.

Artikel 9

Voor bij het in artikel 6 vastgestelde uur niet door de rechthebbende ingenomen vaste standplaatsen komen allereerst in aanmerking de sollicitanten voor een vaste standplaats in volgorde van inschrijving op de wachtlijst en vervolgens de overige gegadigden; indien er meer gegadigden dan beschikbare plaatsen zijn, beslist het lot.

Artikel 10

Indien er op de markt vaste standplaatsen beschikbaar zijn, komen daarvoor allereerst in aanmerking de houders van vaste standplaatsen, die zich bij burgemeester en wethouders voor verandering van hun vaste standplaats hebben opgegeven, zulks in volgorde, waarin die opgave is geschied, vervolgens degenen, die zich op de in artikel 7 bedoelde wachtlijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van inschrijving.

Artikel 11

Indien een vaste standplaatshouder overlijdt, valt het recht op de vaste standplaats toe aan de overblijvende echtgeno(o)t(e), indien de overblijvende echtgeno(o)t(e) hiertoe binnen een vier weken na het overlijden een aanvraag doet. Indien de overblijvende echtgeno(o)t(e) rechthebbende op een andere vaste standplaats is, vindt het in het eerste lid bepaalde overeenkomstig toepassing met dien verstande dat het recht op de standplaats van de overblijvende echtgeno(o)t(e) alsdan vervalt.

Artikel 12

Het recht op een vaste standplaats vervalt:

  • a.

    door opzegging van de plaats door de rechthebbende;

  • b.

    door overlijden van de rechthebbende;

  • c.

    indien burgemeester en wethouders het recht op een vaste standplaats intrekken in geval dit ter bevordering van de goede gang van zaken op de markt noodzakelijk is. Zij gaan hiertoe niet over dan nadat de betrokkene recht op een andere vaste standplaats is verleend;

  • d.

    indien burgemeester en wethouders het recht op een vaste standplaats onvoorwaardelijk vervallen verklaren.

Artikel 13

Burgemeester en wethouders kunnen het recht op de vaste standplaats al dan niet voorwaardelijk vervallen verklaren:

  • a.

    indien de rechthebbende op drie achtereenvolgende dagen, waarop markt gehouden is, of op vijf marktdagen binnen een tijdvak van dertien weken de hem toegewezen plaats niet heeft bezet, tenzij zulks zijn oorzaak vindt in omstandigheden, welke de betrokkene niet toe te rekenen zijn;

  • b.

    indien de rechthebbende het marktgeld en de vergoeding voor stroomverbruik niet tijdig voldoet;

  • c.

    indien de rechthebbende zonder voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders andere waren of goederen op de vaste standplaats verkoopt of ten verkoop aanbiedt, dan voor welke hem deze plaats is toegewezen;

  • d.

    indien de rechthebbende zich naar het oordeel van burgemeester en wethouders op de markt schuldig maakt aan wangedrag;

  • e.

    indien de rechthebbende het bepaalde in artikel 20 van deze verordening overtreedt.

Artikel 14

Indien een onverwijld optreden van burgemeester en wethouders vereist is, kunnen zij de betrokkene in afwachting van het besluit tot vervallenverklaring voor de duur van twee achtereenvolgende marktdagen het recht ontzeggen de vaste standplaats te bezetten.

Artikel 15

Het is verboden op een standplaats andere waren of goederen te verkopen of ten verkoop aan te bieden, dan voor welke de standplaats is toegewezen.

Artikel 16

Het is verboden vroeger dan één uur voor de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren en later dan een half uur na het eindigen van de markt aldaar te laten verblijven.

Artikel 17

Het is verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting alsmede elektrische stroom te betrekken van een ander dan degene, die door burgemeester en wethouders voor het leveren van elektriciteit is aangewezen.

Artikel 18

Het is degene, die een standplaats is toegewezen verboden de standplaats aan een ander af te staan of in gebruik te geven.

Onder dit verbod is niet begrepen het geval, dat degene, die een standplaats is toegewezen, de standplaats aan een ander toevertrouwt om zich voor korte tijd van de standplaats te verwijderen. In bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, kunnen burgemeester en wethouders de rechthebbende op een vaste standplaats bij vergunning toestaan in de uitoefening van diens bedrijf en te zijnen behoeve van de standplaats tijdelijk door een ander gebruik te laten maken.

Artikel 19

Het is verboden vervoermiddelen, waarmede voorwerpen of waren ter markt worden of zijn vervoerd, op of in de nabijheid van het marktterrein een andere plaats te doen innemen dan die, welke door burgemeester en wethouders is aangewezen.

Artikel 20

Ieder, die op de markt een standplaats heeft ingenomen, is verplicht te zorgen, dat deze standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan gedurende de markttijd rein wordt gehouden. Papier, houtwol, dozen, alle afvalstoffen en ondeugdelijk geworden artikelen moeten door de in het eerste lid bedoelde personen worden verzameld in kisten, bakken of manden en bij het verlaten van de markt worden meegenomen.

Artikel 21

Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid. Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein op een voor de omgeving hinderlijke wijze radiotoestellen, grammofoons of dergelijke toestellen of automatische instrumenten in werking te hebben.

Artikel 22

Degene, die in strijd handelt met de bepalingen van deze verordening, of zich aan wangedrag op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel op enige wijze, direct of indirect, de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kan, onverminderd het bepaalde in artikel 13 en artikel 14 door burgemeester en wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen en heeft aan die last ogenblikkelijk te voldoen.

Artikel 23

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening op de markten.

  • 2 Deze verordening treedt in werking op de 8e dag nadat zij is bekendgemaakt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Haren d.d. 20 december 1993.
De raad voornoemd,
w.g. K. Weide,
voorzitter
w.g. H.W. Gruben,
secretaris
 
1e wijziging d.d. 19-12-1994.
2e wijziging d.d. 25-01-2010.